Ameland is de laatste tijd aardig in beeld als duurzaam eiland. Eind vorig jaar nog kwam Ameland in een onderzoek van de Universiteit Tilburg naar voren als duurzaamste gemeente van Friesland en zesde duurzame gemeente van Nederland. We hadden hier op het eiland een tijdje het grootste zonnepark van Nederland, momenteel werken we aan de eerste hogedruk-biovergister van Nederland en, hoewel ik het niet kan bewijzen, ik denk dat wij het eerste dorp hebben waar van álle woningen huis-aan-huis warmtescans zijn gemaakt. Sowieso hebben we nogal een ambitie als het gaat om verduurzaming van onze energievoorziening.
Die ambitie begon een jaar of twaalf geleden. Dat is net lang genoeg om soms eens even terug te kijken en je af te vragen: waarom staan we waar we nu staan? Als je Duurzaam Ameland een succes wilt noemen, waaraan hebben we dat succes dan te danken?
“Verandering komt alleen tot stand als je de randen op zoekt en een bepaalde mate van vrijheid hebt”
Eén. Ik denk dat het sowieso helpt dat we een eiland zijn. Eilanders zijn eigenzinnig en onafhankelijk, houden het liefst hun eigen broek op en hebben weinig ontzag voor niet-natuurlijke grenzen. Dat helpt bij verandering, zeker op als die gericht is op zelfvoorziening. We schrijven geen dikke beleidsstukken en we zijn wars van marketing-blabla. Bij ons valt er niet veel te ‘ontzorgen’ en bij een ‘klantreis’ denken wij vooral aan de veerboot en de fietsenverhuur. Dat willen we graag zo houden.
Twee. Wat ook helpt: als gemeente werken we altijd samen met anderen. Vanaf het begin van Duurzaam Ameland hebben we intensief samengewerkt met de Amelanders en met gelijkgestemde bedrijven in en buiten de energiesector. Met die bedrijven hebben we een convenant gesloten omdat je dan vaart kunt maken. Ook met de Amelander Energie Coöperatie AEC wordt intensief samengewerkt. Samenwerking gaat altijd langs lijnen van persoonlijk contact, gezamenlijke betrokkenheid en gedeelde ambitie.
Drie: transitie is verandering. Per definitie zit je dan op onbekend terrein, waar bestaande regels en gewoonten niet werken. Verandering komt alleen tot stand als je de randen op zoekt en een bepaalde mate van vrijheid hebt. Wie aan duurzame ontwikkeling werkt, moet een beetje zijn gang kunnen gaan. Immers: je weet nooit proces waar je uitkomt. Als gemeente moet je dus ruimte laten voor het toeval: ontwikkelingen die bij elkaar komen, mensen die elkaar inspireren en netwerken die elkaar versterken. Dat is niet altijd maakbaar, maar als je werkt vanuit je eigen betrokkenheid en anderen successen gunt, kun je een eind komen.
Vier: het belangrijkste kenmerk van de Amelandse energietransitie is in mijn ogen de inbreng van de Amelanders zelf. Als u uit deze column één gedachte meeneemt, laat het dan deze zijn: als je verandering wilt, begin dan bij de gebruikers. Maar dan ook echt: daar beginnen. Bedenk alsjeblieft niet eerst een plan of een oplossing en daarná een campagne (inclusief klantreis) om de mensen die oplossing door de strot te duwen. Dat is wat we nog altijd het meeste zien gebeuren, ook bij overheden, en dat gaat lang niet altijd goed. Ook hele slimme en goede plannen gaan op die manier meer dan eens onderuit.
“Ameland is ongeschikt voor duurzame eenheidsworst. En ik denk: de rest van Nederland ook”
Op Ameland hebben we geleerd dat je echt bij de gebruiker moet beginnen. Ook als je zelf denkt dat je goede plannen hebt. De gebruiker is voor ons steeds nadrukkelijker het uitgangspunt geworden van alles. Als wij een warmtestrategie moeten maken voor onze dorpen, beginnen we bij de inwoners en de ondernemers in die dorpen. We beginnen met een gesprek over hun huizen, hun bedrijfspanden, hun energiegebruik, hun isolatiemaatregelen, hun wensen en toekomstplannen. En pas daarna gaan we hebben over de opties die er zijn om kosten te besparen en te verduurzamen. Pas daarna bespreken we wat de voor- en nadelen zijn van al die opties, hoe inwoners die dat willen mede-eigenaar kunnen worden van de oplossing of hoe ze anderen kunnen helpen.
Ik merk dat die manier van werken in de praktijk nog niet veel voorkomt. Ik spreek ook veel beleidsmakers die dat niet aandurven, omdat ze denken dat burgers niet genoeg kennis hebben over duurzame ontwikkeling. En daarin hebben ze nog gelijk ook. Maar burgers zijn experts van hun eigen situatie. Die experts willen we als eerste horen. En daarna spreken we de technische experts. We proberen die twee soorten experts met elkaar in contact te brengen. Samen komen we dan waar we zijn moeten: een gemeenschappelijke gedragen oplossing. Of een lappendeken aan oplossingen. Dat is prima. Want de diversiteit in onze dorpen en onder onze mensen is groot. Ameland is ongeschikt voor duurzame eenheidsworst. En ik denk: de rest van Nederland ook.