Zoeken

Young professionals: Nederland moet zijn morele verantwoordelijkheid pakken op het gebied van klimaatverandering

Nederland moet zijn historische verantwoordelijkheid pakken en voorloper worden op het gebied van uitstootvermindering en het voorkomen van nieuwe schade door klimaatverandering. Die oproep doet een groep van in de energietransitie werkzame young professionals aan de Nederlandse delegatie bij de aanstaande klimaattop COP27.

De young professionals kwamen op 8 en 13 september samen tijdens de Energiepodium Masterclass om hun visie op de Nederlandse inbreng voor de COP27 te schrijven. Tijdens de tweedaagse Energiepodium Masterclass in Utrecht volgden zij masterclasses van kopstukken uit de Nederlandse energie- en klimaatwereld. Deze sprekers waren onder andere Kim Solberg (clusterhoofd Wereldwijd Klimaatbeleid bij het ministerie van EZK), Roland Kupers (VN-klimaatadviseur), Maxine Tillij (directeur Strategie Energiesysteem bij het ministerie van EZK), Marieke Schouten (wethouder Energietransitie en duurzaamheid/Klimaat Gemeente Nieuwegein) en Olof van der Gaag (voorzitter NVDE). Stientje van Veldhoven (vicepresident WRI) sprak de young professionals toe via een videoboodschap.

Met de opgedane kennis op zak werkten de young professionals vervolgens in intensieve vorm aan een visiedocument voor de Nederlandse inbreng voor de 27e editie van de United Nations Framework Convention on Climate Change Conference of the Parties, die in november plaatsvindt in Sharm-el-Sheikh, Egypte. Het doel van de Energiepodium Masterclass was te komen tot een advies voor de Nederlandse delegatie: waar moet Nederland op inzetten bij de UNFCCC COP27 en welke doelen zijn voor de young professionals belangrijk in het kader van het klimaat en de energietransitie? Het geschreven visiedocument werd tijdens de slotbijeenkomst overhandigd aan Niels Kastelein (directeur Klimaat bij het ministerie van EZK).

‘Een nieuw, duurzaam systeem’

Om te komen tot het visiedocument werkten de young professionals in drie groepen, waarbij elke subgroep haar aanbevelingen opstelde rondom één van de drie pijlers van het Parijsakkoord (gepresenteerd tijdens COP21 in Parijs): mitigatie, adaptatie en financiering. Het overkoepelende sentiment van het advies: Nederland moet meer doen op het gebied van uit het verminderen van uitstoot vermindering en het voorkomen van schade door klimaatverandering. “Door ons historische aandeel aan klimaatverandering hebben we als Nederland een morele verplichting om een bijdrage te leveren aan het verminderen van uitstoot én aan het voorkomen van nieuwe schade door klimaatverandering. We moeten naar een ander narratief dat past bij een nieuw, duurzaam systeem. Als young professionals vinden we dat Nederland de voorloper moet worden in dat nieuwe narratief.”

De young professionals benadrukken in hun advies dat de concrete afspraken essentieel zullen zijn. “Klimaatverandering is actueler en urgenter dan ooit en het is noodzakelijk dat partijen elkaar gaan vinden om concrete afspraken te maken over klimaatmitigatie, klimaatadaptatie, samenwerking tussen landen, publiek-private samenwerking en financiering.”

Pioniersrol voor Nederland

Op het gebied van mitigatie moet Nederland volgens de young professionals inzetten op vraagvermindering en verandering. “Daarmee kan 40 tot 70% van de uitstoot zo al verminderd worden.” Daarnaast belangrijk: “Aparte inzet en doelen voor het vastleggen van koolstof om elk mogelijk mitigatiescenario waar te maken, het eindelijk meenemen van scheep- en luchtvaart, transparantie in de beleidsmaatregelen en het goed kijken naar de keten, zijn nieuwe hoekstenen van de Nederlandse inzet.”

“Adaptatie moet hoger op de mondiale agenda komen te staan”, benadrukken de young professionals. “Wij willen dat Nederland concrete afspraken maakt en alleen investeert in duurzame, klimaatbestendige (minimum ‘2-graad proof') oplossingen.” Ze zien een belangrijke rol voor Nederland weggelegd, waarbij Nederland het voortouw moet nemen als het gaat om samenwerking en het helpen van andere landen draagvlak te creëren om klimaatadaptieve maatregelen te nemen. Ze vinden dat Nederland moet inzetten op regeneratieve systemen, waarbij inkomsten uit mitigatiemaatregelen worden geherinvesteerd in de lokale omgeving, kennis wordt uitgewisseld en een bijdrage wordt geleverd aan de SDG’s.

Voor financiering streven de young professionals naar een structurele verhoging van klimaatfinanciering en een verplichtend karakter van de bijdrage aan het fonds op basis van emissies in de laatste 30 jaar. “Daarnaast zien we een pioniersrol voor Nederland in het creëren van een ‘coalition of the willing’ voor loss and damage en een monitoringrol om de financiering gecoördineerd en gestructureerd op te zetten.”

Tot slot adviseren zij de Nederlandse delegatie ook op het gebied van samenwerking. “In het kader van samenwerken nodigen wij de Nederlandse delegatie uit om over de grenzen van bestaande coalities heen te kijken en juist nieuwe coalities aan te gaan op basis van gedeelde effecten van klimaatverandering.” Daarnaast stellen ze dat ook de private sector stappen moet zetten in het aanjagen van projecten op het gebied van mitigatie en adaptatie.

Wellicht wel het belangrijkste advies van allemaal luidt als volgt: “Naast deze uitgewerkte pijlers vinden we het belangrijk dat de stem van de young professional wordt gehoord. Onze aanwezigheid op de komende COPs borgt dit.”

Klik hier om het volledige advies te lezen.