Alle partijen, op PVV na, willen zich aan de doelen van het Parijs Akkoord houden: en dat is dikke winst.
De EU is een eind op weg het EU-Emissiehandelssysteem weer beter te laten functioneren. Dat doet men door het door de crisis opgebouwd overschot aan emissierechten weg te werken. En de Marktreserve zorgt er voor dat er na 2020 geen nieuw overschot meer wordt opgebouwd. Daarmee haalt de EU de huidige verplichting voor 40% reductie in 2030. Om de 2 graden en wellicht 1,5 gradendoelstelling te halen moet dat doel natuurlijk nog worden aangescherpt, naar minstens -50% in 2030 en naar negatieve emissies in 2050: zeg -120%. Over de noodzakelijke aanscherping van CO2-doelen gaat binnen een paar jaar internationaal onderhandeld worden, zodat er een Parijs Akkoord 2.0 komt. Dat moet je niet als Nederland of EU alleen doen, omdat dan de rest niet mee gaat. En er is nog tijd om de doelen voor 2030 en 2050 aan te scherpen.
Het klimaatprobleem kan alleen mondiaal worden aangepakt. Want hoeveel geld je ook in Nederland besteedt aan meer duurzame energie en elektrisch rijden en kom je tot 0 emissies in Nederland, de emissies komen via import van stroom en producten ons land weer in. Voor het vergaren van stemmen gaan partijen zo ver dat ze honderden euro per ton in Nederland willen uitgeven; ze vertellen er niet bij dat het niet effectief is en goedkoper kan. Gelukkig laat het Centraal Planburo deze CO2-lekkage in de verkiezingsprogramma's zien. De oproep van de borgingscommissaris van het Energieakkoord, voormalig minister Nijpels, doet het debat ook geen goed: hij kijkt niet verder dan nationaal energiebeleid en geeft ook toe geen idee te hebben wat het effect op het klimaat is.
““Partijen vertellen niet dat hun plannen voor CO2-reductie niet effectief zijn en goedkoper kunnen””
Het CPB en Planburo voor de Leefomgeving kunnen natuurlijk alleen maar reageren op de verkiezingsprogramma's. Maar als je de planburo's vraagt om wat wel effectief en betaalbaar klimaatbeleid is, dan zullen ze bijvoorbeeld tropische bosbescherming, biomassa en andere internationale CO2-credits naar voren schuiven. Voor 2030 is afgesproken dat we 40% binnen de EU reduceren; milieucommissaris Canete heeft meermaals gezegd dat als de EU verder gaat, dat dat via internationale CO2-credits gaat. En Nederlandse bedrijven kunnen hun internationale supply chains vergroenen: dat telt dan mee als reductie. Unilever en Akzo zijn daar al mee bezig. Zoals afgesproken in het Parijs Akkoord hebben tientallen landen in Zuid-Amerika. Azië en Afrika aangegeven dat zij graag bij willen dragen aan betaalbare CO2-reductie. Daar hebben we de mondiale CO2-markt voor. Ecofys heeft voor de Wereldbank berekend dat als we een deel van de verdergaande CO2-reducie mondiaal doen de kosten voor 2030 32% en voor 2050 54% goedkoper zijn. Dat is nog eens een mooie belofte voor haalbaar EN betaalbaar klimaatbeleid!
Jos Cozijnsen is zelfstandig adviseur emissierechten. Meer informatie over hem vindt u op www.emissierechten.nl. Op Twitter is hij actief onder @timbales.