Zoeken

Slechte jaren voor windenergie in Nederland

Ton Hirdes, NWEA: 'In 2010 en 2011 is er nauwelijks vermogen bijgekomen'

#windenergie

Nederland heeft er de laatste jaren amper extra windmolens bij gekregen. Daarmee lijken de Nederlandse doelen voor windenergie in 2020 ernstig in gevaar te komen. "Het kan zijn dat we de 6000 megawatt dan niet halen", erkent directeur Ton Hirdes van de Nederlandse Windenergie Associatie (NWEA). Maar hij houdt hoop: "Veel later wordt het niet."

Ronduit teleurstellend

Met de uitbouw van de windenergie in Nederland gaat het niet goed. 2009 was een slecht jaar, maar vorig jaar bleek ‘ronduit teleurstellend', weet Hirdes, directeur van de belangenvereniging van bedrijven en organisaties die bij windenergie betrokken zijn. Recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek laten zien dat er in 2010 slechts een schamele 8 megawatt vermogen bijkwam, wat zich vertaalt in drie à vier extra windmolens. Dat was veel minder dan gedacht. Eerder was sprake van 30 megawatt. En daarmee is het slechte nieuws niet voorbij. "Ook 2011 wordt een karig jaar voor geplaatst nieuw vermogen", weet Hirdes.

Magere jaren

Daarmee blijft het doel van het vorige kabinet om in de periode 2008-2011 het windvermogen op land te verdubbelen ver buiten bereik. In 2010 zat Nederland tegen 2000 megawatt aan. Eind 2011 moest er 4000 megawatt zijn gebouwd óf vergund. Maar begin dit voorjaar stond er, meldde Windenergienieuws eerder, nog slechts 2017 megawatt. Voor eind 2011 komt daar amper iets bij.

Met die zwaar teleurstellende tussenstand lijkt de grote doelstelling van de overheid van 6000 megawatt op land in 2020 ernstig in gevaar te komen. Maar Hirdes ziet de Nederlandse windambities niet floppen. De slechte cijfers voor 2009-2011 waren volgens hem 'voorspeld en verwacht'. "In 2007 en 2008 groeide het opgestelde vermogen heel sterk. Iedereen wist dat je na die stijging magere jaren zou krijgen. Verder werd de subsidieregeling voor duurzame energie aangepast. Daardoor kelderde het aantal aanvragen."

Nieuwe subsidieregeling

Hij ziet een kentering. "De nieuwe subsidieregeling is er intussen. Die is helderder dan de oude. Dat geeft zekerheid. Meteen zie je de belangstelling voor nieuwe projecten aantrekken. Het Rijk heeft onlangs meer subsidieaanvragen ontvangen dan dat het financiële ruimte heeft. Daarnaast zitten enkele grote projecten in de pijnlijn: Drenthe, de Noordoostpolder en de Wieringermeer. Tenslotte wordt windenergie de komende tijd rendabeler."

"Door al die zaken kan je vóór 2020 nog een grote slag slaan. Het gaat trager dan gedacht. Maar de 6000 megawatt kan gehaald worden. De ruimte en de projecten zijn er", verzekert hij. Voorwaarde is wél dat Rijk en provincies het eens worden over hoe vergunningen van grote projecten afgehandeld worden. "Het ruimtelijk perspectief moet duidelijk worden. Dat ei moet gelegd worden."

Geen wind op zee

Het politieke klimaat voor windenergie is de laatste jaren minder vriendelijk geworden. Maar Hirdes zegt zich geen zorgen over politieke steun te maken. "Het kabinet wil de goedkoopste vormen van duurzame energie en zet daarom nadrukkelijk in op wind en bio-energie om zijn doelstellingen te halen. De Tweede Kamer ondersteunt dat beleid. Met die situatie hebben wij te maken."

Hoe staat Nederland in Europees verband? Begint het uit de pas te lopen nu zijn windvermogen amper groeit? "Voor wind op land weet ik dat niet zeker. Op dat punt zie je binnen Europa een heel wisselend beeld. Maar voor wind op zee maak ik me wel zorgen. Landen zoals Engeland en Duitsland zijn op dat gebied zeer actief, terwijl het kabinet offshore niets wil doen. Als Nederland offshore niet snel een paar slagen maakt, raken we achterop."

Volg ons op Twitter: @energiepodium