Zoeken

2 °C or not 2 °C, that is the question

Jan Paul van Soest: Accepteren we afwaardering van veel winbare koolstof, of stevenen we af op ontwrichtende klimaatverandering?

Van de middelbare school herinner ik me nog steeds een paar strofen uit Shakespeare's Macbeth dat we destijds lazen en zagen: "Double, double toil and trouble; Fire burn and cauldron bubble". Ik kan het niet helpen: elke keer als ik de term carbon bubble voorbij hoor komen, verschijnen de heksen uit Macbeth voor mijn geestesoog.

Zo gek is het misschien ook niet. Het heeft immers iets magisch: roeren in de aarde, daar wat vaste, vloeibare en gasvormige koolwaterstoffen uithalen, en voilá: warmte, kracht, voortstuwing en licht in overvloed. Onze economische succesformule is gebaseerd op overvloedige fossiele brandstoffen.

Dat maakt inzichten die laten zien dat de ecologische en maatschappelijke effecten van een doorgroeiend gebruik van fossiele koolwaterstoffen onaangenaam kunnen zijn niet populair. De ideeën over carbon budgets en carbon bubbles zijn misschien wel de exponent van dat soort inzichten.

De basis is middelbareschoolnatuurkunde in combinatie met een normatieve, maatschappelijke keuze. Middelbareschoolnatuurkunde leert dat meer CO2 in de atmosfeer brengen de gemiddelde temperatuur op aarde verder zal doen stijgen.

De normatieve keuze is: welke temperatuurstijging vinden we maximaal aanvaardbaar, gezien de kosten en baten van klimaatverandering én de kosten en de baten van het tegengaan van klimaatverandering.

De wereldgemeenschap heeft na lezing van tal van studies gekozen voor maximaal 2 °C temperatuurstijging. Dat is geen wetenschappelijke grens, zoals soms ten onrechte wordt gedacht, maar een maatschappelijke. Verschillende wetenschappers maken zich al grote zorgen vanaf 1 à 1,5 graad opwarming, terwijl sommige burgers en beleidsmakers denken dat er niks gebeurt of dat een paar graden opwarming wel prima is.

“"Als ik tijdens lezingen vraag wie denkt dat landen of energiemaatschappijen vrijwillig winbare koolstofvoorraden in de grond laten zitten, zie ik nooit een vinger de lucht in gaan.””

Punt is dat áls zo'n maximum wordt aanvaard, de middelbareschoolnatuurkunde leert dat er nog maar een afgepaste hoeveelheid CO2 in de atmosfeer mag worden geloosd. En niet eens per jaar, maar in zijn totaliteit, deze eeuw. De lange verblijftijd van CO2 in de atmosfeer is de reden. Veel vormen van vervuiling zoals zwaveldioxide verdwijnen relatief snel uit de atmosfeer. Terugbrengen van de jaarlijkse uitstoot (relatieve verbetering) helpt dan al snel, en dat idee zit in onze kop.

Maar zo werkt het niet met CO2: dat gas spookt honderden jaren opwarmend en al rond. Vergelijk het met een vollopend bad: ook bij het dichtdraaien van de kraan kan het niveau van het badwater nog steeds stijgen. Er is een vooraf uit te rekenen hoeveelheid water die nog in het bad kan, anders stroomt het over. Evenzo is er een vooraf uit te rekenen hoeveelheid CO2 die nog in de atmosfeer kan, zonder dat het meer dan 2 °C opwarmt. The sky is the limit, heel letterlijk.

Zo'n absolute limiet snappen we niet: met relatieve verbeteringen ging het toch altijd goed?

Zo'n absolute limiet accepteren we niet: hij staat haaks op de klassieke succesformule van economische groei die altijd welk probleem ook zou oplossen. Het gaat dan ook niet om zomaar een maatschappelijke discussie, maar om een cultuuroorlog, zoals de Amerikaanse (business-!) hoogleraar Andrew Hoffman het analyseert.

En met zo'n absolute limiet weten we economisch gezien geen raad. Het zou betekenen dat veel van de koolstofvoorraden die nu in de grond zitten niet gewonnen en verbrand kunnen worden. Hooguit kan een flinke dosis CO2-afvang en opslag (CCS) de pijn verzachten. Maar per saldo is er een beperkt carbon budget dat we nog kunnen spenderen. Dat betekent dat veel, heel veel winbare koolstof zal moeten blijven waar het zit, en moeten worden afgewaardeerd. Dat heet dan ook de carbon bubble: onverbrandbare koolstof. Fire extinguished, ‘cause carbon bubble.

Tenminste, als de wereldsamenleving zijn eigen 2 graden-doelstelling serieus neemt.

Maar als ik bijvoorbeeld tijdens lezingen vraag wie denkt dat landen of energiemaatschappijen vrijwillig winbare koolstofvoorraden in de grond laten zitten, zie ik nooit een vinger de lucht in gaan. De middelbareschoolnatuurkunde laat zien dat er bij uitblijven een gerede kans is op zo'n 4 graden temperatuurstijging deze eeuw, waar ook onder meer de IEA en de Wereldbank benauwd voor zijn. Dat wordt dé kwestie, de komende 10 jaar: accepteren we een carbon budget en dus carbon bubbles? Of niet, en koersen we op ontwrichtende klimaatverandering van meer dan 2 oC? Of, om een ander stuk van Shakespeare te parafraseren: 2 °C or not 2 °C, that is the question.

Jan Paul van Soest

Jan Paul van Soest is partner bij De Gemeynt, samenwerkingsverband van adviseurs, denkers en entrepreneurs, zie www.gemeynt.nl