PvdA-Kamerlid Jan Vos kijkt terug op vier jaar energie
in de Tweede Kamer
Vos had de afgelopen periode een machtige positie in de Tweede Kamer. Op energiegebied is er een groen blok van PvdA, SP, CDA, GroenLinks, D66 en ChristenUnie, dat ook zonder de VVD een meerderheid heeft. Vos maakte daar dankbaar gebruik van en nam regelmatig moties aan tegen de wil van de minister: over biomassa en elektrisch rijden bijvoorbeeld.
Hoe is het om zo te kunnen werken?
"Er is een groene meerderheid en die hebben we ook vaak kunnen verzilveren. Je moet wel respect houden voor je coalitiepartner. Dat is wikken en wegen. Ik heb ook debatten gehad waarin ik, bijvoorbeeld rondom Groningen, wel het kabinetsstandpunt verdedigde en daardoor politiek totaal kopje onder werd getrokken door de oppositie. Van kiezers kreeg ik vervolgens het verwijt: waarom gebruik je je meerderheid niet? Dat was niet een heel dankbare taak."
U hebt regelmatig de randen van de coalitieverhoudingen opgezocht. Dat moet tot spanningen hebben geleid.
"Ik zou een heel slechte politicus zijn als ik niet tot het uiterste had geprobeerd om de doelstellingen te realiseren die mijn partij voor ogen had. Dat is je taak. Je moet de zaak niet over het randje van de afgrond duwen, maar aan dat randje bloeien wel de mooiste bloemen. Daar ben ik bewust naar op zoek gegaan."
““Als ik binnen de PvdA zei: jongens, we moeten de gaswinning omlaag brengen, want dat is de oorzaak van de problemen, dan sloeg men daar in eerste instantie niet op aan””Kunt u daar een voorbeeld van geven?
"Rond het debat over de verlaging van de gaswinning heb ik mijn vrouw een sms'je gestuurd dat ik niet wist of we de volgende dag op vakantie konden gaan, omdat het wel heel spannend werd. Daarbij moesten we Henk Kamp iedere keer onder water duwen om er weer een paar BCM (miljard kubieke meter gas, redactie) af te praten."
Om iedere kuub is door alle fracties keihard gevochten.
"Ja, en uiteindelijk hebben we de winning in 4,5 jaar tijd ongeveer door tweeën geknipt. Ik denk dat dat succesvol is geweest, want je ziet dat het aantal bevingen sterk is gereduceerd. Maar het kostte heel veel tijd om dat voor elkaar te krijgen. Ik heb ook in mijn eigen partij mensen moeten overtuigen. Max van den Berg en William Moorlag (op dat moment Commissaris van de Koning en gedeputeerde in Groningen, beiden PvdA) vroegen om geld, niet om een verlaging van de winning. Als ik dan intern zei: jongens, we moeten de gaswining omlaag brengen, want dat is de oorzaak van de problemen, dan sloeg men daar in eerste instantie niet op aan. Ook binnen de PvdA keken we naar de staatskas. Dat moest ik vervolgens voor de camera gaan vertellen. Pas toen het rapport van het Staatstoezicht op de Mijnen uitkwam, hebben we de winning samen met de VVD verlaagd, naar 30 of 33 BCM. Daarop kwam de oppositie met een lager getal: het moet naar 28. In Groningen werd men vervolgens boos omdat we niet het laagste getal van de oppositie namen. Dat heeft de PvdA schade berokkend, daar is een deel van het vertrouwen geërodeerd."
““Op dat moment heb ik overwogen of ik nog met deze minister verder wilde””Hoe is uw relatie met minister Kamp? In de Kamer gaat het hard tegen hard.
"De persoonlijke relatie is heel goed. Henk Kamp staat op eenzame hoogte in Den Haag, hij is een van de beste ministers en politici die we hebben. Hij is heel toegankelijk, altijd zakelijk en betrouwbaar. Het is een voorrecht om met hem te mogen samenwerken. Ik zeg er wel bij: op het Groningendossier heeft hij te laat gehandeld. Na de beving in Huizinge in 2012 had de Kamer allang tegen hem gezegd dat de winning omlaag moest, en vervolgens bleek dat de winning van 42,5 naar 54 BCM was gegaan in 2013. Dat was geen goede zaak. Voor het dossier biomassabijstook in kolencentrales geldt dat ook. Er is geen Nederlander die wil dat we voor 2,5 à 3 miljard euro aan houtsnippers verbranden. Het is faliekante onzin, maar hij stuurt er niet op bij. Het voordeel aan Kamp is: als hij zegt ‘we gaan ergens naartoe', dan gaan we er ook naar toe. Het nadeel is dat hij soms wel erg rücksichtslos blijft doorrijden, ook als de hele wereld onderweg veranderd is."
Terug naar dat moment dat bekend werd dat die winning toch 54 BCM was. Hoe boos was u toen?
