Zoeken

Extinction Rebellion stelt overbodige eis

Auteur

Sible Schöne

In zijn bijdrage van 2 juni jongstleden plaatst Jan-Paul van Soest een aantal kanttekeningen bij de centrale eis van Extinction Rebellion ‘stop de fossiele subsidies’. Sible Schöne wil daar graag bij aansluiten. “Ik denk dat er veel interessantere eisen zijn, die ook beter aansluiten bij de acties van Extinction Rebellion.”

Ik kijk met groeiende bewondering naar de acties van Extinction Rebellion. Ik was zelf in de periode 1977 – 1982 intensief betrokken bij het verzet tegen kernenergie. Na de grote demonstraties in Kalkar (1977) en Almelo (1978) ontstond ook daar de behoefte aan meer radicale vormen van verzet. Enerzijds ontstond de groep Breek Atoomketen Nederland, die zich via geheime acties met een kleine groep vastketende aan de hekken van kerncentrales en nadrukkelijk koos voor geweldloosheid, anderzijds was daar de Dodewaard Gaat Dicht beweging, die nadrukkelijk koos voor openbaarheid en grootschalige mobilisatie. De eerste actie in 1980 verliep geweldloos, tijdens de voorbereidingen van de tweede blokkade slaagden we er niet in het weer eens te worden over dit uitgangspunt en ontaardde het geheel in een enorme puinhoop. Met als belangrijkste gevolg dat de georganiseerde groepen geen zin meer hadden om een feestje voor relschoppers te organiseren en het verzet doodbloedde. Het feit dat Extinction Rebellion erin slaagt om geweldloos verzet te combineren met grootschalige mobilisatie vind ik buitengewoon indrukwekkend en zie ik ook als de belangrijkste reden voor het succes van deze beweging.

“Ruim eenderde van de ‘fossiele’ subsidies zijn het gevolg van het feit dat er geen belasting zit op vliegreizen en internationale scheepvaart”

Maar dan de eis ‘stop de fossiele subsidies’. Ruim eenderde van deze subsidies zijn het gevolg van het feit dat er geen belasting zit op vliegreizen en internationale scheepvaart. Inhoudelijk een prima punt natuurlijk. Alleen is minister Jetten het hier volledig mee eens. De Nederlandse overheid en de EU proberen al jaren dit probleem aan te pakken, maar dat schiet internationaal niet op.

Tweede belangrijke onderdeel zijn de gratis CO2-emissierechten voor bedrijven onder het EU ETS systeem. In de afgelopen decennia was dit inderdaad een belangrijk punt van kritiek. Er waren zelfs voorbeelden van bedrijven die emissierechten kregen voor meer dan 100% van hun uitstoot, redelijk bizar. Maar inmiddels is in het kader van het Fit for 55-programma afgesproken dat deze gratis emissierechten richting 2030 stapsgewijs worden afgebouwd tot maximaal 50% van de uitstoot en dat de uitstoot van fossiele sectoren uiterlijk in 2040 naar nul gaat.

Het derde grote onderdeel van de ‘fossiele subsidies’ is dat de regulerende energiebelasting over de eerste 10.000 kWh en de eerste 5.000 kuub gas veel hoger is dan daarboven. In vind dit het meest intrigerende punt, mede omdat ik zelf vanuit Milieudefensie (!) nauw betrokken was bij de lobby voor deze belasting. Het idee achter de regulerende energiebelasting ontstond eind jaren ’80: belasting op vervuiling in plaats van belasting op arbeid. Ik was in die tijd vanuit Milieudefensie voorzitter van een werkgroep met Stichting Natuur & Milieu, FNV, Consumentenbond en de Arme Kant van Nederland met als doel een praktisch voorstel te maken voor de sociaal verantwoorde invoering van een dergelijke forse belastingverschuiving. Belangrijke punten in het voorstel waren een stapsgewijze invoering, extra compensatie voor bejaarden (AOW) en gezinnen met kinderen (kinderbijslag), omdat in die fases huishoudens meer gebruiken, en benutting van een deel van de opbrengsten voor isolatiesubsidies, zodat mensen wat aan hun verbruik konden doen. Bij de invoering van de regulerende energiebelasting door Paars 1 in 1994 zijn al deze punten meegenomen. Met andere woorden, de regulerende energiebelasting betekende indertijd niet dat huishoudens meer belasting gingen betalen dan de grote industrie, het betekende alleen dat huishoudens op een andere manier belasting gingen betalen.

“Het is nodig dat vervuiling door grote bedrijven veel zwaarder wordt belast, maar dat is precies wat het EU ETS doet”

Deze maatregel is zeer succesvol gebleken en is een belangrijke reden geweest (naast normstelling voor nieuwbouw) dat het aardgasverbruik in woningen is gedaald van meer dan 2.000 m3 rond 1990 naar ongeveer 1.100 m3 nu. Maar goed, je zou kunnen zeggen, dat was de realiteit van 30 jaar geleden. Het zijn nu andere tijden. Het is nu wel nodig dat vervuiling door grote bedrijven veel zwaarder wordt belast. Terecht natuurlijk. Maar dat is precies wat het EU ETS doet, met als afgesproken resultaat nul CO2-uitstoot in 2040. De eis ‘stop fossiele subsidies’, die volgens de opstellers kan leiden tot 7% extra CO2-reductie, voegt hier in mijn ogen niets aan toe.

De eis leidt niet alleen niet tot extra CO2-reductie in Nederland, ze sluit interessant genoeg ook niet aan bij de gekozen actie van Extinction Rebellion. Bij een dergelijke eis zou je verwachten dat bijvoorbeeld het hoofdkantoor van Shell wordt geblokkeerd. De actie is echter niet gericht op de fossiele industrie, maar op het afsluiten van de snelweg naar het politieke centrum van Nederland. Het lijkt mij veel logischer om bij een dergelijke actie een politiek eisenpakket op te stellen gericht op de verduurzaming van onze mobiliteit: geen nieuwe snelwegen, Schiphol kleiner, autovrije wijken, deelauto’s etcetera. En wat mij betreft breder op een politieke strategie gericht op verandering van onze consumptiepatronen. Naast mobiliteit gaat het daarbij met name om voeding. Een dergelijk eisenpakket zou een stuk vernieuwender en spannender zijn dan de huidige eis en de belangrijkste leemte vullen in de huidige aanpak van het klimaatprobleem.

Sible Schöne

Sible Schöne is Adviseur van HIER.