Zoeken

Minder gas is enige pressiemiddel EU richting Kremlin

Auteur

Rob de Wijk

"Op Belgrado-top werd zichtbaar dat Gazprom bezig is zijn strategie te herzien"

Eerder dit jaar had ik het voorrecht om in Belgrado op de top van Gazprom te spreken. Het was niet de eerste keer. Een paar jaar daarvoor had ik een zelfde discussie gehad. Toen constateerde ik dat als Rusland, zoals in 2009, nog een keer de gaskraan naar Oekraïne zou dichtdraaien, waardoor weer delen van Midden-Europa zonder gas zouden komen te zitten, er een beweging op gang zou komen om de EU minder afhankelijk te maken van Russisch gas. Mijn verhaal werd met de nodige scepsis aangehoord en feitelijk was de conclusie dat dit niet zou gaan gebeuren.

Maar de annexatie van De Krim en de aanhoudende crisis in het oosten van Oekraïne gaf precies die impuls aan het debat die ik toen had voorspeld. Tijd dus voor een nieuw gesprek. Mij viel in Belgrado op dat Gazprom bezig was om zijn strategie te herzien, precies volgens de lijnen die in een fraai rapport van The Oxford Institute for Energy Studies uiteen worden gezet.

Rond 2000 zette Gazprom in op het nog verder aanhalen van de banden met Europa. Dat was logisch omdat alleen Europese landen een prijs konden betalen waardoor Rusland gesubsidieerd gas aan de eigen bevolking kon leveren. De Russische maatschappelijke en daarmee politieke stabiliteit was afhankelijk van de cadeautjes die de regering aan het volk kon geven. Die cadeautjes werden dus door Europa betaald. Door de Oekraïnecrisis komt die aanpak onder druk te staan.

Maar er is meer. De schalierevolutie in de Verenigde Staten heeft de energieprijzen onder druk gezet. De economische stagnatie die Europa vanaf 2009 heeft getroffen, zet voorlopig door. De energieconsumptie neemt af en de prijzen dalen. Ook importeert Europa meer spotgoedkope kolen. Tot slot wint de milieubeweging aan kracht en wordt nu echt werk gemaakt van duurzame energie.
““Het is de vraag of China voor Rusland het beloofde land is””
De gevolgen zijn duidelijk: Europa neemt minder af, de prijzen zijn en blijven voorlopig laag en het Kremlin kan minder cadeautjes uitdelen met alle risico's van dien. Inmiddels is binnen de EU duidelijk geworden dat sancties Rusland niet treffen en dat het enige instrument waarmee het Kremlin echt onder druk kan worden gezet de bereidheid is waarmee Europa Russisch gas wil af nemen.

Rusland zet nu in op andere afnemers. Dat is logisch, maar het is de vraag of Azië, in het bijzonder China, in staat zal zijn de juiste prijs te betalen. Dit jaar stortte de beurs in dat land in en dreigt er stagnatie. Nog steeds houden de Chinese autoriteiten vol dat de groei rond de 7 procent ligt, maar ik waag dat te betwijfelen. Daarvoor zijn bijvoorbeeld het handelsvolume (-6,9 procent) en huizenbouw (-15,8 procent) te veel gedaald. Ik ben geen econoom, maar het zou mij niet verbazen als de echte groei hooguit een paar procent is. Bovendien vrezen economen voor een Chinees Japanscenario. Met andere woorden, het is de vraag of China voor Rusland het beloofde land is.

In Europa botsen inmiddels de internationaal politieke en economische realiteiten. Shell gaat samen met Gazprom, het Oostenrijkse OMV en het Duitse E.ON twee nieuwe pijpleidingen bouwen voor het gastransport van Rusland via de Baltische Zee naar Europa. Minister Kamp maakte duidelijk dat er geen alternatief voor het Russische gas is. Want door de verminderde opbrengst van de Groningse velden komt de voorzieningszekerheid in ons land in gevaar.

Opmerkelijk is dat het debat over de vraag hoe Rusland door verminderde importen onder druk kan worden gezet, niet echt wordt gevoerd. Nu de gedroomde ‘Azië-Pivot' van Poetin in het water dreigt te vallen, is de dreiging van verminderde afname van Russisch gas in Europa het enige echte pressiemiddel dat de EU heeft om Rusland te dwingen zijn houding ten opzichte van Oekraïne te veranderen. Ook kan dat het Kremlin afschrikken om via de Russischtaligen de Baltische Staten zodanig te ontregelen dat een megacrisis in Europa ontstaat. Kortom, alleen exportvermindering kan Ruslands agressieve koers beïnvloeden. In Belgrado merkte ik dat de top van Gazprom heel bang is voor een dergelijke strategie.

Rob de Wijk is directeur van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) en professor Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Leiden. In zijn column gaat hij in op de energievoorziening in het licht van de internationale verhoudingen.

Rob de Wijk

Rob de Wijk is directeur van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) en professor Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Leiden. In zijn column gaat hij in op de energievoorziening in het licht van de internationale verhoudingen.