Hans van Cleef: “Alle partijen moeten water bij de
wijn doen”
Deze keer wordt het nog spannender. Ditmaal gaan de afspraken verder dan ooit. Nu gaat iedereen, maar dan ook iedereen, het beleven. Immers, de komende jaren zal de energietransitie ons leven veranderen, zullen we drastische aanpassingen zien in de gebouwde omgeving, en zullen we het allemaal gaan voelen in de portemonnee. En dat is maar goed ook. De noodzaak van verandering dringt steeds verder door, maar nog lang niet iedereen is aan boord. Klimaatverandering is nog niet van iedereen. Het wordt gevoeld een thema dat zich vooral in de toekomst en in andere werelddelen afspeelt. Bij steeds meer mensen in het rijke Westen begint echter het besef te komen dat we wel degelijk nog iets kunnen veranderen. Dat wij het ons kunnen veroorloven om na te denken over - en te werken aan - vergaande oplossingen voor een probleem dat steeds urgenter begint te worden. Zelfs als je nog niet helemaal overtuigd bent, dan nog is het verstandig om aan te haken. Omdat het economische kansen biedt, maar vooral ook omdat het risico van niet handelen simpelweg te groot is.
““Polarisatie is het laatste wat je kunt gebruiken””
Het Regeerakkoord liet al
een flinke ambitie zien ten aanzien van de klimaatdoelstellingen. Volgens
doorrekeningen van het Planbureau van de Leefomgeving is het Regeerakkoord goed
voor 49% van de te halen doelstellingen. Nu rest dus de taak aan de partijen
die mee mogen praten over het Energieakkoord 2.0 om de andere 51% in te vullen.
Het startschot werd op 4 december gegeven in Den Haag. Dit bleek een
voorzichtige uiteenzetting van de procedure te zijn. Maar de hoofdrolspelers in
het debat slepen de messen en gaven al voorzichtig hun ambities, eisen en
wensenlijstjes door.
Om tot een succesvol Energieakkoord 2.0 te komen is draagvlak, ambitie en
saamhorigheid nodig. Polarisatie is dan het laatste wat
je kunt gebruiken. En dat is precies wat de laatste tijd steeds meer gebeurt.
Een voorbeeld hiervan is de discussie rondom Carbon Capture and Storage (CCS). De reacties vanuit de industrie
op de kabinetsplannen om 18 megaton CCS bij hen neer te leggen, en dat te
gebruiken om de CO2-uitstoot te verminderen, waren niet mals. Het
aandeel voor de industrie zou onevenredig groot zijn, de doelstellingen
onrealistisch en de kosten te hoog om concurrerend te blijven. Maar ook de
NGO's waren tegen CCS. Natuur en Milieu startte zelfs een petitie. Nu blijkt dat
men niet tegen CCS als technologische (tijdelijke) oplossing is, maar vooral
tegen de financiering hiervan uit het potje ten behoeve van duurzame energie.
Oplossingen werden niet gegeven, maar zoals de directeur van Natuur en Milieu
zei: ‘Soms moet je gewoon ergens tegen zijn om een signaal af te geven'. Op
deze manier schieten NGO's wellicht hun doel voorbij en frustreren zij mogelijk
het proces eerder dan dat ze bijdragen aan de oplossing.
Dat het meedenken en het bieden van alternatieven kan bijdragen aan verandering
blijkt uit het initiatief van Follow This. Deze beweging heeft als doel de energietransitie
te versnellen door Shell duurzaam te maken. Door het kopen van Royal Dutch
Shell aandelen wil men als aandeelhouder ervoor zorgen dat Shell het voortouw
neemt bij het veranderen, en dus verduurzamen, van de mondiale
energievoorziening. Bij de presentatie van de laatste kwartaalcijfers heeft
Shell haar groene ambitie getoond door meer in te gaan zetten op het verlagen
van haar eigen CO2-footprint,
en die van haar klanten. De niet te beantwoorden vraag hierbij is hoe groot de
rol van Follow This bij deze
besluitvorming is geweest. Ik zou er nu voor kunnen pleiten dat - in het kader
van goed voorbeeld doet goed volgen - alle partijen uit de (traditionele)
energiesector lid zouden moeten worden van de bekende NGO's. Onder het motto
‘Follow That' zouden groene ambities breder kunnen worden gesteund, en tevens ambitieuze
alternatieven worden aangedragen om de sector en NGO's zo meer naar elkaar toe
te laten bewegen. Hoewel het een grappig idee lijkt, gaat dat wat te ver.
Dat CCS een van de oplossingen is om CO2-uitstoot tijdelijk terug te
dringen en daarmee tijd te winnen om tot structurele oplossingen te komen, is
onvermijdelijk. Diederik Samson zei onlangs op het Energiepodium Debat dat het
niet uit moet maken uit welk potje er wordt betaald. Oftewel, als CCS niet uit
het SDE-potje komt, dan moet het geld op een andere manier worden opgebracht.
De kosten hiervoor komen evengoed uiteindelijk bij het bedrijfsleven en de
consument te liggen.
Het is duidelijk dat de volgende fase van de energietransitie een enorme opgave
is. Maar dat was de 40% kostendaling in offshore wind bij het Energieakkoord
1.0 ook. Hoewel onmogelijk geacht, werd dit doel al in twee jaar tijd
gerealiseerd: waar ambitie al niet toe kan leiden. Om Nederlands goed te kunnen
‘polderen', en tot een nieuw ambitieus energieakkoord te komen, is het nodig
dat alle partijen water bij de wijn doen. Dat betekent dat de hele
energiesector, industrie, NGO's, en aanverwante bedrijven - zoals ABN AMRO
vanuit de financiële sector -, verder moeten kijken dan hun eigen
korte-termijnagenda. Het houdt ook in dat er duidelijke - en eerlijke -
communicatie nodig is over de doelen, oplossingen en gevolgen van deze
oplossingen. Niet alleen naar elkaar, maar ook naar de rest van de
maatschappij. Met één geluid uit de mond van alle deelnemers aan het nieuwe
Energieakkoord. Zelfs als de boodschap niet altijd even prettig is richting
eigen achterban. Alleen dan kan betrokkenheid verder toenemen en krijgen we (nog)
meer draagvlak. Zo kan het vervolgdeel in deze Energietransitie-serie andermaal
een kaskraker worden.
Hans van Cleef is senior
energie-econoom bij ABN AMRO Bank, @ABNAMROeconomen. Op Twitter is hij actief onder @hansvancleef