Gertjan Lankhorst oneens met kritiek premier op
grootverbruikers
De industrie veroorzaakt ruim 40% van de CO2-emissies in Nederland. Sinds 1990 zijn de industriële emissies al met 32% gedaald, maar de moeilijke fase komt nu. Er is een trendbreuk nodig om tot 95% reductie te komen. Het voorgestelde pakket bevat acht opties, die zijn gebaseerd op de intrinsieke voordelen van de industrie in Nederland zoals sterk geïntegreerde clusters, een goed ontwikkelde offshore (wind-)industrie en een kwalitatief hoogstaand elektriciteits- en gasnetwerk. Ook de R&D-capaciteit van de industrie is van hoog niveau.
De eerste categorie opties kan onmiddellijk worden toegepast tegen relatief lage meerkosten: energie-efficiencymaatregelen zoals warmtepompen en het vervangen van gasgestookte apparatuur door ketels die zowel op gas als op elektriciteit kunnen worden gestookt. Zulke hybride apparaten bieden tevens de mogelijkheid de onbalans in het elektriciteitsnet op te vangen die voortvloeit uit de onstuurbaarheid van zonne- en windstroom.
““De beschikbaarheid van duurzame elektriciteit tegen een lage prijs schept nieuwe kansen””
Een volgende categorie opties moet op dit moment vooral
worden ontwikkeld door het opschalen van technologieën. Daarbij moet gedacht
worden aan CO2-afvang, -opslag en -hergebruik in de chemie en
bij raffinaderijen, het gebruik van biomassa als grondstof en het nuttig hergebruiken
van afvalstromen.
De laatste categorie opties vraagt vooralsnog om meer onderzoek en innovatie:
groene waterstof uit elektrolyse, warmtepompen voor hoge temperatuurprocessen
en een nieuw procedé om staal te maken.
De industrie is bereid deze route in te slaan omdat de opties de Nederlandse
economie versterken. Het grote succes van de wind-op-zee-aanpak van het kabinet
biedt veel perspectief. De beschikbaarheid van duurzame elektriciteit tegen een
lage prijs schept nieuwe kansen. De industrie vraagt van de overheid om een
instrumentarium ter ondersteuning van investeringen die CO2-emissies reduceren,
vergelijkbaar met de SDE+-subsidies voor duurzame elektriciteit. Ook een
innovatiebudget gericht op ontwikkeling en opschaling van technologie is
belangrijk. Tenslotte is een actieve regie- of investeringsrol van de overheid
in de ontwikkeling van netwerken (CO2, waterstof, restwarmte) nodig
om bedrijven te helpen over de grenzen van het eigen bedrijf samen te werken.
Met dit plan is het mogelijk de industrie een nieuw en
duurzaam investeringsperspectief te bieden, gebaseerd op de productie van schone
energie in Nederland. Daarmee zijn zowel de economische ambities van rechtse
als de groene ambities van linkse partijen gediend.
Gertjan Lankhorst is voorzitter van VEMW,
kenniscentrum en belangenbehartiger van zakelijke energie- en watergebruikers