-Hoe is de conferentie gegaan?
Adib: “Het ging heel goed. De premier van Spanje opende de conferentie. Renewables zijn hier een belangrijk onderwerp in de samenleving en ook bij de overheid, dus dat de Spaanse president de conferentie opende was belangrijk. Er waren ook veel mensen van de Europese Commissie, en dat laat zien dat er leiderschap is, niet alleen in Spanje als een van de leidende landen op het gebied van hernieuwbare energie, maar ook in de EU. En dat ze renewables zien in het hart van de economie en de samenleving.
Het gaat niet alleen om de overheid, maar natuurlijk ook om de industrieën, nieuwe economische mogelijkheden en de betrokkenheid van mensen. Hoe zorg je ervoor dat mensen aan boord zijn? Dat was ook onze bedoeling. We wilden graag dat de renewables-discussie vandaag de dag niet alleen maar een expert- en energiediscussie zou worden. Het gaat om het hart van het publieke debat.”
-Waar merkt u dat aan?
“Data laat zien dat dit het geval is. Nog steeds is 80% van onze energieconsumptie van fossiele brandstoffen, industrie, bouwen en transport. Het duurzaam verwarmen en koelen van huizen en gebouwen is nog maar 11% van de markt en in transport nog maar 4%. We moeten dus renewables naar deze sectoren brengen. Maar de realiteit is dat de heftige gebeurtenissen van de laatste jaren, zoals de inval in Oekraïne en de energiecrisis renewables echt op de agenda hebben gezet. Dat wordt alleen maar meer. Alle spelers hier refereren aan de noodzaak om onafhankelijker te worden van gas, om banen te creëren in renewables et cetera.”
“Veel overheden hebben ervoor gekozen om als antwoord op de korte termijn juist de fossiele industrie te subsidiëren”
-Juist grote fossiele bedrijven zoals Shell en Exxon hebben enorme winsten gemaakt, onder andere door de energiecrisis en de inval in Oekraïne. Zijn zij aanwezig op de conferentie?
“Ze waren uitgenodigd, maar ze zijn er niet. Onze president zei op de opening dat de gebeurtenissen van het afgelopen jaar ook mogelijkheden biedt. Dat we die zien en moeten grijpen. Maar er zijn ook uitdagingen. Veel overheden hebben ervoor gekozen om als een antwoord op de korte termijn juist de fossiele industrie te subsidiëren. Dit heeft niet alleen de winst van olie- en gasbedrijven omhoog geschroefd, 200 miljard voor de vijf grootste. Maar het heeft ook de productie van fossiele brandstoffen voor de export enorm vergroot. Tegelijkertijd leven er veel mensen in energiearmoede en zijn 135 landen in meer of mindere mate afhankelijk zijn van de import van fossiele industrie. Met name de ontwikkelende, opkomende economieën zijn enorm geraakt, want door de stijging van de prijzen moeten ze meer van hun publieke middelen inzetten om voldoende gas en olie te krijgen. Dat is een belangrijk aandachtspunt. Als renewable community moeten we ervoor zorgen dat renewables voor de hand liggen bij de kortetermijnantwoorden van overheden om die transitie mogelijk te maken.”
-De noodzaak om te stoppen met fossiele industrie lijkt nog nooit zo hoog geweest en tegelijkertijd floreren de winsten als nooit tevoren.
“Het is het economische, kapitalistische model waarin wij opereren. Zo lang je als overheden en bedrijven geen prijs rekent voor de maatschappelijke en milieukosten van fossiele brandstof, heb je een probleem. In 2020 spendeerden we 11 miljoen dollar per minuut aan fossiele brandstoffen, 4 of 7% van het bruto binnenlands product en in 2022 heeft dat bedrag zich verdubbeld. Dit zijn politieke keuzes. We moeten de waarde van renewables gaan zien en de kosten van fossiele brandstoffen opnemen in economische modellen en prijzen.”
“Heel belangrijk is om de industrie en de markten opnieuw te regionaliseren”
-Zijn dit soort oplossingen op de conferentie besproken?
“Ja, er klinkt hier steeds luider de roep om bijvoorbeeld de structuur van de WTO te veranderen, maar ook om meer publieke inmengingen van overheden. Met renewable energie veranderen we bovendien niet alleen het energiesysteem, maar het hangt ook samen met nieuwe economische modellen.
We hebben veel goede voorbeelden zien langskomen, we zien ook veel ambitie. Om de doelstellingen van 2030 te halen, moet de productie van renewables echter fors omhoog. Dat wordt erkend en het is ook deel van de visie. Iedereen werkt samen om dit voor elkaar te krijgen. We hebben goede oplossingen en goede voorbeelden, nu de politieke wil en het maatschappelijk middenveld dat overheden aan haar afspraken houdt.”
-Moeten afspraken over belasten van grote fossiele bedrijven en het niet langer subsidiëren op EU-niveau worden gemaakt?
“Dat zal niet voldoende zijn. Je ziet veel protectionisme, ook vanuit de VS. Het is heel belangrijk om de capaciteit op te bouwen van verschillende bedrijven om bijvoorbeeld nog meer zonnepanelen te produceren. Ook heel belangrijk is om de industrie en de markten opnieuw te regionaliseren. Er moeten afspraken komen die verder gaan dan de EU, en tegelijkertijd ook afspraken rond emerging economies. De Afrikaanse landen zijn bijvoorbeeld deel van de oplossing.
Dit jaar is deze conferentie in Spanje en volgend jaar is die in Australië, We werken heel hard aan een nieuwe campagne. Reroot the world, heet die. We willen laten zien dat een renewable based society er anders uitziet. Het gaat om een schone en gezonde leefomgeving, om energiezekerheid, maar wat ook heel interessant is: het gedecentraliseerde karakter van renewables geeft iedereen de mogelijkheid om zijn eigen energie te produceren. Burgers, bedrijven, steden. Dit is een andere energiedemocratie en geeft de mogelijkheid om economische macht te herverdelen. Ik denk dat dit een heel sterk argument is ook in reactie op het nu gecentraliseerd voordeel van fossiele bedrijven en landen. Dat argument mag veel meer over het voetlicht komen.”
Tekst: Janneke Juffermans