Op maandag 25 november vond het Energiepodium Debat plaats in het Muntgebouw in Utrecht. Tijdens dit immer goed bezochte evenement stond deze keer de volgende vraag centraal: “Hoe slaan we de brug tussen het Europese en nationale klimaatbeleid en lokale duurzaamheidsinitiatieven?” De conclusie van de dag: een goede afstemming tussen de verschillende lagen is essentieel. Maar hoe bereiken we dit? Hier verschillen de meningen over.
Het klimaat verandert door menselijke activiteiten en de samenleving moet zich aanpassen om deze ontwikkeling een halt toe te roepen. Hiervoor leggen de Europese en nationale klimaatakkoorden van bovenaf ambitieuze doelstellingen op. Het is aan de burgers en bedrijven om deze woorden om te zetten in daden. Hoe kan gedragsverandering bij hen die de klimaatambities zullen moeten realiseren bewerkstelligd worden? En wat hebben zij nodig van de overheid om de energietransitie tot een succes te maken? Over deze vragen bogen de sprekers en het publiek zich tijdens het Energiepodium Debat.
“Klimaatbeleid levert op voor bedrijfsleven”
Tom Berendsen, Europarlementariër namens het CDA en lid van de Commissie Energie, vertelt dat klimaatverandering een grote uitdaging voor de EU is. “Het is belangrijk dat er vaart gemaakt wordt. Niet alleen omdat we verantwoordelijkheid hebben naar volgende generaties, maar ook omdat het kansen gaat opleveren voor ons bedrijfsleven.” Berendsen ziet in Nederland een voorbeeld voor Europa. “Veel maatregelen moeten op Europees niveau worden vastgesteld vanwege het eerlijke speelveld, maar vooroplopen met nieuwe technologieën biedt economische kansen, omdat uiteindelijk de hele wereld gaat overstappen op deze technologieën.”
Om de energietransitie tot een succes te maken, is techniek van cruciaal belang, benadrukt Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland. “In 2050 van het gas af? Die ambitie is enorm, want dat betekent dat acht miljoen huizen en gebouwen van het gas af moeten en dat is 1000 eenheden per dag.” Hij vertelt dat het tempo nu lager ligt en dat de opgave daardoor erg groot is, maar niet onmogelijk. “Technisch gezien kan er al heel veel. Onze branche bestaat uit klimaataanpakkers. Zo zijn er bedrijven die al helemaal geen fossiele energie meer gebruiken.”
“Zorg dat we één systeem hebben dat echt werkt”
“Het is heel belangrijk om te zorgen dat we één systeem hebben dat echt werkt”, vindt Tom van der Lee, Tweede Kamerlid namens GroenLinks. “We hebben nu een klimaatakkoord en een klimaatwet, maar dat is nog te veel een bundeling van losse maatregelen.” Hij geeft aan dat meer regie nodig is, ook vanuit de Rijksoverheid. Marieke van Doorninck, wethouder Ruimtelijk ontwikkeling en duurzaamheid in Amsterdam, benadrukt dat juist op gemeentelijk niveau het werk verzet moet worden en dat hier vanuit de landelijke overheid ruimte voor moet zijn. “In Amsterdam doen we het bottom-up: luisteren naar wat de burgers willen, maar aan de andere kant hebben we een top-downmanier: als een wijk van het aardgas af moet, zetten we alle energie en kracht vanuit de gemeente in om te zorgen dat dat gebeurt.”
Luc van Tiggelen stelt juist dat vrijheid op het gebied van wetgeving essentieel is. Van Tiggelen is ambtenaar Duurzaamheid bij de gemeente Ameland en betrokken bij het duurzaamheidsinitiatief Duurzaam Ameland. “In Den Haag denken ze dat de oplossing voor de energietransitie ligt in wetten maken, maar je hebt niets aan wetgeving, want die past nooit. Je moet veel meer vrijheid krijgen, maar dat gaat om vertrouwen en durven, ook vanuit de overheid en met name de Rijksoverheid.”
“Samenleving zal uiteindelijk de energietransitie moeten dragen”
Uiteindelijk is het de samenleving die de energietransitie zal moeten dragen. Terpstra: “We moeten het met zijn allen doen. De samenleving moet tegemoetkomen aan de politieke ambities om in 2050 helemaal CO2-neutraal te zijn.” Peter Vermaat, CEO van Enexis Groep (een van de organisatoren): “We moeten de burgers betrekken bij deze overgang. Laten zien wat de doelen zijn en wat de energietransitie voor hen betekent. We moeten mensen helpen om te laten zien welke kleine stappen zij zelf kunnen nemen, door bijvoorbeeld hun huis te isoleren of een hybride warmtepomp te nemen.”
Maar hoe krijg je mensen enthousiast voor de energietransitie? In veel gevallen begint het met de vraag: ‘doet u mee?’, weet Siward Zomer, coöperatief directeur van Energie Samen. “Er gaat hier wat veranderen: er komen windmolens, zonnepanelen en warmtenetten; de vraag is nu aan u: doet u mee?” Zomer legt uit dat burgers in veel gevallen wel wat risico willen nemen, omdat ze dan ook zeggenschap hebben over wat er gebeurt, over de geldstromen en over de winst. Van Tiggelen beaamt dit en vertelt dat Duurzaam Ameland het zo goed doet, omdat dit project zich echt richt op de burger. “Wij zijn heel erg goed in het direct betrekken van mensen in de samenleving en dat is toch waar het moet gebeuren. Mensen willen niet naar het gemeentehuis, dus je moet het doen in hun omgeving. Het moet ook vooral leuk zijn, want als jouw buurman enthousiast is, sluit je makkelijker aan.”
“Europese en nationale klimaatbeleid en de lokale duurzaamheidsinitiatieven niet los van elkaar zien”
Terugkomende op de hoofdvraag van de Energiepodium Debat, stelt Annie Krist, CEO van GasTerra (een van de organisatoren), het volgende. “We zien dat voor een aantal zaken lokale en regionale oplossingen heel erg voor de hand liggen, maar we kunnen natuurlijk niet ontkennen dat wij deel uitmaken van een land en een continent. Daarom kun je het Europese en nationale klimaatbeleid en de lokale duurzaamheidsinitiatieven niet los van elkaar zien. Er moet altijd een verband zijn tussen de lokale instrumenten en dat wat je als Europa wilt en ook mogelijk maakt.” Gas is volgens haar een goed voorbeeld. Dit zal nog heel lang nodig zijn voor als de zon niet schijnt of de wind niet waait. “Lokale oplossingen zijn heel goed, maar aangesloten zijn op een internationale markt is dus ook heel belangrijk. Als back-up voor lokale en regionale oplossingen”, besluit Krist.