'De sector moet wel open blijven staan voor nieuwe ideeën en innovaties'
Windturbines met verticale as kunnen offshore wind energie goedkoper maken. Dat zegt Theo Bird, oprichter en directeur van Wind Power Ltd.
De mogelijkheden voor offshore wind op de Noordzee zijn enorm, maar worden nog niet volledig benut. Kostenbeperkingen zijn daarbij een belangrijke factor. Innovatieve ideeën die kosten kunnen verlagen zijn daarom welkom en dat is waar het Britse bedrijf Wind Power Ltd om de hoek komt kijken. Het bedrijf werd opgericht door Theo Bird om het onderzoek naar verticale as technologie nader te bekijken.
Interesse verdwenen
Bird: "De technologie was in de VS ontwikkeld en had indertijd de belofte dat het opgeschaald kon worden voor offshore. Maar toen de olieprijzen in de jaren '80 daalden, verdween ook de interesse in verticale as technologie. Wind Power heeft het onderzoek daarnaar weer opgepakt en verder ontwikkeld."
Stress
Het resultaat is de Aerogenerator X, die geen last heeft van enkele van de nadelen van conventionele horizontale as turbines. Die staan onder meer bloot aan structurele stress vanwege de zware ronddraaiende rotorbladen bovenin de constructie. Daartegenover, zegt Bird, ‘'zit bij de Aerogenerator X de aerodynamische belasting op een lager punt en dat maakt het geheel stabieler; het gewicht zit onderin. Je hebt ook niet hetzelfde effect van de wind die de constructie omver probeert te blazen omdat hij de helft minder hoog is dan conventionele windmolens. De technologie aan de basis kan veel simpeler, zwaarder en steviger zijn. Door deze voordelen kan het mogelijk als een drijvende constructie worden gemaakt en dat is veel economischer.''
Prototype
‘'Wij streven ernaar windenergie op zee te produceren tegen dezelfde kosten als windmolens op land. Nu is windenergie op zee op een diepte van 20 meter nog 3 tot 4 keer zo duur.'' Maar voorlopig bestaat de Aerogenerator alleen nog maar als ontwerp. ‘'Onze volgende stap is de bouw van een 100 kW rotor. Die kan op land toepassing vinden en die willen we ook op de markt brengen. De daaropvolgende stap is een prototype van 1MW. De 100kW en de 1MW machines moeten de sector laten zien wat deze technologie kan bieden. Maar realistisch gezien zullen we geen turbine in de zee plaatsen tot 2015 of 2016. Onze ontwerpversie is 10MW maar tegen die tijd besluiten we misschien dat 6MW beter is.''
Lof
Maar daarmee wil Bird de huidige conventionele windturbines niet wegwuiven. ‘'Ik denk dat de huidige offshore projecten alle lof verdienen. We doen daarmee goede ervaring op en fabrikanten zoals Siemens en Vestas zijn heel succesvol. Maar de sector moet wel open blijven staan voor nieuwe ideeën en innovaties.'' Ook, zegt hij, omdat er meer komt kijken bij een windpark dan de turbines. ‘'Veel fabrikanten leveren turbines van de top tot aan de voet van de mast, maar de fundering komt van een ander bedrijf en kan in offshore net zo duur zijn als de turbine zelf. En hoe een project wordt gerealiseerd is net zo belangrijk voor het welslagen.'' In dat verband noemt hij de Nederlandse offshore industrie, die hoog staat aangeschreven.
Maar volgens Bird kunnen er grote vraagtekens worden geplaatst bij het Britse offshore programma als de kosten niet omlaag worden gebracht. Om de doelstelling te halen van 30GW in 2020 moeten er iedere maand zestig windturbines van 5MW in zee worden geplaatst, zegt hij. ‘'We geloven dat verticale as turbines de kosten kunnen drukken, zowel de bouwkosten als de managementkosten, voor bijvoorbeeld onderhoud. Het is niet goedkoop om onderhoudspersoneel per helikopter naar windturbines te brengen, dus als je het onderhoud aan de basis van de constructie kunt doen die je per schip kan bereiken, levert dat ook al een flinke besparing op.''
Foto: Aerogenerator X Wind Power Ltd and Grimshaw