"Op dat moment heb ik overwogen of ik nog met deze minister verder wilde. Ik heb besloten om hem te steunen, maar dat vond ik buitengewoon moeilijk. Ik heb dat gedaan omdat Kamp een integere minister is, die met de beste wil van de wereld zijn besluiten heeft genomen."
Wat vindt u dat de gassector anders had moeten doen rond de bevingen?
"Iedereen die iets met dat dossier te maken had, ook de politici, had sinds de jaren '90 kunnen weten dat de bevingen in kracht en frequentie toenemen. Voor mij, als nieuwkomer, was het makkelijk: Het Staatstoezicht op de Mijnen (SODM) gaf na de beving in Huizinge in 2012 het advies af om de winning zo snel als redelijkerwijs mogelijk is omlaag te brengen. Dan is duidelijk wat je als Kamerlid te doen staat. Ik had op een gegeven moment meters rapporten op mijn tafel liggen. Die waren heel ingewikkeld, maar de politieke beoordeling daarvan is dat niet. Als je meer gas wint, zijn er meer bevingen; verlaag je de winning, wordt het minder. Het is geen hogere wiskunde."
Wat is uw perceptie van het huidige veiligheidsrisico in Groningen?
"SODM is toezichthouder, die heeft de opdracht te zorgen om dat het gas op een veilige en maatschappelijk verantwoorde manier gewonnen wordt. Ik ben altijd afgegaan op het oordeel van de Inspecteur-Generaal. Als hij zegt dat het bij de huidige hoeveelheid maatschappelijk acceptabel is om gas te winnen, vind ik dat ook. Ik ben natuurlijk heel blij dat de bevingen minder zijn geworden, en dat mensen veiliger kunnen wonen dan ze daarvoor konden."
Misschien is het cru, maar in hoeverre maakt u zich zorgen om het risico van doden en gewonden?
"Ik heb wakker gelegen van de besluiten die we moesten nemen. Dat heb ik ook uitgesproken naar minister Kamp, dat er gewonden kunnen vallen of in een extreem geval mensen kunnen omkomen. Hij zei: je bent gekozen als volksvertegenwoordiger, dit is een onderdeel van die verantwoordelijkheid. Daar had hij gelijk in. Ik weet: Kamp is zelf minister van Defensie geweest. Hij heeft nog wel grotere vraagstukken op zijn bord gehad."
Bent u bedreigd door mensen vanwege de discussie over de bevingen in Groningen?
"Dat is inderdaad wel eens gebeurd. Het is geen leuk onderdeel van de baan, maar politiek is niet voor bange mensen."
U hebt gezegd: "fossiele energie is iets van het verleden". Geldt dat ook voor gas?
"Die uitspraak heb ik gedaan naar aanleiding van de investeringen van pensioenfondsen in fossiel. Dat gaf veel discussie, maar nog geen jaar later kwam de Nederlandse Bank met een rapport dat met diezelfde zin begon, en kondigden pensioenfondsen aan hun portefeuille te decarboniseren. Die omslag in het publieke denken is heel snel gegaan.
Gas is meer een transitiebrandstof. Dat woord is natuurlijk een frame van de gasindustrie, maar ik vind het legitiem omdat gas voor dezelfde hoeveelheid energie de helft van de CO2-uitstoot van kolen veroorzaakt. We hebben een hoge energetische waarde nodig voor sommige industriële processen. Ik zie daar niet heel snel een andere oplossing voor."
Tegelijkertijd staat in de Energieagenda dat we in de woonwijken van het gas af moeten. Ziet u een geloofwaardige exitstrategie voor gas uit huizen?
"Ik heb me nooit uitgesproken over zo'n strategie, anders dat we in 2050 van alle fossiele brandstoffen af moeten zijn. Bij woningen kun je met decentrale oplossingen de woningvoorraad verder verduurzamen. Vanaf 2020 wordt dat met de bouwvoorschriften een vanzelfsprekendheid. Wamtenetten zie ik deels als een excuus van de kolenpartijen in het energiedebat om hun centrales open te houden. Ik geloof meer in decentrale oplossingen."
Het amendement van André Bosman (VVD) om gemeenten niet langer te verplichten een gasnetten aan te leggen is ook een stap in die richting.
"Dat was flauwekul. Er lag natuurlijk allang een motie van Liesbeth van Tongeren (GroenLinks) en mij daartoe. Ik denk dat Kamp Bosman hem heeft gebeld en heeft gezegd: jongen, dien die even in."
““We zijn een soort van oliestaatje, maar dan met gas””Als we daadwerkelijk 7 miljoen huishoudens van het gas willen afhalen komt het tempo dat we nu hebben niet in de buurt van wat nodig is.
"Ik zou geen prioriteit geven aan het van het gasnet halen van bestaande woningen. Ik denk dat je nieuwbouw niet op het gasnet moet aansluiten, en je bij het vervangen van de infrastructuur in oudere wijken de omslag kan maken. Dat kan een geleidelijk transitieproces zijn."
