Zoeken

Vertaal boodschap Energiedialoog naar mensen die rekening betalen

Hans van Cleef, ABN-AMRO, Stop met praten, start met communiceren

De energiedialoog, waarbij tijdens evenementen in het hele land en online door menigeen werd meegedacht over en ideeën aangedragen voor de energievoorziening van de toekomst, werd op 4 juli door minister Kamp afgesloten. Na diverse bijeenkomsten te hebben bijgewoond is mijn conclusie dat er vooral veel werd gepraat, maar er niet veel nieuws werd gezegd.

Dat viel te verwachten. In de sector kent men elkaar, en elkaars standpunten. Voor mij was de grote winst bij deze bijeenkomsten dat het niet enkel een samenzijn was van de traditionele gesprekspartners, maar dat de natuurbeweging en vertegenwoordigers van politiek en de traditionele energieproducenten samenkwamen. Er werd nu tenminste wel samen gepraat (zie ook mijn eerdere column ‘Alweer een dialoog, maar nu mét elkaar'). Hoewel op sociale media de ‘dialoog' rondom de gewenste richting van de energietransitie vaak uitmondt in een hoop polariserend geroeptoeter, bleken de één-op-één gesprekken een stuk constructiever. Van mening verschillen mag, en als je meer dan 140-tekens ruimte hebt voor duiding, nuance en argumentatie, dan blijkt dat de verschillen vaak veel kleiner zijn dan eerder gedacht. Over de richting - minder CO2-uistoot en meer hernieuwbare energie - is iedereen het wel eens. Maar hierbij kijken we vooral naar de productie van energie.

Ook de vraag moet door een transitie
Of je nu wel of niet gelooft in de toekomstscenario's van het Internationaal Energie Agentschap, van energiebedrijven als Shell of BP, of van Natuur & Milieu, over één ding is men het in deze scenario's allemaal eens. Een heel groot deel van de actie ten behoeve van de afspraken in het klimaatakkoord - namelijk het begrenzen van de mondiale temperatuurstijging - moet komen van efficiency. De aandacht van de traditionele media, de politiek en op sociale media gaat vooral uit naar het aandringen op het - het liefst per direct - stoppen met investeren in, en produceren van fossiele energie. Dit is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. Omdat zo'n 94% van onze energievoorziening nog afhankelijk is van fossiele brandstoffen is het onmogelijk - en zelfs zeer onwenselijk - om in één keer de spreekwoordelijke stekker uit de traditionele energievoorziening te trekken. Dit zou immers leiden tot een complete chaos op het gebied van economie, werkgelegenheid en energiezekerheid. Naast de focus op productie, moet er daarom ook gekeken worden naar de transitie rondom de vraag naar energie.
“De energie-intensieve industrie zal op het gebied van CO2-reductie aanzienlijk meer kunnen bijdragen dan alle huishoudens bij elkaar”
Het belang van energie-efficiency kwam onlangs wel tot uiting in het rapport van VEMW met de passende titel 'Samen op weg naar minder', waarin de energie-intensieve industrie aangaf dat een grote CO2-reductie in de industrie kan, en moet plaatsvinden voor 2050. Voor de energiedoelstellingen is dit natuurlijk fantastisch nieuws. Het was dan ook schrikbarend om te horen dat de gemiddelde Nederlander denkt dat inmiddels 1/3e deel van de energie in Nederland duurzaam wordt opgewekt terwijl dit krap zes procent is. En hier ligt dus de grote uitdaging.

Wie betaalt, bepaalt...niet
De energie-intensieve industrie zal op het gebied van netto CO2-uitstoot reductie aanzienlijk meer kunnen bijdragen dan alle huishoudens bij elkaar. Maar de rekening van de energietransitie zal voor een aanzienlijk deel wel bij diezelfde huishoudens komen te liggen. Na de dialoog, waarbij we een hoop hebben gesproken, is het nu tijd om de boodschap helder en goed beargumenteerd door te vertalen naar diegene die uiteindelijk de rekening gepresenteerd krijgen. De grote noodzakelijke stappen in de energietransitie staan voor de deur. Dit gaan wij met z'n allen merken in de vorm van hogere belastingen, veranderingen aan het landschap, en aanpassingen in onze manier van leven. Zeker omdat een groot deel moet komen uit efficiëntie, en omdat zuiniger aandoen met energie voor iedereen haalbaar is, of zou moeten zijn, is betrokkenheid van iedereen noodzakelijk.

En nu communiceren
Daarom is er nu de noodzaak om ook de rest van Nederland te betrekken bij de energietransitie. Om betrokkenheid te vergroten bij de verduurzaming van de energiemix, draagvlak te creëren en daarmee efficiency te bevorderen, is open communicatie cruciaal. En aangezien de verkiezingsprogramma's ten behoeve van de parlementsverkiezingen van volgend jaar op dit moment worden geschreven, ligt daar een uitgelezen kans voor de politiek om duurzaamheid, energie en economische belangen te verenigen in een eensluidend ambitieus, eerlijk en vooral helder programma. Wij - de industrie, het bedrijfsleven, de milieubeweging en de politiek, die allemaal een link hebben met de energiesector en de transitie vorm geven -, moeten nu dus stoppen met alleen te praten, en naast handelen ook starten met communiceren.

Hans van Cleef is senior sectoreconoom energie bij ABN AMRO Bank, @ABNAMROeconomen. Op Twitter is hij actief onder @hansvancleef. Hij schrijft zijn columns op persoonlijke titel.

Hans van Cleef

Hans van Cleef is Hoofd Energy Research & Strategy bij Publieke Zaken. Op Twitter is hij actief onder @hansvancleef. Hij schrijft zijn columns op persoonlijke titel.