Het kan niemand ontgaan zijn: de beroepsgroep der economen was ontevreden over het ontwerp klimaatakkoord dat in december werd gepresenteerd. Daags na de presentatie van het ontwerpakkoord brandde Oxford-hoogleraar Rick van der Ploeg het stuk tot de grond toe af: ‘Rampzalig’ was zijn samenvatting van de aanpak in een interview met de Volkskrant. In januari volgde een dringende oproep van zeventig economen voor een radicaal andere aanpak van het klimaatbeleid. De ophef over de CO2-heffing was geboren.
Steen des aanstoots was vooral de aanpak van de industrie via een soort bonus-malus regeling. De industrie krijgt toegang tot de pot der SDE++-gelden. Maar tegenover de subsidie staat voor de grootste vervuilers de verplichting om een CO2-reductieplan op te stellen. Maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of korter moeten worden ingevoerd. Doen ze dat niet, dan volgt een boete, een malusheffing.
Het is deze afspraak die Van der Ploeg kwalificeert als ‘een truc’. Hij bepleit invoering van een CO2-belasting voor de industrie: “Begin met 40 tot 50 euro per ton CO2. En laat dat bedrag vervolgens elk jaar stijgen met 2%. Zo’n maatregel kan al gauw tien keer zo goedkoop uitpakken als het uitdelen van subsidies en het opleggen van boetes.”
“Kom met een economie-brede koolstofheffing waarbij iedereen evenveel voor CO2 betaalt”
De 70 economen doen dit pleidooi nog eens dunnetjes over. Er moet een economie-brede koolstofheffing komen waarbij iedereen evenveel voor CO2 betaalt. Nu is het advies te beginnen met een heffing van 50 euro per ton CO2. En laat dat bedrag vervolgens elk jaar stijgen met twee à vijf procent per jaar.
Het kabinet ging vlak voor de provinciale verkiezingen door de bocht. Er moet een verstandige CO2-heffing komen. Verstandig betekent dat we de bedrijven niet het land uitjagen met ons klimaatbeleid.
Wat is nu precies het probleem? De essentie van de onvrede onder economen is de keuze van het instrument voor het behalen van de klimaatdoelen: gebruiken we de wortel of de stok? Thans is subsidie het voornaamste instrument, de SDE+. Dat is een regeling gericht op verduurzaming van de energieproductie die jaarlijks circa € 3,5 miljard kost. Dat is een flinke wortel.
Industriële bedrijven klagen al jaren dat zij geen gebruik kunnen maken van deze wortel, terwijl zij wel veel CO2-emissies kunnen reduceren. Vandaar de afspraak om in een nieuwe variant van SDE+ deze regeling ook open te stellen voor industriële bedrijven. Nog meer stroop, met andere woorden, om bedrijven te verleiden tot decarbonisatie.
“Prijzen reguleren alles in het economisch leven, dus ook ongewenst gedrag”
Economen zien meer in een prijsprikkel. Prijzen reguleren alles in het economisch leven, dus ook ongewenst gedrag. Verhoog de prijs, dan verlaag je de consumptie leren ons de tekstboekjes. En zo gaat het ook in de praktijk. Denk aan de accijnzen op al die zaken die het leven prettig maken, maar die ook een vervelende kant hebben zoals roken, alcohol en benzine. “Belastingen moeten remmen”, zei econoom Jan Pen altijd. Een heffing op de uitstoot van CO2 past naadloos in die visie.
“Probleem is dat er al een ‘verstandige’ CO2-heffing bestaat: ETS”
Het probleem is dat er al een ‘verstandige’ CO2-heffing bestaat: het ETS. Op dit forum wordt Jos Cozijnsen niet moe om de positieve effecten van het ETS te benadrukken. Volgens zijn laatste bijdrage op 26 maart is het ETS zelfs voldoende om de doelen voor 2030 te halen. Laat die CO2-heffing dus maar zitten. Zitten die economen nu allemaal te slapen?
Nee, natuurlijk. In hun oproep stellen de 70 economen dat de ETS-prijs sterk schommelt en daardoor onvoldoende aanzet tot het terugdringen van de CO2-uitstoot. De prijs van 20 euro per ton CO2 is volgens hun te laag. De prijs moet 50 euro zijn en vandaar dus de heffing.
Daarmee zetten de 70 economen het ETS wel erg snel bij het grofvuil. Het ETS stelt een limiet aan de uitgifte van nieuwe rechten en deze limiet gaat elk jaar met 2,2 procent omlaag tot er in 2057 niets meer resteert. Let wel: dit is een fysieke beperking. Op de lange termijn zal het ETS de CO2-emissies omlaag brengen. Dat is onvermijdelijk, hoe hoog of laag de ETS-prijs op dit moment ook is.
Waarom dan toch dat pleidooi voor een nationale CO2-heffing? Mijn eerste verklaring is dat de economen kennelijk vinden dat het tempo van de reductie niet snel genoeg gaat. 2050 is nog wel erg ver weg en ze willen graag eerder resultaat zien. Ook vertrouwen ze de markt niet, want die zorgt in hun woorden voor ‘schommelende’ prijzen en dat is slecht voor de investeringsbereidheid van bedrijven. De tweede verklaring is dat niet alle bedrijven onder het ETS vallen. Circa de helft van de CO2-uitstoot komt van bedrijven die niet onder het ETS vallen. Een economie-brede nationale CO2-heffing zou alle bedrijven treffen.
“Er zijn naast de CO2-heffing alternatieve prijsprikkels te bedenken.”
De 70 economen hebben dus wel een punt, maar ze vertellen maar het halve verhaal. Wat ontbreekt is de uitleg waarom zij vinden dat de reductie van CO2-emissies onder het ETS te langzaam gaat. Daardoor valt niet te controleren of Jos Cozijnsen gelijk heeft. Wellicht zorgt het ETS al voor een effectieve oplossing. Daar komt bij dat een heffing niet de enige vorm van prijsbeleid is. Ook subsidies en regelgeving zijn een vorm van prijsbeleid, omdat ze invloed hebben op de kosten van bedrijven. Er zijn dus alternatieve prijsprikkels te bedenken. Van der Ploeg laat in zijn wetenschappelijke publicaties zien dat een subsidie (mits goed vormgegeven) bijna net zo effectief is als een CO2-heffing en ook in staat is de wereldwijde temperatuurstijging tot bijna 2 graden te beperken. Maar daar hoor je hem in de media nooit over.
Uiteindelijk zijn economen ook maar mensen. Ik denk dat het kabinet er goed aan doet te beseffen dat achter de oproep van ‘de 70’ ook een politiek motief schuilt. Het gaat om de herverdeling van de lasten. Ze vinden dat bedrijven te weinig betalen en de burger te veel. In de oproep wordt dit expliciet ontkend: “De bedoeling van de koolstofbelasting is niet om de lasten voor bedrijven te verhogen.” Maar van der Ploeg is er tenminste eerlijk over: “Je kunt met de opbrengst heel mooie dingen doen. Bijvoorbeeld een zichtbaar CO2-dividend uitkeren aan huishoudens met lage inkomens. Of de inkomstenbelasting verlagen.”
Inkomensbeleid verpakken als klimaatbeleid is geen goed idee. Laten we het debat over een effectieve aanpak voeren met alle argumenten op tafel en in de wetenschap dat er al een verstandige CO2-heffing bestaat: het ETS.