Professor Windenergie Gijs van Kuik: "Samenspel tussen windparken onderzoeken"
Achter de eerste rij turbines van grote windparken in de Noordzee treedt turbulentie op. Dit zogeheten zog kan het rendement van een windmolen tot 40 procent verminderen. "Zog van het ene windpark beinvloedt bovendien het andere", zegt Gijs van Kuik, professor aan de TU Delft. Hij doet al meer dan drie decennia onderzoek naar wind. ECN, KNMI en TU Delft hebben bij het TKI ‘Wind op zee' nu een voorstel ingediend om de efficiency van windparken te onderzoeken.
Grootschalig wind op ons deel van het continentaal plat is een van de speerpunten van het huidige kabinet om aan haar energie- en klimaatdoelstellingen te voldoen: maar liefst 6 gigawatt moet binnen tien jaar worden gerealiseerd. Het is een enorme opgave, waarbij innovatie een vereiste is om tot aanvaardbare prijzen te komen. Naast logistieke hersenkrakers (als de ontwikkeling van funderingen en het plaatsen van masten tijdens windstille periodes) doemt een nieuwe uitdaging op: op welke wijzen kunnen ontwikkelaars het zog minimaliseren?
Zog blijft lang intact
Van Kuik: "Zog is een welbekend verschijnsel in de sector. Het heeft invloed op de prestaties van zowel de turbines als de parken. Er zijn indicaties dat zog op zee lang intact blijft waardoor het ene windpark het andere als het ware in de weg zit."
Hoewel onderzoekers volgens Van Kuik tegenwoordig goed kunnen berekenen wat turbulentie met de windsnelheid op turbines doet, is over het samenspel tussen het ene en andere windpark veel minder bekend. "Wij zijn daarom geïnteresseerd in hoe de optimalisatie van windparken bij turbulente snelheden werkt en hoe we met de opstelling van turbines kunnen spelen. Het aangevraagde onderzoek zal meer duidelijkheid moeten verschaffen over hoe de samenhang tussen de grenslaag boven de parken en de opbrengstverliezen zich met elkaar verhouden", aldus de professor.
Regionale effecten
Ondertussen komen er steeds meer aanwijzingen dat er achter grote windparken op zee steeds meer neerslag valt, temperaturen lager worden en windsnelheden anders zijn. Rob Sluijter, klimaatdeskundige van het KNMI dat samen met ECN en TU Delft het TKI onderzoek uitvoert, geeft desgevraagd aan dat men van lokale en regionale klimaateffecten bij zeewindparken "weinig kennis heeft". Wel heeft het KNMI steeds meer aandacht voor zulke effecten. Het Deense Horns Rev (zie foto) kent immers slagschaduwen en zog van honderden kilometers. Hetzelfde gaat in mindere mate op voor ons windpark bij Egmond aan Zee.
Volg Energiepodium op Twitter: @energiepodium