Zoeken

Madrid: wat betekent de afloop?

Auteur

Jos Cozijnsen

Liever geen deal dan een slechte deal voor het klimaat, concludeert Jos Cozijnsen na terugkomst van de klimaattop in Madrid. De Britten zijn nu aan zet.

Halverwege leek het erop dat de Slotverklaring van het Klimaattop in Madrid zwak zou worden, waardoor het vooruitschuiven van de marktregels helemaal moeilijk uit te leggen zou zijn. De verklaring ‘Chile Madrid Time for Action’ geeft nu toch aan dat landen samen te weinig doen en hun plannen moeten aanscherpen voor de volgende top in Glasgow. De concept afspraken over de internationale CO2-markt geven nu al wel de contouren aan hoe de markt onder het Parijs akkoord goed kan gaan werken. Het is nu aan het Britse voorzitterschap in 2020 een slimme deal voor te stellen die blokkerende partijen buiten spel zet. Er is wel een alternatief: met een kopgroep van landen onderling al robuuste CO2-marktregels invoeren.

“Re-emphasizes with serious concern the urgent need to address the significant gap between the aggregate effect of Parties’ mitigation efforts…. and aggregate emission pathways consistent with holding the increase in the global average temperature to well below 2 °C above pre-industrial levels and pursuing efforts to limit the temperature increase to 1.5 °C above pre-industrial levels”

“Resultaat is de grootste gemene deler”

Naast het gat in de emissieplannen hadden veel commentaren het tijdens en na de top over het schrijnend gat tussen de conferentie en de jongeren op straat, daarmee aangevend dat deze al op aanscherping van de klimaatplannen in Madrid hadden gerekend. Maar dat staat pas volgend jaar op de agenda. Er lijkt dan ook een inflatie gaande over de benaming van de crisis: van urgentie naar klimaatcrisis, ‘extention rebellion’ en ‘climate emergency’, wat vraagt om acute maatregelen om te overleven. Dat soort campagnes vinden wel gehoor bij bedrijven en nationale autoriteiten die directe actie kunnen nemen. De VN Klimaatonderhandelingen zijn evenwel gebaseerd op consensus tussen landen die een mandaat hebben van hun parlementen, waardoor je op de grootste gemene deler uitkomt.

“Afspraak over aangescherpte klimaatplannen blijft overeind!”

Dat de landen afgesproken hebben samen te streven naar 1,5-2 graden maximale opwarming is daarom erg belangrijk. Maar het is aan de landen zelf de nationale acties te bepalen; men wil daar soeverein bij zijn. Dat was de oorzaak van het lange debat over de slotverklaring. Bovendien was al afgesproken dat landen in 2020 hun aangescherpte plannen zouden indienen. 70 landen hebben dat al aangekondigd. De EU heeft in de Green Deal gezegd het doel van 40% naar 50-55% op te zullen trekken, maar moet dat nog wel formeel vastleggen.

“Behoud van soevereiniteit staan regels (nog) in de weg”

Datzelfde streven naar soevereiniteit is eigenlijk ook de reden van problemen bij het maken van CO2-marktregels voor het Parijs Akkoord. Maar dat staat internationale marktregels juist in de weg. Dat deel, Artikel 6 van het Parijs Akkoord, is het enige nog ontbrekende deel in het Parijs Rulebook (hier besproken) en is weer doorgeschoven naar de volgende top.

Hoe zien die contouren van de internationale marktregels er nu uit en wat is de volgende stap?

• De regels over handel tussen landen die meer reducties hebben gerealiseerd dan hun klimaatplan en landen die een tekort hebben (Artikel 6.2: “Internationally Transferred Mitigation Outcomes”, ITMOs) en het voorkomen van dubbeltelling daarbij zijn bijna rond. Het gaat met name om het koppelen van de emissiehandelssystemen, wat met eenvoudige ‘double entry bookkeeping’ is te doen. De ontwikkelingslanden willen echter dat elke transactie tussen landen zelf ook leidt tot extra emissiereductie en er een heffing komt op deze handel voor het Adaptatiefonds: daar ligt nog een aantal opties voor op tafel

• In de conceptteksten staan voorstellen om de oude Kyoto-projecten in ontwikkelingslanden om te bouwen naar ambitieuzere via het Parijs Akkoord (zgn Artikel 6.4). Dat kan door meer eisen te stellen aan projecten, door een benchmark te stellen of ambitieuze baselines te eisen. Dat leidt dan tot minder nieuwe gecertificeerde CO2-reducties (Carbon Credits).

