Jos Cozijnsen: "Emissiehandelssysteem staat weer op de rails"
Vorige
week heeft het Estse EU-voorzitterschap in overleg met de Europese Commissie en
het Europees Parlement een doorbraak bereikt bij aanpassing van het
EU-emissiehandelssysteem over twee van de belangrijkste onderdelen: het overschot gaat
sneller naar beneden en sluiting van kolencentrales leidt niet meer tot lagere
CO2-prijzen door het waterbedeffect. De markt reageerde: de CO2-prijs steeg
van 5 naar 7 euro. Het bewijst dat een nuchtere besluitvorming over aanpassing
van CO2-handel mogelijk is en dat de markt dan naar de toekomst
kijkt.
De eerste aanpassing gaat over de marktstabiliteitsreserve: daarin worden vanaf 2021 te
veilen emissierechten geparkeerd, als er overschot op de markt is. Als er in
2021 meer dan 733 miljoen ton op de markt circuleert, wordt een aantal
emissierechten dat jaar minder geveild. Dat aantal is 24% van het overschot
boven 733 miljoen ton.
Een voorbeeld. Stel, er was in 2021 nog 1 miljard ton emissierechten overschot in omloop (dwz beschikbare emissierechten op de markt minus de emissies). En het aantal beschikbare emissierechten om te veilen in 2022 is 900 miljoen emissierechten. Dan neemt men 24% van 1 miljard - 733 miljoen; dat is 24% van 267 miljoen = 64,08. Dan wordt in 2022 64,08 miljoen ton emissierechten minder geveild: 7,1% minder dus. Dat blijft in de marktstabiliteitsreserve achter. Het zorgt er op termijn voor dat er geen nieuw overschot bijkomt. De 733 miljoen ton CO2 aan overschot is een vast aanbod aan liquiditeit voor de markt.
““De EU wil hier voor de internationale klimaattop COP23 in Bonn in november klaar mee zijn””
De
tweede aanpassing is dat landen die kolencentrales sluiten (of andere grote CO2-emisses
in de energiesector reduceren bovenop het verplichte CO2-doel) een
navenant aantal emissierechten dat namens hun geveild wordt, mag cancellen. Het
is vrijwillig, maar nationale parlementen zullen hier druk op uitoefenen. Het
betekent wel dat een land minder veilingopbrengst heeft. Aan de andere kant
houdt het opbrengsten op niveau, omdat de CO2-prijs niet daalt, wat
wel zou gebeuren bij sluiting van kolen met gelijke veiling. Het zou goed zijn
als lidstaten dit in onderling overleg doen.
Er moet nog wel een aantal knopen worden
doorgehakt
(verdelen van de lasten, bestemming van de fondsen e.d.). De volgende vergadering
is op 12 oktober. De EU wil hier voor de internationale klimaattop COP23
in Bonn in
november mee klaar zijn.
Aan twee kanten is er nog wel ontevredenheid:
- De industrie, met name de staalsector wil geen prijsverhoging. Maar het halen van de lange termijn CO2-doelen kan niet zonder. De aanpassingen betekenen al dat de industrie een hoger aantal emissierecht en gratis krijgt.
- Degenen die bepleiten dat emissiehandel nu al aan de Parijs-doelen moet voldoen. Daar is echter een voorziening voor. Na 2021 is er elk jaar 2,2% minder emissierechten beschikbaar; dat moet voldoende zijn voor het huidige doel van -40% in 2030. Zodra de landen bij het Parijs Akkoord de doelen voor 2030 aanscherpen kan de 2,2% worden herzien.
Naar
mijn inziens gaat het emissiehandelssysteem hiermee weer op de rails staan en
is versnelling mogelijk. Het nieuwe kabinet kan op de rijdende trein springen
en samen met onder andere de Duitsers, Fransen, Zweden, Denen en ook indirect
met de Noren en Zwitsers werken aan een ambitieuzer stelsel.
Jos Cozijnsen is
zelfstandig adviseur emissierechten. Meer informatie over hem vindt u op www.emissierechten.nl.
Op Twitter is hij actief onder @timbales.