Martien Visser over het gebrek aan tempo in de
energiewereld
Halverwege de nacht word ik wakker. Rook! Brand! Direct 112 gebeld. Tien minuten later hoor ik de sirene, de brandweer. Mijn keuken staat ondertussen in lichterlaaie. Het blijft echter stil. Ik snel naar de brandweerlieden. Schiet op! Waarom doen jullie niets? Excuus, krijg ik als antwoord. We willen graag. Maar onze brandslang is 200 meter lang. En de afstand is 50 meter. Dat is niet doelmatig. Deze slang mogen we niet gebruiken. Zo zijn de regels.
Ik sta perplex. Weg met die regels. Daden wil ik zien! Roep ik. Nee, nee. Het kost jaren om regels te veranderen, niet aan beginnen! Maar we hebben onze collega's al gebeld.
Opnieuw sirenes. De woonkamer vat vlam. Een nieuwe brandslang wordt uitgerold. Hij past precies. Maar geen water. Wat nu weer? Sorry, zeggen ze. We willen graag. Maar wij mogen niet, want wij zijn van de slangen. Zo zijn de regels. Wel jammer, want we hebben nog een pomp in de auto liggen.
"Geef hier die pomp. Dan pomp ik wel.", roep ik. Nee, nee. We mogen u die pomp ook niet uitlenen, zelfs niet gratis. Hoor ik in koor. Dat zijn de regels. U bent ook geen waterproducent. U hebt geen vergunning. En u bent trouwens ook niet programmaverantwoordelijk, voegt een collega er veelbetekenend aan toe.
Ik stampvoet van woede. Maar ik begrijp het, als energiedeskundige. Ik bel een bevoegd pompbedrijf, dat even later met gierende banden komt aanrijden. Het blussen kan beginnen. Maar nee. Sorry, we willen wel, maar het mag niet. Krijg ik te horen. De regels, weet u. Blussen hoort bij het leveren van water en dat mogen wij niet. Wij doen alleen de slangen. En wij het pompen. Ja, heel vervelend. We snappen dat u haast hebt. Bovendien kunnen wij heel goed blussen en we zouden u graag helpen. Maar de regels, weet u.
““Wie de energietransitie serieus neemt, wil dat er iets gebeurt. Het maakt niet uit door wie””
Trouwens,
we moeten ook meten hoeveel water er wordt gepompt. Op die manier kunnen meerdere
pompbedrijven onze slangen vullen, legt iemand uit. Maar we gaan wel slim meten
hoor! En we hebben subsidie gekregen om te studeren op slimme slangen. De slaapkamer
vat vlam.
De paniek slaat nu echt toe. Ik bel een meetbedrijf en een blusbedrijf en
meteen ook de inspectie en een stel juristen. Want ik begin het blussysteem akelig
goed te snappen. Na enige tijd arriveren ze. De hele keten is nu aanwezig: een
producent, een meetbedrijf, een transporteur, een leverancier, de inspectie en
een cohort legal. Ondertussen komen andere pompbedrijven en blusbedrijven op de
brand af. Er is dus volop personeel en materieel. Maar geen water. Het dak vat vlam.
Ik ren vertwijfeld naar hen toe. De partijen blijken in heftige discussie over wie
het werk mag doen, hoe ze dat moeten doen en hoe ze mogen of moeten samenwerken.
Ik vang woorden op als waterkwaliteit, balansfunctie, derden toegang, non-discriminatie,
bluscodes, enzovoorts. Dat het "slim" moet gebeuren, daar is men het al wel over
eens geworden. De inspectie en de juristen proberen te assisteren, maar vergroten
alleen maar de chaos. Laptops worden opengeklapt. Spreadsheets worden in elkaar
gezet. Jurisprudentie wordt tevoorschijn gehaald. Adviseurs worden uit hun bed gebeld,
maar die weten het ook niet precies. De schoorsteen vat vlam en valt naar
beneden.
Hoe ze het voor elkaar gekregen hebben, weet ik niet. Maar eindelijk begint het
blussen. Drie pompbedrijven zijn actief. Vier blusbedrijven wisselen elkaar bij
toerbeurt af. Een klein straaltje water verlaat de brandslang. Iedereen is
doelmatig bezig. Alle vergunningen zijn op orde. De samenwerking kan beter. Maar
het is te laat. Mijn huis is ondertussen volledig afgebrand. Als laatste stort een
muur van de garage in.
Mijn frustratie bereikt het toppunt. Badend in het zweet word ik wakker. Gelukkig.
Het was een nare droom. De zon komt op. Slapen is er niet meer bij. Ik lig te
trillen in mijn bed. Mijn gedachten gaan opnieuw naar energietransitie. En naar
de stijgende CO2-emissies, waar bijna niemand zich zorgen over lijkt
te maken.
We zijn druk bezig met het voeren van lastige discussies over de rolverdelingen
in de energiemarkt. De daarvoor bedoelde ingenieuze regels lopen per definitie achter
bij de dynamische ontwikkelingen in de energiemarkt. Het levert werkgelegenheid
voor onze academici, maar het draagt niet bij aan verlaging van de CO2-emissie.
Integendeel. Recent verbood de rechter op grond van die regels Allego laadpalen
te exploiteren, waardoor een innovatief concept om elektrisch vervoer te stimuleren
de nek om werd gedraaid. Hoera?
De energietransitie vereist immers snelle actie. Dus wie de energietransitie
serieus neemt, wil dat er iets gebeurt. Het maakt niet uit door wie. Evenzo is
het onbelangrijk hoe iets wordt gedaan, maar wel dat het snel gebeurt.
Binnenkort komt het wetsvoorstel "Voortgang Energietransitie". Bij nader inzien
een nogal saaie naam. Laten we er de wet "Versnelling Energietransitie"
van maken. Dat doen we eenvoudig door aan het wetsvoorstel een artikel toe te
voegen waardoor iedereen op elke mogelijke manier mag gaan bijdragen aan de
energietransitie, ongeacht de positie op de energiemarkt. Reken maar dat er dan
na het aannemen van deze wet een lawine aan nieuwe initiatieven los komt in de
samenleving, waardoor de energietransitie een enorme impuls krijgt. De ingewikkelde
regels over rolverdelingen in de energiemarkt reserveren we dan wel voor de traditionele
fossiele sector.
Martien Visser is lector energietransitie & netintegratie, Hanzehogeschool Groningen en Senior Advisor International Business bij Gasunie