04-03-2019
Nederland leerde dankzij de oliecrisis van 1973 schaarste te voorkomen door een buffervoorraad op te bouwen. Martien Visser noemt dit een wijze les voor de toekomst van onze energievoorziening. Verwacht volgens hem niet dat buurlanden altijd ons energietekort kunnen aanvullen.
Onze energievoorziening verandert in snel tempo. We vervangen kolen door wind en zon, doen het Groningen gasveld dicht en we elektrificeren ons wegvervoer. Het behoud van een betrouwbare energievoorziening is geen vanzelfsprekendheid, maar vergt aandacht. Wat doen we als Rusland en de USA hun gas zelf nodig hebben en het niet op de Europese spotmarkt aanbieden? Of als het straks een jaartje flink minder waait? Of als de ‘Polar Vortex' niet in Noord-Amerika, maar in Europa naar beneden komt?
In 2000 en 2001 beleefde Californië haar energiecrisis. De black-outs deden burgers en bedrijven sidderen. De energiebedrijven gingen failliet. De directe oorzaak was droogte, waardoor er nauwelijks elektriciteit uit omringende staten kon worden geïmporteerd. De structurele oorzaak was zorgeloosheid. De regelgeving was daarom niet adequaat en de investeringen bleven achter. En toen er eenmaal krapte was, maakten de handelaren daar handig gebruik van om de prijzen nog verder op te drijven. ‘Dat nooit weer', dachten de kiezers. Gouverneur Davis werd weggestemd en ingeruild voor sterke man Arnold Schwartzenegger.
Nederland heeft het altijd gemakkelijk gehad. We draaien gewoon Groningen open. Ook het afbouwplan Groningen meldt dat we fors extra gas gaan produceren, mocht dit nodig zijn. Ook hebben we grote gasopslagen. Daar zit 470 petajoule (PJ) aardgas in, 15% van onze totale energievraag. Stel we vullen de Markerwaard met 18 meter water (een flat van zes verdiepingen hoog) boven NAP, dan bevat deze slechts 1 PJ aan energie. Deels zijn onze gasopslagen bestemd voor buurlanden, bij gebrek aan geologie aldaar om zelf ondergronds gas op te slaan.
In 1973 ontdekte Nederland dat de oliemarkt niet zo mooi functioneerde als in de economieboekjes stond. Autoloze zondagen werden ingevoerd. De benzine ging op de bon. Daar hebben we van geleerd. We hebben nu een strategisch olievoorraad van drie maanden met een handelswaarde van ruim 2 miljard euro. Een betrouwbare energievoorzienig kost iets. Het overheidsbedrijf COVA beheert de strategische olievoorraad en werkt daarbij nauw samen met de andere OECD-landen, die eveneens voor drie maanden olie op voorraad hebben liggen.
“Verontrustend: EZK maakt zich vooralsnog geen zorgen”
Nederland heeft Groningen. Andere landen niet. Recent verscheen een studie, waaruit blijkt dat aardgas importerende landen zonder uitzondering kiezen voor 40-60% lange termijn contracten en dus niet volledig vertrouwen op de vrije markt. In antwoord op Kamervragen daarover meldde de minister van EZK aan de Tweede Kamer dat hij zich ‘vooralsnog geen zorgen maakt'. Niet echt geruststellend. De vergelijking met de kapitein van de Titanic gaat wellicht iets te ver, maar toch. Zijn die andere landen nu gek, of zijn wij misschien te naïef?
Misschien een goed moment ook eens na te denken over een betrouwbare energievoorziening zonder aardgas als ruggengraat. De ‘Polar Vortex' kan ook Europa treffen. Bovendien zijn er jaren met weinig Noordzeewind, zo weten we inmiddels, terwijl Noorwegen jaren kent met weinig regen en halfgevulde stuwmeren.
Het klimaatakkoord gaat ervan uit dat aardgas ook ruimschoots na 2030 onze energievoorziening overeind houdt. Ook bij bijzondere omstandigheden en als Groningen gesloten is. Verder rept men van import, als we krap komen te zitten. Echter, in 2030 zijn de Belgische en Duitse kerncentrales gesloten en is Duitsland flink op weg haar laatste kolencentrales te sluiten. Bovendien denken België en Duitsland eveneens dat ze elektriciteit gaan importeren als ze krap zitten omdat het weinig waait.
“Wie bouwt er een onrendabele gascentrale voor als het niet waait?”
We vertrouwen dus op ‘de markt'. In de economieboekjes kun je daarover lezen dat bij krapte de prijzen stijgen, waardoor het gebruik vermindert en partijen gaan investeren in uitbreiding van productie. Dit mechanisme werkt heel aardig wanneer het normale omstandigheden betreft, zoals in de economieboekjes, maar niet in bijzondere situaties. Want wie gaat nu een gascentrale bouwen die alleen voldoende draaiuren maakt als het een jaar weinig waait of als de ‘Polar Vortex' voor Europa kiest?
In België beseft men dit inmiddels. Hoewel de regering heeft aangekondigd in 2025 de kerncentrales te sluiten, ontwikkelt niemand een alternatief. In België worden namelijk ook windparken gebouwd en wie gaat nu een gascentrale bouwen die nauwelijks gebruikt wordt? Een voorproefje wat er kan gebeuren maakte België afgelopen herfst mee. Alleen al het risico op schaarste zorgde voor een verdrievoudiging van de elektriciteitsprijs. Ditmaal kon Nederland nog helpen, dankzij haar overcapaciteit en ten koste van een flinke stijging van de eigen stroomprijzen. Wanneer onze kolencentrales gesloten zijn, is dat over.
Een betrouwbare energievoorziening is geen puur Nederlandse aangelegenheid. De energienetten zijn zodanig verknoopt dat we dit op Noordwest-Europese schaal moeten oplossen. Daar is actie voor nodig, geen zorgeloosheid. Voor gas telt het Groningenveld. Gegeven de doorlooptijden is het jaar 2030 dichtbij. Voor elektriciteit komt daar de sluiting van kern- en kolencentrales bij, terwijl we tegelijk een groter deel van onze samenleving elektrificeren. Schaarste kan dus al voor 2030 ontstaan.
Ik zou graag zien dat het ministerie van EZK haar zorgeloosheid inruilt voor een grondige analyse naar de betrouwbaarheid van ons energiesysteem. Liefst op Noordwest-Europese schaal en tenminste samen met Duitsland. En tevens dat ze passende maatregelen neemt om het huidige niveau van betrouwbaarheid te garanderen. Voor olie hebben we verstandige maatregelen genomen na de crisis en vertrouwen we niet langer alleen op de markt. Laten we dat bij gas en elektriciteit ook doen, maar dan graag voordat daar een crisis uitbreekt.