"We kunnen van kern en kolen naar gas en molen"
Hans Altevogt is Campagneleider energietransitie bij Greenpeace
Achter debatten gaan bij voorkeur feiten en cijfers schuil. Maar in tijden van ‘fact free politics' domineren vooral de meningen. Sommige daarvan vervuilen het energiedebat. Zo bespelen voorstanders van meer kolen- en kerncentrales veelvuldig het anti-gassentiment. Met een beroep op de eindigheid van Slochteren, wordt Nederland, volgens hen, steeds afhankelijker van Russische import. Het doembeeld van een machtsbeluste Poetin aan de geopolitieke gaskraan moet vervolgens het pleit ten gunste van kern en kolen helpen beslechten.
Dat is een mening en dat mag. Statistieken geven echter geen meningen, maar onthullen de nuchtere feiten.
Zo vinden we in het rapport Energie in Nederland 2011 de Gasbalans voor 2010 [1]. Daaruit blijkt dat we in Nederland bijna 110 miljard m3 aardgas winnen en importeren. De helft daarvan exporteren we weer. Het aandeel dat voor de productie van elektriciteit in gascentrales wordt verstookt, is slechts een krappe 10%. Met die 10% produceren we 2/3e van de binnenlandse vraag naar elektriciteit.
Dus wie beweert dat meer kolen- en kerncentrales in Nederland nodig zijn, omdat we anders te afhankelijk worden van Russische import, zaait vooral angst en miskent de cijfers.
Toch figureert dit anti-gassentiment als een hardnekkig en vrijwel onweersproken ‘frame' in de energiediscussie over kolen- en kerncentrales.
Maar ook de markt ontkracht het anti-gassentiment. Stroomproducenten bouwen en plannen momenteel een giga-vermogen aan gascentrales in Nederland. Dat doen ze natuurlijk alleen als ze vertrouwen hebben in een (prijs-)stabiele, langdurige en ongestoorde aanvoer van gas. Hoe dan ook: er is voldoende gas beschikbaar voor de onvermijdelijke energietransitie richting 100% duurzaam in 2050.
Zeer binnenkort komt TenneT met haar nieuwe Kwaliteits- en Capaciteitsplan 2012-2018. En ook daaruit blijkt naar verwachting dat Nederland dankzij al dat nieuwe gasvermogen binnenkort stroomexporteur wordt. Voeg aan die gascentrales de groei van het door de EU verplichte aandeel hernieuwbare elektriciteit in 2020 toe en alle bestaande en geplande kern- en kolencentrales kunnen met onmiddellijke ingang dicht. En zelfs dan houdt Nederland nog steeds gasgestookt stroomvermogen over voor handel en export.
Wie echt een grotere importafhankelijkheid vreest, investeert radicaal in meer efficiency, bijvoorbeeld warmtekrachtvermogen, en in hernieuwbare bronnen. Wat je bespaart hoef je immers ook niet te produceren en zon en wind zijn gratis en voor iedereen beschikbaar tot in de eeuwigheid. Daarin kan geen geopolitieke intrigant interveniëren.
Wat bij investeringskeuzes vooral ontbreekt is de (financiële) waardering van de extra voorzieningszekerheid en grotere im
portONafhankelijkheid, die het besparen van energie en het benutten van vrije stromingsbronnen, zoals wind en zon, genereren. Dat is niet alleen mijn mening, maar bovenal... een ontnuchterend feit!
[1] ‘Energie in Nederland 2011, een jaarlijkse uitgave van brancheorganisaties Energie-Nederland en Netbeheer Nederland, Arnhem, augustus 2011. Zie http://www.energie-nederland.nl/wp-content/uploads/2011/08/Energie-in-Nederland-2011.pdf , blz. 10.
Volg ons op Twitter: @energiepodium