Je hebt altijd baas boven baas. Vorige week maakten de VS bekend dat ze meer dan 12,2 miljoen vaten olie per dag (mbd) produceerden in April 2019, net geen miljoen vaten per dag meer dan in augustus 2018 toen de vorige mijlpaalproductie werd bekend gemaakt van 11,3 mbd. De stijging van de Amerikaanse olieproductie weet van geen ophouden sinds het begin van het schalie-olie tijdperk, nu zo’n tien jaar geleden. Het aantal jaren groei met meer dan een miljoen vaten per dag is zonder precedent. De VS is daarmee inmiddels de grootste olieproducent in de wereld. Immers Saoedi-Arabië en Rusland, de andere twee grote producenten bleven, mede door productiebeperkingen in OPEC-plus verband steken op respectievelijk 9,8 en 10,8 mbd in maart 2019. Vooral de daling van de productie van Saoedi-Arabië beneden de 10 mbd is opmerkelijk omdat het land altijd kien was de productie in lijn te houden met het aandeel in de bewezen oliereserves, productiebeperkingen of niet.
Sinds eind 2016 proberen de OPEC-landen de prijs van olie te ondersteunen door de productie te beperken. Met resultaat, want na enkele jaren van behoorlijk lage prijzen, steeg de Brent olieprijs van gemiddeld $54 per vat in 2017 naar $71 in 2018, om in de eerste kwartalen van 2019 weer onder de $70 te duiken. In de laatste twee kwartalen van 2018 daalde de vraag weer onder de wereldproductie en verzwakte de prijs. Voor de OPEC-plus landen is dit een probleem want die hoopten dat ze uit zouden komen op een hoger prijsniveau, dichter bij de prijs die ze nodig hebben om hun economie op peil te houden. Uiteindelijk leidde de prijsverzwakking in het eerste deel van 2019 tot een verlenging van de productiebeperkingen tot het einde van het jaar, waartoe de leiders van Saoedi-Arabië en Rusland tijdens de G-20 vergadering in Japan het al eens over waren geworden. In Wenen mocht daar nog een stempel op worden gezet.
“Dilemma: gestegen olieprijzen stimuleren ook schalie-productie”
Ondanks de geopolitieke onrust, traditioneel een recept voor prijsstijgingen en de implosie van de productie in Venezuela naar 0,74 mbd (was in 2017 nog rond de 1,9 mbd!) en daling van de Iraanse productie van 3,8 mbd naar 2,3 mbd in mei 2019 als gevolg van de sancties en natuurlijk ook het onrustige Libië, lijkt het OPEC niet te lukken om het schaliebeest te temmen. Het dilemma van de OPEC is namelijk dat de gestegen olieprijzen sinds 2016 ook de schalieproductie in de VS naar nieuwe hoogten stimuleren. Hierdoor fungeert de Amerikaanse productie nu al een paar jaar als een natuurlijk plafond voor olieprijsstijgingen, terwijl de bodemprijs voor OPEC-landen zorgelijk laag is gebleken. Inmiddels laten de economische groeicijfers, die bepalend zijn voor de vraag naar olie, zorgelijke vooruitblikken zien. Met een zwakkere vraag naar olie en het getouwtrek om de markt, blijven de onzekerheden voor producenten onverminderd hoog. Inmiddels importeert de VS een historisch laag volume uit OPEC-landen (1,5 mbd in maart 2019) en moet de markt voor OPEC-olie vooral gezocht worden in Azië en Europa. Het vooruitzicht van de vraag naar olie in Europa is ook niet zo florissant. Afgezien van de relatief bescheiden economische groei, zal het 2030 energietransitie-beleid ook zijn sporen nalaten. Voor het Midden-Oosten is Azië nu al de belangrijkste klant.
De VS zijn in een relatief kort tijdsbestek een doorn in de zijde van de OPEC-plus landen geworden. Voor Rusland, dat zich eind 2016 voor het eerst aan de zijde van de OPEC schaarde door mee te gaan met productiebeperkingen, speelt ook nog de misère op de aardgasmarkt een rol. Naast de flinke productieverhogingen in olieproductie in de VS, neemt ook de schalie-aardgasproductie flink toe. Sinds 2016 exporteert de VS niet alleen aardgas per pijpleiding naar buurlanden, maar ook steeds meer LNG naar de wereldmarkt. Door het prijsverschil in Azië en de EU ging het gros van de Amerikaanse LNG exporten in eerste instantie naar de Aziatische markt en voelde Rusland weinig van de nieuwe concurrent. Echter sinds Oktober 2018 nam de export van Amerikaans LNG naar Europa echter flink toe, mede als gevolg van het handelsconflict met China, waar het Amerikaanse LNG nagenoeg in de ban werd gedaan. Het gevolg is een nieuwe verzwakking van de aardgasprijzen, die, achteraf gezien, slechts een korte opleving in 2018 beleefden.
“Amerikaanse LNG onder kostprijs zet Europese gasmarkt onder druk”
De Amerikaanse LNG wordt in de EU onder de kostprijs verkocht en zet andere aardgasproducenten onder druk in de Europese markt. Leuk voor de consumenten, maar niet zo leuk voor de aardgasproducenten op de Noordzee en andere marginale aardgasproducenten. Die komen in zwaar weer en hebben moeite hun productie op peil te houden onder deze omstandigheden. Dat is een extra slag voor de voorzieningszekerheid van Nederland dat door het terugschroeven van de productie in Groningen hoopte op iets van een opleving van het offshore aardgas om de importen enigszins in de hand te houden. Maar dat zal in de huidige marktomstandigheden moeilijk worden. Ook elders zullen de zorgen over het op peil houden van investeringen in nieuwe olie- en aardgasvelden toenemen. Op termijn zal dat het aanbod doen verkrappen. In Rusland zijn de investeringen in de ontwikkeling van de velden in Yamal al flink onderweg, maar verdere ontwikkeling kan in het geding komen als de marges laag blijven en de mogelijkheden de markten te bereiken worden belemmerd.
De Amerikaanse opmars in internationale olie- en aardgasmarkten laat een spoor na van teleurgestelde verwachtingen en op scherp gezette energierelaties. De kracht van Amerikaanse investeerders in de vele olie- en aardgasproducenten hebben de machtsverhoudingen in de internationale markten op zijn kop gezet. Tien jaar geleden was de VS nog de grootste olie-importeur en stond op het punt ook een flinke aardgasimporteur te worden. De rollen zijn nu radicaal omgedraaid en de voormalige ‘movers and shakers’ zoeken nog naar een antwoord hoe zich te verweren.