Zoeken

Uit-mottenballen-moment gascentrales nadert door daling gasprijs

Coby van der Linde: "Beter klimaatprofiel van achterwacht zon en wind maakt flinke klimaatslag mogelijk"

Voor veel mensen is gas zó-níet-2016. Het is al elektriciteit wat de klok slaat. Het koolstofprofiel van de hele stroomsector in een land is echter nog in belangrijke mate afhankelijk van welk type elektriciteitscentrale aangaat als er een grijze windstille dag is. Een vervelend en vaak niet begrepen detail in de discussies over transitie. In Duitsland bijvoorbeeld zijn dat voornamelijk kolencentrales, die als achterwacht dienen voor de snel uitgebreide wind- en zonnecapaciteit, hetgeen het klimaatprofiel van het land geen goed doet. In de VS verbetert het profiel juist, niet alleen door de investeringen in zon en wind, maar vooral door de vervanging van kolen- door gascentrales. In de VS kan gas door de lage prijzen al langer concurreren met kolen.

Voor Europese landen was tot nu toe een dergelijke route naar verlaging van de koolstofvoetafdruk niet mogelijk. Kolen waren veel goedkoper dan gas (mede door de export van Amerikaanse kolen) en de Europese CO2-prijs te laag om een dergelijke omdraaiing in de rangorde van centrales te bewerkstelligen. Lage internationale gasprijzen brengen nu echter ook voor Europese markten wellicht een omdraaiing van de rangorde binnen bereik.

Prijsontwikkeling

Sinds het voorjaar van 2014 dalen de internationale gasprijzen. De oorzaak is zoals altijd meervoudig. De vertraging van de economische groei in China, het Japanse besluit om kerncentrales voorzichtig weer op te starten en het vooruitzicht van aanzienlijke volumes nieuw aanbod van gas (LNG) hebben geleid tot een meer ontspannen markt. Daarnaast werkt de daling van de olieprijzen door in de prijs van olie-geïndexeerde contracten van gas.

Daarmee is aan de periode van relatief hoge internationale gasprijzen, die begon als gevolg van het Fukushima-drama in 2011, een einde gekomen. In de periode 2011-2014 werd gedacht dat de verschillen tussen de gasprijzen van de VS, Europa en Azië grofweg op respectievelijk $5-$10-$15 per MMbtu zouden blijven liggen. Het dalen van de kolenprijs sinds 2011 hielp ook niet de concurrentiepositie van gascentrales te verbeteren. De CO2-prijs in Europa die nodig was om een rangorde omslag te bewerkstelligen van kolen naar gascentrales was vele malen hoger dan de EU-ETS prijs die werd gerealiseerd.

““Dit is ook een gelegenheid om door versteviging van de CO2-prijs te zorgen dat nieuwe rangorde geen gril is””

Met een verzwakte vraag naar gas (LNG) in Azië en het vooruitzicht van het op de markt komen van nieuwe LNG-productie uit Australië en de VS, lijkt de internationale gasmarkt een periode van overaanbod in te gaan, die, volgens vele deskundigen, tot na 2020 kan duren. Ook de daling van de internationale olieprijzen sinds juni 2014 liet diepe sporen na in de gasmarkt omdat vooral de gasprijzen in Azië, maar deels ook nog in Europa, worden gebaseerd op een olieprijs geïndexeerde prijsformule. De olieprijzen komen met een vertraging van enige maanden tot uitdrukking in de gasprijzen. Terwijl het lijkt alsof de olieprijzen recentelijk de bodem hebben bereikt en langzaam omhoog beginnen te kruipen, moet de gasprijs de olieprijsdip van deze winter nog verwerken.

Momenteel is de Amerikaanse gasprijs lager dan $2 per MMbtu (niet-olie geïndexeerd) en zijn de (spot)prijzen in Azië en Europese markten NBP en TTF respectievelijk $5 en $4 per MMbtu. De prijsval van aardgas is zo groot dat in december 2015, weliswaar ondersteund door een aanvullende nationale CO2 belasting, die fungeert als prijsvloer voor CO2 emissierechten, de rangorde van centrales in het Verenigd Koninkrijk al omdraaide. In maart 2016 was kortstondig ook in Duitsland gasgestookte stroom goedkoper dan die van oudere kolencentrales. Dat is een interessante ontwikkeling. Niet geholpen door een herziening van het EU ETS, noch door een kolenbeleid van de overheid, maar door de ontwikkelingen op de internationale gas (en olie) markt, ligt wellicht een rangordewisseling in de stroomsector in het verschiet.

Marktspel

De prijsontwikkeling op de NBP en TTF, de Europese hubs voor aardgas, blijft echter onzeker. De vraag naar gas is in de EU al enige jaren zwak te noemen met een afname van rond de 100 bcm sinds het begin van de economische crisis. Met het nieuwe aanbod van LNG uit Australië en vooral uit de VS op zoek naar nieuwe afnemers, is het mogelijk dat de Europese markt gedurende langere tijd aan overaanbod gaat lijden. Veel zal afhangen van de Europese vraag ontwikkeling ten opzichte van de take-or-pay volumes van gecontracteerd gas. Is de vraag onder het take-or-pay niveau, dan kan LNG nog zo goedkoop worden aangeboden, maar dan is het niet mogelijk voor de markt om deze gasvolumes te absorberen. Zonder afzet in de Europese markt kan de internationale gasprijs op korte termijn verder onder druk komen. Is de vraag hoger dan de take-or-pay volumes dan kan LNG de concurrentie aan met pijpleiding gas uit Rusland. Rusland heeft voldoende ruimte voor meer leveranties en zal, geprikkeld door de nieuwe concurrentie van LNG, worden uitgedaagd het marktaandeel te verdedigen. Opwaartse prijsdruk kan komen van een herstel van de gasvraag in Europa of Azië, of als gevolg van een herstel van de olieprijzen.

Afstoffen

De Europese gasprijs kan dus nog verder dalen. Mocht dat gebeuren dan wordt het tijd om de gascentrales die in de mottenballen zijn gezet (en waar flink is op afgeschreven) af te gaan stoffen. Er kan een flinke klimaatslag worden gemaakt omdat de achterwacht van zon en wind een beter klimaatprofiel krijgt. Dit is ook een gelegenheid om door versteviging van de CO2-prijs, eventueel aangevuld met een prijsvloer à la Verenigd Koninkrijk, te zorgen dat de mogelijk nieuwe rangorde geen gril is. Maar uiteraard zal herschikking van de rangorde niet tot gejuich leiden bij diegenen die gas zo-niet-2016 vinden. Het is ook nooit goed.

Coby van der Linde is directeur van het Clingendael International Energy Programme (CIEP)

Coby van der Linde

Coby van der Linde, senior fellow Centre for International Energy Policy (CIEP)