Vorig jaar heeft Rabobank, samen met investeringsmaatschappij KKR, een poging gedaan energiebedrijf Eneco over te nemen. Dit was een perfecte match geweest. Naast coöperatief bankieren ook coöperatief energie leveren. Het Japanse Mitsubishi won de deal, met name omdat het een betere prijs bood. Dat is jammer, want hiermee is een interessante en kansrijke propositie van de baan: eigentijds, gedurfd en perspectiefvol. Maar toch ook enkele vragen.
Er zijn al enkele reconstructies geschreven waarom Shell/ PGGM, dat derde consortium, naast Eneco greep. Over het Rabobank/ KKR-consortium weet men minder te schrijven. Hier enkele gedachten in dat kader. Het energiebedrijf Eneco stond al enkele jaren in de etalage. Dat was de wens van bedrijf, Raad van Commissarissen en de aandeelhoudende gemeenten. Na een onderlinge strijd tussen deze geledingen, waarin ook de ondernemingsraad van Eneco meedeed (tot aan de Ondernemingskamer toe), sloot men de rijen en startte het biedingenproces. Na de gevoerde strijd tussen de belanghebbenden, was het relatief stil. Tot eind 2019 toen de uitslag van de overname bekend werd. Helaas voor Rabobank. De combinatie onder leiding van Mitsubishi won. Daarbij is het de vraag of met name de Rabobank niet meer van zichzelf, van de mogelijkheden en het perspectief had kunnen laten zien.
“In de Verenigde Staten zijn al decennialang succesvolle coöperatieve energiebedrijven”
Al jaren is de Rabobank bezig met te kijken hoe de coöperatieve gedachte meer en beter kan worden ingevuld. Dus, inderdaad, waarom niet naast financiële diensten, ook energiediensten leveren aan klanten, aan de leden. Enkele jaren geleden was Rabobank hier al mee bezig onder de gedachte van ‘woondiensten’. Ook de oprichting door Rabobank eind jaren ’90, samen met LTO Nederland, van AgroEnergy, een grote inkoper van vooral gas voor de tuinders in Nederland, paste in dat kader. En: in de Verenigde Staten zijn al decennialang succesvolle coöperatieve energiebedrijven. Een ander punt is dat banken en energiebedrijven in veel zaken sterk op elkaar lijken. Ik heb dat wel eens beschreven onder de titel ‘De komst van Stroom & Saldo’ (energiebedrijf heeft veel met bank gemeen). Beide sectoren hebben ‘distributie en vertrouwen’ als cruciale assets en zijn sterk met de samenleving verweven met noodzakelijke diensten. Beide sectoren zijn bezig met schaalvergroting, maar ergens ook met schaalverkleining: schaaloptimalisatie dus. Scherper: hoe kan slagkracht gecombineerd worden met fijnmazigheid en lokale initiatieven. De grote Rabobank kan hier een platform zijn voor de coöperatie Eneco. Ieder Rabobankkantoor is dan tevens een energiekantoor om de hoek. Bij een dergelijk platform en deze structuur zouden ook lokale energiecoöperaties kunnen aanhaken. Daarbij komt dat zowel banken als energiebedrijven voortdurend te maken hebben met forse investeringen. Een goed draaiende coöperatie kan deze dragen en spreiden. In beide sectoren spelen innovatie, ICT, digitalisering en andere moderne ontwikkelingen een cruciale rol. Energie- en bankzaken zijn al via smartphones en op afstand (‘Toon’ van Eneco) te regelen. Uiteindelijk, was en is mijn stelling, heeft iedereen een soort van rekening courant met saldo van (spaar)geld en energie en dit fluctueert.
“Het is goed dat een bank, in een tijd dat anderen activiteiten afpakken, zelf iets vergelijkbaars doet: energie aanbieden”
En als we het hebben over zaken als ‘vertrouwen’, ‘schaaloptimalisatie’ en ‘gezamenlijk dragen van investeringen’, komen we dichtbij de wortels van het coöperatief denken in de negentiende eeuw. De coöperatie als vertrouwenwekkende speler tussen aanbieders en afnemers voor het leveren van een belangrijke nutsfunctie. Voor Rabobank was de combinatie ook een uitgelezen kans geweest om zich sterker te ontwikkelen in de grote steden. Eneco zit prominent in Rotterdam, Utrecht en Den Haag. Verder is het goed dat een bank, in een tijd dat anderen activiteiten van banken afpakken, zelf iets vergelijkbaars doet: energie aanbieden. Helaas, niet gelukt voor Rabobank.
Ik heb, tot slot, enkele vragen. Waarom is Rabobank met een partij als KKR, die ogenschijnlijk niks heeft met het coöperatieve denken, in zee gegaan? Heeft Rabobank de coöperatieve filosofie voldoende neergelegd en uitgedragen naar gemeenten en klanten van Eneco? Hebben de aandeelhoudende gemeenten deze unieke mogelijkheid voldoende op hun waarde geschat? Of was dit alles een simpele geldkwestie, waarbij de vakbonden ook nog eens blij zijn dat het bedrijf Eneco redelijk intact blijft, inclusief de banen? Als deze laatste twee punten aan de orde zijn, dan vergeten we dat een coöperatie nooit enkel door geld gedreven wordt en dat ook baanzekerheid meer op de lange dan op de korte termijn gezien moet worden.