Zoeken

Ook lage olieprijzen kunnen tot crises leiden

Auteur

Rob de Wijk

Rob de Wijk: "Saudi-Arabië kiest lage prijzen vanwege concurrentie met schaliegas VS"

Eind 2010 braken de revoluties in de Arabische wereld uit. De directe aanleiding was een ‘all time high' van de voedselprijzen. De prijzen werd opgejaagd door extreme weercondities, hoge grondstoffenprijzen en natuurlijk oplopende energieprijzen. De sterk toenemende vraag uit landen als China droeg in niet geringe mate bij aan die oplopende prijzen.

In 2014 ziet de wereld er heel anders uit. De economische groei zit Europa en China tegen en de Amerikanen produceren steeds meer schalieolie en -gas. Daardoor dalen de energieprijzen in hoog tempo.

Het leek er aanvankelijk op dat de aanhoudende crises in het Midden-Oosten en het noorden van Afrika de olieproductie zouden aantasten waardoor de prijs zou oplopen. Maar dat gebeurde niet. De export van Libische olie is ondanks de burgeroorlog de laatste tijd vergroot. En ondanks de strijd tegen IS blijft de olieproductie van Irak op peil. Begin november heeft de Iraakse regering de belangrijke oliestad Baiji weer in handen gekregen. IS bezet te veel gebied met te weinig strijders. Het wordt door de bombardementen in zijn bewegingsvrijheid beperkt, waardoor het olievelden in Irak en Syrië moet opgeven.

““Nigeria, Rusland en Venezuela hebben olieprijzen van ruim 100 dollar per vat nodig om de begroting sluitend te houden””

Het kan dus raar lopen. Tegenwoordig lijken niet de hoge, maar juist de lage prijzen tot crises te kunnen leiden. Saoedi-Arabië schijnt een bewust beleid van lage prijzen te voeren om een halt toe te roepen aan de Amerikaanse productie van schalieolie en -gas. De kosten van de winning ervan zijn relatief hoog. Door de productie van het OPEC-kartel niet te verminderen en de prijs laag te houden, denken de Saoediërs de concurrentie met Amerikanen aan te kunnen.

Het gevolg is echter dat de lage olieprijs een grote zorg wordt voor landen als Iran, Nigeria, Rusland en Venezuela. Deze landen hebben olieprijzen van ruim 100 dollar per vat nodig om de begroting sluitend te houden.

Nu de olieprijs in de richting van de 70 of mogelijk 60 dollar per vat gaat, heeft Rusland zijn begroting al meerdere malen naar beneden bijgesteld. Gunstig voor Poetin is dat dalende waarde van de roebel de terugvallende inkomsten deels compenseert en dat de gas- en olieprijzen niet langer direct aan elkaar zijn gekoppeld. Bovendien kan hij met ongeveer 500 miljard dollar aan reserves wel wat klappen opvangen. Tegelijkertijd kan Rusland niet eindeloos doorgaan met het subsidiëren van de armen en het compenseren van door de sancties getroffen sectoren.

Precies daarom is die lage olieprijs voor Rusland wel degelijk schadelijk. Dit verklaart waarom Moskou voorstelde om in ruil voor een hogere olieprijs hun productie met 300.000 vaten per dag te verminderen. Maar door die wens is door de OPEC een streep gezet. Het gevolg is dat de Russen wederom hun begroting moeten aanpassen, terwijl er geen zicht is op beëindiging van de Westerse sancties.

Tegelijkertijd mag niet verwacht worden dat Rusland zal toegeven aan de eisen van het Westen om van de sancties af te komen. Kijk ook eens naar Iran. In dat land gaat het economisch zo slecht dat daar de roep steeds harder wordt om een deal met het Westen te maken, zodat de sancties kunnen worden opgeheven die vanwege het atoomprogramma zijn opgelegd. Maar Iran wil net als Rusland niet door het stof gaan. Rusland praat niet met het Westen en Iran heeft de deadline voor een deal met het Westen met ruim een half jaar opgeschort.

Zowel Rusland als Iran zal moeten schipperen tussen toegeven aan het Westen en de dreiging van sociale ontwrichting. Om steun van de eigen bevolking te houden, zullen ze het beeld van een vijandelijk westen aanwakkeren. Dit kan opmerkelijk genoeg het belangrijkste gevolg zijn van het lage prijzenbeleid van Saoedi-Arabië.

Rob de Wijk is directeur van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) en professor Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Leiden.

Rob de Wijk

Rob de Wijk is directeur van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) en professor Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Leiden. In zijn column gaat hij in op de energievoorziening in het licht van de internationale verhoudingen.