Het zal je maar gebeuren. Op het jaarlijkse straatfeest heeft u uw buren aan de zonnepanelen geholpen en vervolgens zit het elektriciteitsnet vol en kunt u uw zonnestroom niet meer kwijt. Uw ergernis neemt nog toe wanneer u vervolgens ’s middags braaf uw wasmachine aanzet. Want omdat uw omvormer is uitgevallen, moet u de stroom voor uw wasmachine kopen. De roep om netverzwaring in uw straat is dan snel gedaan. Het antwoord van uw netbeheerder is ontluisterend. Uw straat zal op haar beurt moeten wachten en dat kan nog wel even duren.
“Netverzwaring biedt op termijn maar beperkt soelaas regionale overschotten aan zon en wind elders te kunnen benutten”
Tot 2030 moeten de Nederlandse netbeheerders namelijk het astronomische bedrag van 40 miljard euro aan de elektriciteitsnetten verspijkeren. Naast geld en materialen vergt dat menskracht en die is er niet. Daarbij is het nog maar de vraag of netverzwaring in uw straat helpt. Want ook elders in uw wijk worden panelen geplaatst. Vergroting van de straatcapaciteit leidt dus al snel tot overbelasting in uw woonwijk, uw stadsdeel, uw gemeente en uw provincie. Dat laatste gaat het eerst spelen in het oosten van ons land. Dat kijkt vervolgens begerig naar de grote stroomvraag in west-Nederland en roept TenneT op extra tracés te ontwikkelen. Maar ook dat is al snel tevergeefs, want ook in west-Nederland zijn de zonnepanelen niet aan te slepen. Het duurt hooguit wat langer. Bovendien komt in het westen steeds meer wind-op-zee aan land. Exportkabels naar het buitenland dan? Helaas, ook de buurlanden plaatsen de komende jaren massaal zonnepanelen en windturbines.
Nu schijnt de zon in Noordwest-Europa niet altijd tegelijk en ook de wind heeft zo haar kuren. Maar vaak ook is sprake van gelijktijdigheid. Netverzwaring biedt op termijn dus maar beperkt soelaas regionale overschotten aan zon en wind elders te kunnen benutten. Nog afgezien van de hoge kosten. Volop reden om alternatieven te ontwikkelen en niet domweg te kiezen voor netverzwaring. Helaas dwingt de wetgever netbeheerders juist deze netverzwaring als standaardoptie te hanteren.
“Ik vermoed dat het maatschappelijk nuttig is het salderen van zonne-energie te handhaven”
Batterijen kunnen een alternatief vormen voor netverzwaring, want op die manier kunnen verschillen tussen dag en nacht worden overbrugd en dat is mooi meegenomen. Voor de gebouwde omgeving zijn batterijen echter maar beperkt van nut. Gebouwen met zonnepanelen hebben overdag op een beetje zonnige dag namelijk al gauw tienmaal meer zonne-energie over, dan dat er ’s avonds en ‘s nachts gebruikt wordt. Dankzij alle energiezuinige apparatuur die we inmiddels hebben. Systeemtechnisch is het vervelend dat het voor individuele gebruikers slim is de batterijen meteen ’s ochtends op te laden. Want als gewacht wordt op de middagpiek loopt men het risico dat de omvormer door overbelasting van het net uitvalt en er juist stroom moet worden ingekocht. Sturing door de netbeheerder zou een oplossing zijn, maar past niet in ons denkraam. Bovendien, stel dat het in de winter op zee ’s nachts hard waait en alle batterij-eigenaren hun batterijen gaan opladen omdat de stroomprijs dan laag is. Zolang het batterijbezit beperkt is, gaat dat prima. Maar als bijna iedereen een batterij heeft en dan raakt het lokale stroomnet op zulke momenten al snel overbelast. Kortom: thuisbatterijen zijn leuk voor hobbyisten en als speeltje voor de rijken, maar o wee als iedereen ze krijgt. Ik vermoed daarom dat het maatschappelijk nuttig is het salderen van zonne-energie te handhaven, opdat de massale aanschaf van thuisbatterijen ontmoedigd wordt.
“Mijn oproep aan de overheid en markt: Maak elektriciteit in lente en zomer tussen 10 en 17 uur gratis”
Maar wat dan? Natuurlijk, enige uitbreiding van de netten is onontbeerlijk. We gaan elektrisch rijden, elektrisch koken en steeds meer gebouwen worden geheel of gedeeltelijk elektrisch verwarmd. Het net van de toekomst moet al die nieuwe gebruiksapparatuur kunnen voorzien van voldoende elektriciteit. Dat geldt ook voor de industrie die haar processen deels gaat elektrificeren en tot slot komt het ‘internet of things’ eraan, dus er zijn veel meer datacenters nodig. Maar er is een grens en het lukraak vergroten van de netcapaciteit om bijvoorbeeld zonneproductie maximaal in te passen is geen verstandige aanpak, noch de massale uitrol van batterijen.
Laten we in plaats daarvan veel meer gaan werken aan het stimuleren van de vraag op momenten met veel aanbod. Generaties lang zijn we opgevoed om zuinig te zijn met stroom en vooral nachtstroom te gebruiken. Stop daarmee. Promoot juist middagstroom tussen april en september. Dat vereist een cultuurverandering en gaat dus langzaam. Je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen. Mijn oproep aan de overheid en markt daarom: maak elektriciteit in lente en zomer tussen 10 en 17 uur gratis. Juist ook voor al diegenen die zich geen stroomcontract met variabele prijzen kunnen veroorloven omdat de risico’s te groot zijn. Wat dit betreft meer dan prima dat de waarde van stroom op het landelijke systeem op die tijden al regelmatig vrijwel nihil of zelfs negatief is zodat moet worden afgeschakeld.
“Uitbreiding van de netten moeten we niet alleen baseren op wie het eerste is, het hardste roept, of de beste lobby heeft”
Uiteindelijk zullen we moeten accepteren dat onze zon- en windstroom regelmatig niet op het net kan worden ingevoed en dat netbeheerders dat probleem niet gaan opheffen. Dat zij daartoe ook geen congestie-boetes gaan betalen. Dit vereist een aanpassing in de wetgeving en ook dat kost tijd.
Tot slot een ferm pleidooi om de uitbreiding van de netten niet alleen te baseren op wie het eerste is, het hardste roept, of de beste lobby heeft. Dat leidt tot suboptimale investeringen en legt onnodig beslag op schaarse middelen, materialen en medewerkers. Nee, pak de netuitbreiding veel meer planmatig aan. Wat is er in 2050 ongeveer nodig en welke onderdelen moeten er al in 2030 of 2040 gereed zijn. Ga er daarbij van uit dat elke regio in Nederland en Europa in 2050 op zonnige dagen en windrijke dagen een overschot aan elektriciteit heeft. Onderdeel van deze planning is ook de inzet van elektriciteit om waterstof te maken. Regel dat het op die locaties gebeurt waar het stroomnet zoveel mogelijk wordt ontlast en tegelijkertijd de productie van hernieuwbare elektriciteit wordt benut, zoals we nu met wind op zee doen. Dat vereist een meer centrale rol voor de netbeheerders. Het is niet anders, als we vaart willen maken.