U hebt minister Kamp een "minister van fossiele, niet van economische zaken" genoemd. Is dat terecht? Hij heeft toch enorm veel bereikt in de overgang naar meer duurzame energie?
"Met die uitspraak reageerde ik op de Energieagenda. Die vind ik niet visionair genoeg, het is echt een stap terug. Kamp heeft inderdaad heel veel bereikt voor de energietransitie. Maar hij volgt het Regeerakkoord, op energiegebied de dingen die Diederik Samsom daarin heeft opgeschreven. Ik vind het prima dat hij de PvdA-agenda loyaal uitvoert en daar de credits voor krijgt. Dat is ook wel grappig om te zien. De Energieaganda is juist meer een liberaal VVD-programma dan een groene visie voor de toekomst. Dan schiet hij terug in zijn oude jasje.
Vergeet niet dat de VVD klimaatontkenner was aan het begin van deze Kabinetsperiode. Maar Kamp stond op, legde omstandig uit dat hij het klimaatprobleem bestudeerd had, dat het echt was, en dat hij er wat aan ging doen. Die man is van heel ver gekomen. Voor het departement, Economische Zaken, geldt dat ook. Dat was heel sterk gericht op fossiele grondstoffen. We hebben Shell in Nederland en natuurlijk ons eigen aardgas. We zijn een soort van oliestaatje, maar dan met gas. EZ ontleedt voor een groot deel zijn bestaansrecht daaraan. Daar heeft een enorme verandering plaatsgevonden in het denken de afgelopen 4,5 jaar. Ook daar moet je Henk Kamp een compliment maken. Hij heeft dat hele apparaat meegekregen."
Uw motie die de regering vraagt om ernaar te streven per 2025 alleen elektrische auto's te verkopen is aangenomen. Wanneer kiest u ervoor om afscheid te nemen van een techniek, of een verbod in te stellen?
"Als het in het algemeen belang is, moet je voor een verbod durven kiezen. Bloomberg zegt dat de kostprijs van een elektrische auto's per 2022 onder die van een fossiele auto ligt. Dan is er geen enkele reden meer om benzine of diesel nog toe te staan. Ik vind de VVD daar dan heel merkwaardig mee omgaan. Toen Nijpels en Winsemius minister waren, was er een heel sterk bewustzijn van het belang van vergroening. Politici zijn hun zelfbewustzijn kwijtgeraakt. Als je iets doet wat weerstand oproept, krijg je het enorm over je heen. Ook binnen mijn eigen fractie heb ik dat meegemaakt. In de energievisie van de PvdA heb ik opgeschreven dat de auto met uitlaat de sigaret van de toekomst is. Heel veel collega's zijn toen naar me toegekomen. Die riepen dan: ‘Jan, zo kun je dat niet zeggen.' Dan beginnen ze bijvoorbeeld over Europese programma's voor uitfasering, maar er is geen burger die dat begrijpt. Je moet het polariseren, het zichtbaar maken in het publieke debat."
Ziet de kiezers de ernst van de klimaatproblematiek in?
"Nee. Dat is fascinerend. De mensheid bestaat miljoenen jaren, en 200 jaar geleden hebben we met chemie en natuurkunde prosessen geëntameerd die we voorheen niet kenden. Neem plastic. Een fantastisch product, maar we hebben nooit bedacht dat het zich als een vulkaan over de aarde zou verspreiden, dat in iedere vis die we nu eten microplastics zitten. Het is gewoon afschuwelijk wat we hebben gedaan."
U zegt: verbied plastic.
"Ik had gelezen dat je in Rwanda geen plastic tasjes mag gebruiken. Daarna heb ik een motie ingediend om in Nederland hetzelfde te doen. Stientje van Veldhoven (D66) kwam daarop naar me toe. Ze zei: Jan, dat levert een te grote lastenverzwaring op voor het MKB. Ik dacht echt: what the fuck. Die motie heeft het dus niet gehaald. Henk Kamp kwam na de stemming naar me toe en stelde voor om die tasjes te beprijzen. Dat is gebeurd, en nu is het gebruik gehalveerd.
Daarop ben ik naar Rwanda gegaan. Paul Kagame is natuurlijk een dictator, dus die heeft geen steun van D66 nodig. Het hele land is brandschoon. Ik ben daar bij een chipsfabriek geweest, opgezet door een Nederlander en een Rwandees. Hun zakjes zijn gemaakt van bioplastic, afkomstig uit Rotterdam. Als je weet dat er alternatieven zijn, gaat de markt die produceren. We zijn in Den Haag vergeten dat we het mandaat hebben om het volk te besturen. Ik kom zelf uit het bedrijfsleven en heb met veel plezier in de politiek gewerkt. Daarom roep ik anderen op om dat ook te doen. Het is heel belangrijk dat de verbinding tussen bedrijfsleven en politiek in stand blijft. Het is fantastisch werk, veel inhoudelijker dan mensen denken. Je kunt echt iets veranderen."