• En er zijn opties de honderden miljoenen oude Kyoto credits af te schaffen: credits van een paar jaar voor eigen gebruik overhouden, dan zou er 100 miljoen credits resteren. Ook kan een korting, zeg 20%, op de credits worden toegepast en de rest in een Reserve stoppen. Die zouden partijen als de EU kunnen afkopen zodat de credits toch een waarde houden: India vraagt daar om, omdat Indiase bedrijven investeringen hadden gedaan. Als de EU een deel afkoopt, is dat in feite het verhogen van het CP2-doel voor 2020 naar 25%, waartoe de rechter Nederland ook verplichte. Dan kan het Parijs Regime met een schone lei beginnen. Maar Brazilië wil alle opties openhouden en wil het liefst alle oude credits gebruiken en aan de luchtvaartmaatschappijen verkopen, die een offset-verplicht hebben vanaf 2021 (CORSIA). Daarbij willen ze na verkoop deze credits niet van hun eigen boekhouding afhalen. Dat zou niet alleen het Parijs Akkoord maar ook CORSIA zelf in gevaar brengen;

• Tot slot de oude emissiebudgetten van landen onder het Kyoto Protocol: Assigned Amount Units (AAUs). De meeste industrielanden houden een deel van dat budget van 2008-2020 over: door de economische crisis hadden landen minder uitstoot. De EU-landen en Noorwegen hebben aangegeven dat overschot niet te gebruiken; anders worden de Parijs doelen niet gehaald. Maar Australië wil haar resterende budget, zo’n 400 Mtn CO2, meenemen naar het Parijs regime. Terecht dat de meeste landen zich verzetten.

“Britten zijn aan zet om tot slimme deal te komen”

Daarom is het goed dat dit onderwerp, artikel 6, niet is afgerond in Madrid: ‘beter no deal than a bad deal for the climate’. Nu is het aan het Britse voorzitterschap van de top in Glasgow, november 2020, de tegenstanders van een goed systeem te isoleren en met een slimme deal te komen. Ook is het belangrijk voordien een beter beeld te hebben om hoeveel oude credits we het mogelijkerwijs hebben. Het is nu niet duidelijk of het Parijs Akkoord daarmee gevaar daarmee loopt. De concept Art 6 teksten worden eerst nog in juni 2020 op een ambtelijke vergadering in Bonn besproken.

Toch zijn landen niet alleen afhankelijk van een VN-deal. Een groep van nu 31 landen, waaronder Nederland heeft een aantal principes geformuleerd waarvan zij vinden dat de verplichte CO2-markt aan moet voldoen: “Leading countries set benchmark for carbon markets with San Jose Principles”. Costa Rica speelde hierbij een leidende rol. Zij kunnen daar, in afwachting van VN-regels, mee aan de slag gaan. Zij handelen dan alleen onderling en niet met landen die oude credits verkopen bijvoorbeeld: zo ontstaat er een 'Carbon Club'. Daarmee geven ze al invulling aan de opdracht van artikel 6.2. en draagt de handel in CO2-reductie/emissierechten bij aan extra en kosteneffectieve CO2-reducties die nodig zijn voor het Parijs Akkoord en weten investeerders dat dat hun reductieprojecten waarde houden.

“Discussie rondom CO2-marktregels heeft geen effect op de markt voor vrijwillige CO2-compensatie”

Deze afspraken in het kader van het Parijs Akkoord hebben effect op de CO2-verplichtingen van landen; en ook voor bedrijven die verplicht onder het EU Emissiehandelssysteem vallen. En voor de internationale CO2-verplichtingen die de luchtvaart na 2020 onder het ICAO Luchtvaartverdrag hebben. Op de vrijwillige CO2-compensatiemarkt heeft dit geen effect.

De reducties die door compensatieprojecten in ontwikkelingslanden of in eigen land worden gerealiseerd, worden gerapporteerd door het land zelf en helpen dat land haar CO2-doel onder het Parijs Akkoord te halen. De koper van certificaten – Gold Standard of VCS - compenseert daarmee een deel van de eigen CO2-emissies elders. Er is geen sprake van dubbeltelling. Het bedrijf dat de compensatie doet, in aanvulling meestal van de eigen reductie, doet dat vrijwillig. De CO2-emissies van dat individuele bedrijf worden ook niet door Nederland gerapporteerd. En ten tweede omdat het certificaat van de CO2-reductie ook niet naar Nederland gaat. Nederland gebruikt dat dus niet voor haar doel. De CO2-reductie wordt dus maar een keer voor een CO2-verplichting gebruikt.

Jos Cozijnsen

Jos Cozijnsen is Carbon Specialist bij de Climate Neutral Group. Op Twitter is hij actief onder @timbales