De energievoorziening gaat veranderen. We gebruiken te veel fossiele energie en stoten te veel CO2 uit. En de aarde beeft in Groningen. Ook de warmtemarkt gaat veranderen. We gaan aardgas uitfaseren, woningen isoleren en over op andere warmtebronnen. Elektrische verwarming (via warmtepompen) en warmtenetten zijn de belangrijkste alternatieven.
“Lokale bijzonderheid: Warmtenetten”
Warmtenetten zijn nu nog een lokale bijzonderheid; slechts 5% van de huishoudens heeft een aansluiting op een warmtenet (ook wel stadswarmte genoemd). Dit gaat veranderen, veel meer woningen krijgen straks warmte van een warmtenet. Het is heel goed denkbaar dat de helft van de woningen die tot 2030 van het aardgas af gaat een aansluiting krijgt op een warmtenet. Natuur & Milieu ambieert 1,2 miljoen aansluitingen op een warmtenet in 2030. En wie bepaalt dat? Dat is de gemeente! Zij bepaalt wanneer een woning van het aardgas af gaat en of deze wel of niet een warmtenet krijgt. Natuurlijk gebeurt dit in overleg met bedrijven, de energieregio en bewoners, maar de gemeente is de regisseur.
“Regisseur met te weinig bevoegdheden”
Het Rijk decentraliseert de transitie van aardgas naar duurzame warmte naar lagere overheden. Dit is vastgelegd in het Klimaatakkoord. Vooral gemeenten krijgen een cruciale rol. Welke wijk gaat elektrisch verwarmd worden met warmtepompen (all-electric) en welke wijk krijgt een warmtenet? Met welke warmtebronnen kunnen die warmtenetten gevoed worden en hoe duurzaam is die bron? Natuur & Milieu heeft een duidelijke visie op wat duurzame bronnen voor een warmtenet zijn: aardwarmte, warmte-koude-opslag, zon, aquathermie, collectieve warmtepompen op groene stroom en restwarmte. Wat Natuur & Milieu betreft kan duurzame biomassa uitsluitend een tijdelijke transitiebrandstof zijn als er geen andere rendabele warmtebronnen zijn en de biomassa niet hoogwaardiger ingezet kan worden. Diverse gemeenten krijgen te maken met biomassaplannen. Is een nieuwe biomassacentrale als bron voor een warmtenet een verstandige keuze? Het formele antwoord op dergelijke vragen ligt bij lokale overheid, zij hebben het beste zicht op rendabele alternatieven en lokale effecten.
“Warmtetransitie is lokale transitie”
En precies daar wringt de schoen. Lokale overheden hebben vooralsnog beperkte mogelijkheden om daarin te sturen en hun verantwoordelijkheid te pakken. De subsidieverlening voor duurzame warmtebronnen wordt gedaan door het Rijk. De visie van de gemeente of provincie speelt daarbij geen rol. Een gemeente of provincie kan een vergunning voor een nieuwe biomassacentrale bijvoorbeeld alleen weigeren op basis van overwegingen ten aanzien van ruimtelijke ordening. Overwegingen ten aanzien van technieken of warmtebronnen gelden dan niet, dus kan de gemeenten hierop niet sturen. Terwijl de warmtetransitie een lokale transitie is met lokaal maatwerk en lokale overwegingen.
“Gemeente buiten spel?”
Met name bij bestaande warmtenetten kunnen hierdoor problemen ontstaan. Juist voor deze netten maken warmtebedrijven plannen voor de uitfasering van bestaande, vaak fossiele bronnen en dat is ook gewenst. Om de overstap te maken naar duurzame bronnen vraagt het bedrijf SDE-subsidie aan, om zo de onrendabele top te financieren. Maar soms ontbreekt het draagvlak voor de bouw van die nieuwe warmte-installatie die het warmtebedrijf voor ogen heeft. De gemeenteraad kan de gemeente dan oproepen tot wijziging van de plannen, maar de gemeente heeft daartoe nu weinig of geen mogelijkheid. Dit brengt het draagvlak voor de warmtetransitie in gevaar en levert onnodig veel vertraging en gedoe op. Natuur & Milieu pleit er daarom voor om lokale overheden instemmingsrecht te geven bij de subsidieverlening door het Rijk. Zo worden moeizame patstellingen voorkomen, moeten alle betrokken partijen werk maken van een zorgvuldige afweging van alle opties en heeft iedereen belang bij een zo groot mogelijk lokaal draagvlak.
“Geef gemeenten stem bij toekennen SDE”
De herziening van de SDE-regeling is nu in voorbereiding. Natuur & Milieu vindt dat gemeenten een stem moeten krijgen bij de toekenning van SDE-subsidie voor warmtebronnen in hun werkgebied. Dat kan door hen instemmingsrecht te geven bij de subsidieverlening. Zo krijgen zij het mandaat dat nodig is om de warmtetransitie vorm te geven. Dit klinkt misschien groots en als een inbreuk op de vrije markt. Maar vergelijk het met de netwerktoets door de netbeheerders om inpassingsproblemen op het net te voorkomen. Alleen gaat het nu niet om een technisch motief maar om draagvlak. Juist draagvlak is cruciaal voor het slagen van de transitie. Als we gemeenten de regie geven, laten we hen dan ook in staat stellen die regie te voeren! Medezeggenschap over de financiering door het Rijk hoort daar onomstotelijk bij!