Coby van der Linde over de jaren na de financiële en economisch crisis.
Een column schrijven als je al een beetje begint met afremmen richting de feestdagen en je jezelf al af en toe op een reflectieve gedachte hebt betrapt, betekent dat een stuk over een woest actueel onderwerp het niet gaat worden. In een dergelijk beschouwende bui schaar je je al gauw tussen de andere jaar-terug-kijkers. Een pittige verhandeling over de consequenties van een dollar meer of minder voor een vaatje olie kan natuurlijk nooit kwaad. Net zo goed als een mooi stuk over de doorbraak van wind op zee en de stevig omarmde potentie van de Noordzee als wingebied voor groene energie mooi zou passen in een dergelijk terugblik. Helaas moet ik u allen meteen teleurstellen. Mijn bespiegelingen omvatten een wat langere periode. Met het robuuste economische groeinieuws van de afgelopen dagen heb ik steeds meer de neiging om terug te kijken op de tien jaar na de financiële en economisch crisis.
Structurele aanpassingen
Het was in 2008 snel duidelijk dat deze crisis niet een conjuncturele blip was maar dat een lange periode van structurele politieke, sociale en economische aanpassingen zouden volgen. Daar zitten we eigenlijk nog middenin. Wel is al duidelijk dat de voorlopige rekening in Zuid-Europa terecht is gekomen en dat binnen veel landen bepaalde sociaaleconomische groepen hard zijn getroffen. De Piketty-achtige discussies zullen nog wel even door gaan. In mijn woorden, we zijn allemaal iets meer op Brazilië gaan lijken in plaats van Brazilië op ons.
Het oude sociale contract van de westerse samenleving is hierdoor nog meer op losse schroeven komen te staan. We hebben nog steeds geen goed verhaal waar we nu met zijn allen naar toe willen en vooral hoe en waarom. Daar maak ik me na tien jaar sociaaleconomisch aanpassen wel zorgen om. Er is een bak met krediet over de wereld gestort, waarvan ik nog steeds niet goed kan doorgronden wat de uiteindelijke consequenties zullen zijn. De politieke verhoudingen in veel landen zijn danig opgeschud en verbrokkeld geraakt en de gevolgen daarvan nog te weinig uitgekristalliseerd. Dat kan nog alle kanten op, getuige de meerdere snelheden (en richtingen) in Europa.
“"In 2008 werd geroepen: ‘do not waste a good crisis’. Op de drempel van 2018 concludeer ik dat we dat op veel vlakken wel hebben gedaan."”
Bovendien is het vertrouwen in en tussen landen nog verre van hersteld en is weinig meer van de westerse drie-musketier mantra over. Ieder moddert wat richtingloos aan voor het nationale belang, struikelend van incident naar incident zonder ooit de structurele veranderingen als zodanig te willen benoemen. Dus denk ik dat we eindelijk de financiële en economische crisis helemaal hebben verteerd? Nee, daarvan ben ik niet overtuigd.
Het begin
Mijn eerste column van 2008 ging over een historische oliedeal. Er werd op NYMEX voor het eerst 100 dollar betaald voor een vat olie. Ja, zo lang is dat geleden dat twee handelaren met veel gevoel voor humor die psychologische grens doorbraken om de slappe handel in de dagen na nieuwjaar een beetje leuk door te komen. Het hele journaille was in rep en roer. Dat de prijs in dat jaar vervolgens zou doorstijgen tot een slordige 140-plus dollar per vat kon toen nog niemand bevroeden. Ook niet dat de problemen bij enkele banken in de Verenigde Staten zouden uitgroeien tot een complete ‘meltdown'. Zo'n tien jaar geleden zagen we beelden van in auto's slapende Amerikanen die hun hypotheek niet meer konden betalen en de huissleutels maar hadden ingeleverd. We deden er in het begin wat lacherig over dat het Amerikaanse sociale vangnet wel erg grote mazen had en prezen ons hier in Europa nog maar eens gelukkig met het eigen sociale contract.
Hoezo solidair?
In 2008 was de Europese wereld nog vol optimisme over de recente uitbreidingen naar het Oosten, maar dat veranderde toen ook hier de zeepbel barstte. In het boek van Philipp Ther, ‘Europe since 1989', over de geschiedenis van Europa vanuit een Oost-Europees perspectief, wordt de vinger genadeloos op de zere plek(ken) gelegd. Europese integratie ging, volgens hem, vooral over het ontsluiten van goedkope arbeid voor de vergrijzende oude lidstaten. Dat in een periode van diepe economische crisis daarmee de lagere en middenklassen zwaar onder druk kwamen te staan, bleek een onfortuinlijke coïncidentie. De Griekse tragedie blijft een van de diepe kerven op de integratieziel. Het werd voor lief genomen door de transnationale vooruitgangsdenkers. Dat dit nu als een boemerang terugslaat in de politieke verhoudingen is jammer, maar inspireert de elites aan weerszijden van de Atlantische Oceaan er kennelijk niet toe om een nieuw en vertrouwenwekkend sociaal contract te smeden. De EU werd in mum van tijd van een verlichte vooruitgangsinstitutie tot een verguisde moloch met weinig oog voor de sociale rafelranden van de Europese samenleving.
Hoera?
De recente hoerastemming is dus wellicht nog wat voorbarig. We mogen dan wel de economische gevolgen van de crisis te boven zijn, de politiek en sociale verhoudingen zijn verre van hersteld. Waarom maak ik me daar zo druk om? Dat doe ik omdat de energietransitie niet alleen bestaat uit kansen en nieuwe waarde creëren, maar ook drijft op een rechtvaardig gevonden lastenverdeling. Op dat gebied staan de neuzen nog lang niet in de goede richting, terwijl het draagvlak daarmee staat of valt. In 2008 werd geroepen: ‘do not waste a good crisis'. Op de drempel van 2018 concludeer ik dat we dat op veel vlakken wel hebben gedaan. Laat het volgende decennium er een zijn van een levenskrachtig evenwicht in de politieke en sociaaleconomische verhoudingen.
Coby van der Linde is directeur van het Clingendael International Energy Programme (CIEP)