Joris Wijnhoven, Greenpeace: "Kolenwarmte is een noodverband"
Eigenaren van kolencentrales zijn niet te benijden these days. Terwijl ze zich door de steeds verder getemperde winstverwachtingen stuk voor stuk genoodzaakt zien astronomische bedragen af te schrijven op hun centrales, sluit in Den Haag het politieke net zich steeds verder. De Kamer wil op termijn af van kolen, de minister spreekt openlijk over het einde van het fossiele tijdperk en de rekenmeesters van ECN en PBL lieten zien dat harde ingrepen in onze energiemix (lees kolen) onvermijdelijk zijn om aan de rechterlijk in de Urgendazaak te voldoen.
Maar een kat in het nauw maakt rare sprongen. Engie en met name Uniper en RWE klagen luid hun nood dat het kapitaalvernietiging zou om hun nieuwe centrales alweer te sluiten. Dat klinkt misschien aannemelijk, maar ditzelfde lot was al diverse nagelnieuwe gascentrales beschoren. Daar hoorde je toen niemand over: dat was immers de markt. Dan schijnt zoiets niet te geven. Maar wee je gebeente als je sluiting bepleit om een pijnlijke beleidsvergissing uit het verleden probeert recht te zetten.
Los van de grote vergissing om überhaupt vergunningen af te geven voor nieuwe kolencentrales, was het een blunder om niet te regelen dat deze centrales dan toch tenminste op eigen kosten CO2 zouden moeten opvangen en opslaan. Nu spelen Uniper en Engie de vermoorde onschuld en houden ze hun hand op bij de kassa's van het Rijk en de EU.
Dat is een bekend patroon: bij elke techniek die de kolenbedrijven bepleiten om nog een zweem van duurzaamheid op te houden, is het de belastingbetaler die voor de kosten opdraait. Behalve het ROAD-project, waar nog steeds een fors gat gaapt in de begroting, bedongen de kolenbedrijven immers ook vier miljard subsidie voor de bijstook van biomassa. Hangende de discussie over de toekomst van onze kolencentrales en onder druk van de Kamer houdt minister Kamp terecht nog een slag om de arm of dit bedrag ook daadwerkelijk uitgekeerd zal worden, maar het ligt op de plank.
““Het is natuurlijk wel cruciaal om je af te vragen of die overgebleven warmte vermijdbaar is””
Naast CO2-opslag en bijstook zien de kolenbedrijven nog een derde reddingsboei: de aansluiting op het warmtenet in Zuid-Holland. Met name Uniper doet zijn best dit plan te framen als erg duurzaam. Daar valt een hoop op af te dingen. Op zich is het goed dat er werk gemaakt wordt van warmtenetten. Je spaart een hoop gas uit als je huizen of kassen verwarmt met de restwarmte die ergens anders overblijft. Maar het is natuurlijk wel cruciaal om je af te vragen of die overgebleven warmte vermijdbaar is, of het restproduct van een industrie die we nog wel een tijdje nodig zullen hebben. Dat is bij kolen niet het geval. Sterker nog, noodverbanden als gesubsidieerde warmte- en CO2-pijpen verbeteren de businesscase van deze ouderwetse techniek, waardoor we er lastiger vanaf komen.
Bij de zogenaamde Pijp over West worden kolencentrales op de Maasvlakte gekoppeld aan de glastuinbouw in het Westland en later wellicht op woningen in Den Haag. Die pijp kun je dan gerust beschouwen als de backbone van de warmterotonde, maar wel één die voor driekwart gaat draaien op kolenwarmte. Dat is nou niet echt de omslag naar schone energie waar je als glastuinbouw op zit te wachten: van het gas naar kolenwarmte. Zeg maar: Van de regen in de drup. In Amsterdam hebben de beleidsmakers dat al beter begrepen. Daar bestaat nul animo om de NUON-centrale aan te sluiten op het warmtenet, omdat de algemene gedachte is dat die zo snel mogelijk dicht moet.
Gelukkig is er de laatste jaren een flinke groene golf door de tuinbouwsector gegaan. Het besef is gegroeid dat hier alleen toekomst voor tuinders is, als ze afscheid nemen van fossiele brandstoffen. In het glazen epicentrum van Nederland, het Westland, heeft een groep van vijftig tuinders een petitie ingeleverd bij de gemeente, met als strekking dat zij geen dure investeringen in kolenwarmte willen, maar in aardwarmte. Terecht maken ze zich zorgen over het imago van hun producten: wie wil er nou, zeg, Chinese kool gekweekt met kolenwarmte? Een initiatief dat navolging verdient van de hele glastuinbouw. Maar ook van woningbouwcorporaties en bestuurders. Want de tijd dat we een kolenkachel gebruikte om onze huizen warm te stoken ligt toch echt een tijdje achter ons, of die nou in de huiskamer of de keuken staat, of in megaformaat op de Maasvlakte.
Joris Wijnhoven is Campagneleider klimaat en energie bij Greenpeace. Op Twitter is hij actief onder @JorisW_GP