Zoeken

Strijd tegen IS kan olievoorziening in gevaar brengen

Rob de Wijk: "Bombarderen van IS heeft alles in zich om te ontaarden in een grootschaliger conflict"

Terwijl de onrust in het Midden-Oosten groter wordt, is de olieprijs voor het eerst sinds ruim een jaar onder de 100 dollar per vat gekomen. De oorzaak is economisch: grote economieën als de Verenigde Staten en China doen het minder dan verwacht.

Toch blijkt het de vraag wat die onrust in het Midden-Oosten op termijn gaat doen. Het is opmerkelijk dat in Europa brede politieke en publieke steun voor het bombarderen van de Islamitische Staat (IS) bestaat. Die steun is vooral gebaseerd op de walging over onthoofdingen en de onmenselijke wijze waarop een christelijke minderheid, de jezidi's, van huis en haard werden verdreven. Dit bracht een beweging op gang die uiteindelijk leidde tot het besluit IS vooral om humanitaire motieven te bombarderen.

Maar de memories zijn kort. Want humanitaire interventies hebben in landen als Afghanistan, Irak en Libië niet opgeleverd wat ervan werd gehoopt. Ook het bombarderen van IS heeft alles in zich om te ontaarden in een grootschaliger conflict waarin sjiieten en soennieten tegen over elkaar komen te staan. Dat daardoor hele landen met elkaar in conflict komen, hoeft geen betoog. Het sjiitische Iran kiest dan de kant van de Syrische President Assad en de Iraakse premier al-Abadi; de soennitische golfstaten als Saudi-Arabië kiezen voor hun soenitische broeders; de Koerden zullen trachten hun diepe wens van een eigen staat in vervulling te zien gaan en dat vindt Turkije bedreigend.

Een echt debat over de strategische implicaties van de nieuwe interventie, ook voor de olievoorziening, is er in Europa tot nu toe niet geweest. De vraag is of er op grond van een strategische in plaats van humanitaire overweging een ander besluit zou zijn genomen. De onthoofdingen zijn vreselijk, maar raken de veiligheid van Europa niet. Dus daarvoor hoef je niet te interveniëren. Anders is het met IS gesteld. Die club wil het Midden-Oosten als springplank voor aanslagen in het Westen gebruiken. En, omdat ze antiwesters zijn, moeten we niet verbaasd zijn dat zij olie als wapen gaan gebruiken. Ze zullen ongetwijfeld liever aan China verkopen, dan aan ons. Maar als er een groot regionaal conflict ontstaat, loopt de olievoorziening zeker gevaar.

““IS smokkelt per dag voor ruim twee miljoen dollar aan olie uit bezette velden””

Olie speelt nu al een belangrijke rol op de achtergrond. Want IS smokkelt per dag voor ruim twee miljoen dollar aan olie uit bezette velden en vooral via Turkije het "land" uit. Met dat geld financieren ze hun kalifaat, hun leger aanslagen. Willen we iets tegen IS doen, dan is het evident dat de financiële banden met de buitenwereld als eerste worden aangepakt. Geen wonder dat de olievelden in Syrië al belangrijke doelwitten waren voor de Amerikaanse bommenwerpers. Die velden moeten uiteindelijk worden terug veroverd, bij voorkeur door troepen uit die landen zelf.

Met bombarderen krijg je IS niet op de knieën. Dat moeten de lokale Koerdische, sjiitische en gematigde soennitische strijders zelf doen. Maar die zijn daarvoor nog niet geëquipeerd. Dit lijkt daarom een lange strijd te worden met een ongewisse uitkomst, ook voor de olievoorziening.

Rob de Wijk is directeur van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) en professor Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Leiden

Rob de Wijk

Rob de Wijk is directeur van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) en professor Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Leiden. In zijn column gaat hij in op de energievoorziening in het licht van de internationale verhoudingen.