Jarenlang was het argument dat door zonne- en windenergie in Europa op te wekken, het afgelopen zou zijn met de afhankelijkheid van landen als Rusland en Saoedi-Arabië. Dat is prettig, want Rusland stelt zich steeds assertiever op en in Saoedi-Arabië worden de mensenrechten geschonden.
De concrete aanleiding voor de discussie over de voorzieningszekerheid van energie was de gasruzie met Oekraïne, die er in 2009 toe leidde dat Rusland de kraan dichtdraaide, waardoor delen van Europa in de kou kwamen te zitten. De Europese Commissie eiste daarop in zijn European Energy Security Strategy van 2014 dat Europa minder afhankelijk wordt van energie-importen van landen met een discutabele reputatie. Vergroten van het aantal aanbieders, energiebesparing en vergroening moesten daartoe bijdragen. Inmiddels weten we dat het lastig is om in Europa voldoende groene energie te produceren. Simpel gezegd, er wonen hier te veel mensen, de zon schijnt niet fel genoeg en we kunnen niet eindeloos doorgaan met het plaatsen van windmolens. Dus moet er geïmporteerd worden.
“We zullen een groot deel van onze energie moeten importeren”
Deze conclusie wordt versterkt door de groeiende overtuiging dat waterstofgas wel eens heel belangrijk kan gaan worden. Stel dat Europa, zoals de lidstaten van de EU overeen zijn gekomen, in 2050 klimaatneutraal wil zijn en voor de helft afhankelijk wil worden van groene elektriciteit en voor de andere helft van waterstofgas, dat met groene energie wordt geproduceerd. Technisch schijnt dat te kunnen. Een bijkomend voordeel is dat we de bestaande gasinfrastructuur relatief gemakkelijk kunnen ombouwen naar waterstofgas. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor gastoestellen die erop moeten worden aangesloten. Alleen al daarom is het verwonderlijk dat Nederland zo snel mogelijk van het gas af wil.
Resteert de vraag waar we al dat waterstofgas vandaan gaan halen. Het is mooi dat er grote investeringen in Delfzijl worden gedaan. Nouryon en Gasunie hebben het initiatief genomen voor de bouw van een elektrolysefabriek, waarin op industriële schaal met behulp van duurzame elektriciteit groene waterstof moet worden geproduceerd. Maar de geleerden zijn het er ook over eens dat we het hier niet mee gaan redden. We zullen een groot deel van onze energie moeten importeren.
“Lage energieprijzen leiden tot instabiliteit in energie-producerende landen”
Noord-Afrika biedt interessante mogelijkheden. Als 8% van de Sahara met zonnepanelen wordt bedekt, kan in de mondiale elektriciteitsbehoefte worden voorzien. Bovendien waait het in het westelijke deel stevig. Ook fijn is dat tussen Spanje en Marokko al een gaspijpleiding ligt. Een andere kandidaat is Saoedi-Arabië. Daar moet in de buurt van de Rode Zee voor 500 miljard dollar de futuristische stad Neom verrijzen. De stad moet vooral gaan draaien op waterstofgas, dat tevens aan de rest van de wereld kan worden verkocht.
Mijn eigen instituut, het HCSS, heeft studies verricht naar de relatie tussen energieprijzen en de stabiliteit van landen. Lage energieprijzen leiden tot instabiliteit in energie-producerende landen. Armere landen zijn hierbij juist gebaat. De belangrijkste aanleiding voor de Arabische opstanden die eind 2010 begonnen, waren immers de zeer hoge grondstoffen, energie- en voedselprijzen die in belangrijke mate het gevolg waren van de sterk toegenomen vraag uit China.
“Helaas voor Poetin lijken de voorwaarden voor de productie van waterstofgas ongunstig”
Naar verwachting zullen, mede door de energietransitie, de prijzen relatief laag blijven. Dat zal voor de energie-exporterende landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten de grootste problemen opleveren. Maar als deze landen kunnen overschakelen op de export van bijvoorbeeld waterstofgas, dan zouden ze hun verlies in winst kunnen omzetten. De keerzijde is dat wij dan nog steeds afhankelijk zijn van landen met een dubieuze reputatie. De grote verliezer is vermoedelijk Rusland. Helaas voor Poetin lijken de voorwaarden voor de productie van waterstofgas ongunstig.
Hoe dan ook, het is zeker dat we de ene afhankelijkheid inruilen voor de andere en dat energie en de geopolitiek ook in een groene wereld onverbrekelijk met elkaar verbonden blijven.