Joris Wijnhoven: "Afspraak 14% duurzaam in 2020 raakt uit zicht"
Hoe reageer je daarop als milieuclub? Je primaire reactie is: mijn hemel, wat gaat het traag. In dit tempo duurt het letterlijk 2.800 jaar om van de fossiele brandstoffen af te komen. Die tijd hebben we uiteraard niet.
““Een verdrievoudiging van het tempo waarmee we windparken op zee bouwen is een aardig begin””
Tegelijk weet je dat het net iets te gemakkelijk is om mee
te huilen met de wolven in het bos. Want: de windparken op zee die we in 2013
in het Energieakkoord afspraken worden pas vanaf 2019 opgeleverd, wind op land
ligt achter, maar er zit ook nog een en ander in de pijplijn en zon blijft
gestaag doorgroeien. Geothermie is nog teveel pionierswerk om echt aan te
tikken. Bovendien valt een deel van de slechte cijfers te verklaren uit een
afname van biomassa, precies de bron waar wij het meest kritisch over zijn. Los
van de inhoudelijke redenen die best te verklaren zijn, heb je ook geen zin om
mee te werken aan een stemming van ‘zie je wel, wat we ook doen, het heeft toch
geen zin'.
Maar toch.
Zelfs als je alle bovenstaande relativeringen meeweegt, is een groei van 0,1%
tamelijk beschamend. Het Energieakkoord dateert alweer van 2013 en de 14%
schone energie die we daarin overeen kwamen, dreigt zo zoetjes aan buiten
bereik te raken. Dat is niet te verteren, omdat die ambitie al niet bijster
spectaculair was en sowieso niet genoeg om ontwrichtende klimaatverandering te
voorkomen. De Nationale Energie Verkenning van eind 2016 was al reden tot
bezorgdheid, want die voorspelde al dat de groei van wind op land flink
achterblijft. Daar komt nu bij dat onze energieconsumptie nota bene groeit. Op
die manier wordt de extra groene energie gewoon opgesoupeerd.
In het politieke debat is de afgelopen maanden een soort zelfgenoegzaamheid
geslopen. Omdat iedereen, inclusief het bedrijfsleven, roept dat
klimaatverandering een belangrijk issue is bij de formatie (pure winst, daar
niet van) lijkt de indruk te ontstaan dat dat allemaal wel gaat lukken. Nou,
niet dus. Het vrolijke optimisme van Rutte over de economische kansen van de
omslag naar schone energie werkt aanstekelijk, maar het CBS drukt ons snoeihard
met onze neus op de feiten. Daarom toch maar even wat conclusies voor de
formatie:
Eén: het tempo van onze investeringen in schone energie moeten omhoog. We
moeten op een andere schaal gaan denken. Een verdrievoudiging van het tempo
waarmee we windparken op zee bouwen is een aardig begin.
Twee: onze goede voornemens zijn kennelijk niet dwingend genoeg, het energiebeleid
vraagt om een stevigere verankering. Voer dus zonder dralen een klimaatwet is,
met dwingende doelen.
Drie: als we er niet in slagen de groei van onze energieconsumptie te beperken,
blijven we dweilen met de kraan open. De tijd van verleiding is wat dat betreft
voorbij, er zijn harde normen nodig voor gebouwen, fabrieken en het verkeer.
Geachte dames en heren onderhandelaars: als we de Europese degradatiezone van
duurzame energie willen verlaten, zal er écht uit een ander vaatje getapt
moeten worden.
Joris Wijnhoven is Campagneleider klimaat en energie bij
Greenpeace. Op Twitter is hij actief onder @JorisW_GP