Sible Schöne: "Onduidelijkheid wie plicht heeft dit
recht te verschaffen"
"Het is een helder voorstel, waarop weinig
valt af te dingen als je tempo wilt maken. Het roept uiteraard de vraag op wat
gemeenten nodig hebben om deze nieuwe taak uit te voeren. Waar hebben
woningeigenaren eigenlijk recht op als de gemeente besluit hun wijk van het gas
af te sluiten? Dit is niet echt duidelijk. In de Energieagenda heeft het
ministerie van Economische Zaken voorgesteld om de gasaansluitplicht (die op
gasnetbeheerders rust) om te zetten in een warmterecht (voor gebouweigenaren).
Volgens het nieuwe regeerakkoord betekent dit warmterecht niet meer dan dat eindgebruikers
aanspraak kunnen maken op een aansluiting op een (verzwaard) elektriciteitsnet
of een warmtenet. Het lijkt me
dat een gemeente die gebouweigenaren verplicht mee te werken aan de uitfasering
van aardgas, met een dergelijke minimale invulling van het warmterecht niet
wegkomt en de plicht heeft om gebouweigenaren een redelijk alternatief te
bieden.
Een redelijk alternatief heeft allereerst te maken met het besluitvormingsproces. Omdat in de meeste gevallen een groot deel van de maatregelen bij de bewoners thuis, achter de meter, moet worden genomen, gaat het hier om veel meer dan de gebruikelijke inspraak. Bewoners moeten een centrale rol krijgen in het besluitvormingsproces. Vertrouwen van bewoners in het proces is essentieel. Gemeenten en bewonersorganisaties zullen samen een breed gedragen model voor het besluitvormingsproces moeten ontwikkelen.
““Gebouwgebonden financiering is onmisbaar””
Een redelijk alternatief houdt ook in dat een bewoner al
tijdens het besluitvormingsproces inzicht krijgt in de vraag wat de mogelijke
alternatieven concreet betekenen voor de eigen woning. In het kader van het
‘warmterecht' voor gebouweigenaren zal de gemeente zelf een deskundig
aanspreekpunt voor bewoners moeten creëren (of financieren).
Dat is simpeler gezegd dan gedaan. In veel woningen zullen besparingsmaatregelen
moeten worden genomen, de CV-installatie moet worden aangepast en in veel
gevallen moet een ventilatiesysteem worden geïnstalleerd. De gemeente zal -
zeker bij oudere woningen - op de een of andere manier moeten organiseren dat een deskundig, klantvriendelijk en
onafhankelijk persoon de bewoner informeert en eventueel langskomt: een soort
architect met energiedeskundigheid en een fatsoenlijk financieringsaanbod. Die
personen bestaan nauwelijks en zullen de komende jaren voor een groot deel
moeten worden opgeleid.
Een redelijk alternatief betekent ook een zekere mate van ontzorging bij
het nemen van de maatregelen. Zeker wanneer er een keuze wordt gemaakt voor een
combinatie van (al dan niet vergaande) besparingsmaatregelen en een
warmtevoorziening op lagere temperatuur, lijkt het noodzakelijk de bewoners te
begeleiden. De ervaringen met de wijkgerichte energiebesparingsaanpak van
partijen als HOOM, KUUB en Buurkracht zijn hierbij relevant. Al deze partijen
denken in termen van een klantreis. Deze zal op de een of andere manier publiek
of privaat moeten worden georganiseerd.
En uiteraard
gaat het ook om de centen. Het alternatief moet ook in financieel opzicht
redelijk zijn. Omdat de kosten van de
verschillende alternatieven voor gas (aanzienlijk) hoger zijn, is het zeker de
eerste jaren noodzakelijk te zorgen voor aanvullende financiering voor de
wijken waar wordt gestart met de gastransitie. Ook hier kan waarschijnlijk
worden geleerd van de ervaringen bij grootschalige renovatie met bewonersparticipatie.
Het idee van wijkbudgetten verdient nadere uitwerking.
Omdat een groot
deel van de bewoners het geld niet heeft om de maatregelen te financieren, is
gebouwgebonden financiering een onmisbaar onderdeel van de transitieaanpak. De
komende jaren moet hiervoor een aanpak worden ontwikkeld, wil een grootschalige
aanpak van de gastransitie vanaf 2021 haalbaar worden. Bij de uitwerking van
dit financieringsinstrument kan ook de vraag worden beantwoord of de markt dit
kan oppakken, of dat het, indien dit onvoldoende van de grond komt of niet
mogelijk blijkt, kan worden betrokken in de energierekening (bijvoorbeeld via
de transportkosten van de netbeheerder).
Sible Schöne is Programma
Directeur van HIER Klimaatbureau. Op Twitter is hij actief onder @HIERisSible