Zoeken

‘Benut SDE vooral voor echte transitie’

‘Stimuleer vooral de echte transitie en focus niet op tijdelijke lapmiddelen als CCS’, stelt Marjolein Demmers, directeur van Natuur & Milieu. Zij wil niet dat SDE++ vooral ondergrondse CO2-opslag subsidieert, maar pleit ervoor met de SDE-herziening technologie te stimuleren en versnellen die echt gaat helpen om CO2 voor de lange termijn terug te dringen.

Investeer meer in duurzame energieproductie en groene waterstof en andere oplossingen waarmee we de klimaatdoelen van 2030 en 2050 kunnen halen, stelt Demmers. In haar ogen is blauwe waterstof, waarbij de CO2 wordt afgevangen en opgeslagen (CCS) uiteindelijk geen oplossing , en moet de rol van blauwe waterstof in de transitie nog worden aangetoond. “Beperk die ondergrondse opslag nu zo veel mogelijk, want dit schept een opgave voor de generaties na ons. Investeren in CCS leidt de aandacht af van dingen die echt voor de toekomst nodig zijn, zoals de ontwikkeling van groene waterstof.”

Het Klimaatakkoord stelt dat blauwe waterstof de weg moet voorbereiden voor groen. Waarom stapt u hier van af?

“Wij redeneren andersom. Wij vertrekken vanuit een duurzame toekomst waarin groene waterstof een belangrijke rol vervult, zowel in het elektriciteitssysteem als ook als grondstof. En dan redeneren we terug naar vandaag. Hoe krijgen we die ontwikkeling van de grond? Dat betekent investeren in kennis en de techniek van het opwekken van groene waterstof.”

“Blauwe waterstof, waarbij de CO2 wordt afgevangen en opgeslagen is geen oplossing”

Steunt Natuur en Milieu het Klimaatakkoord nog wel?

“We steunen het Klimaatakkoord en werken graag mee aan de uitwerking en uitvoering, ook al is het an sich niet genoeg. Er moet meer gebeuren. We staan aan het begin van een totale verbouwing van Nederland. Met het huidige kabinet is dit akkoord nu het voorlopige resultaat en we hebben ook een Klimaatwet. Er is geborgd dat als dit akkoord niet voldoet, er meer maatregelen moeten komen.”

Lossen we die puzzel wel zo op?

“Inderdaad is het een grote puzzel, maar we moeten deze samen oplossen. Laat de overheidsinvestering en de uitbreiding naar de SDE++ zich richten op de vraag hoe we waterstoftechnologie juist kunnen gebruiken om op lange termijn in te zetten op een schone industrie. Als groene waterstof op de juiste manier wordt geïmplementeerd, draagt het bij aan de versnelling van verduurzaming van de industrie en elektriciteitsvoorziening. We hebben haast. Voor 2030 moet in het kader van het Klimaatakkoord de eerste slag geslagen zijn in de juiste richting. De Rijksoverheid moet daadwerkelijk investeren in groene waterstof.”

“Ik ben er van overtuigd dat er daadwerkelijk een omslag komt naar een wereld zonder fossiele brandstoffen.”

Nederland kan dit toch niet alleen?

“Nederland staat gelukkig niet alleen. We moeten zelf het vliegwiel aanjagen, maar ook de samenwerking aangaan met andere landen. Op termijn zullen landen zoals Australië en Spanje, waar de meeste ruimte is om met groene elektriciteit waterstof te produceren, hun overschot exporteren. Ook naar Nederland. Er moet worden uitgedacht welke rol Nederland past in deze internationale energiemarkt.”

IEA-topman Fatih Birol noemt toekomstscenario’s zonder fossiele brandstoffen onrealistisch. Heeft hij het mis?

“Ik ben er van overtuigd dat er daadwerkelijk een omslag komt naar een wereld zonder fossiele brandstoffen. Het is zaak de mogelijkheden te benutten die we tot onze beschikking hebben. Ons gebruik van grondstoffen en energieverbruik moet anders. We moeten inzetten op een circulaire economie en de energietransitie.”

Voelt Natuur en Milieu zich gehoord door de industrie?

“We zijn in goed gesprek met de industrie en er is nu ook een groene waterstofcoalitie. Industriële partijen en het Rijk kijken naar wat er in Nederland de komende jaren moet gebeuren om groene waterstof verder te ontwikkelen. Als dat lukt, kan de conclusie zijn dat we in 2030 toch een hogere ambitie gaan aannemen voor de wind op zee. We zetten nu nog in op 11 en een half gigawatt voor 2030, maar dat zou verder omhoog kunnen naar 18 gigawatt.”

Meer wind op zee betekent meer activiteit op zee. In hoeverre mag de transitie natuur schaden?

“Op dit moment zijn er meerdere grote problemen voor het leven op aarde. Een daarvan is klimaatverandering en een andere is de afname van biodiversiteit. We zien dat biodiversiteit verder in het rood staat dan het klimaat. Klimaatmaatregelen mogen niet ten koste gaan van biodiversiteit en natuur. Deze verhouding is een spannende bij wind op zee, omdat windmolens invloed hebben op hun omgeving. Wij zetten daarom in op het verminderen van deze effecten en zien dat windmolenparken ook de natuur kunnen versterken.

Hoe gaat dat dan in de praktijk?

“Zo mag er op de bodem bij windmolenparken niet worden gevist en daardoor wordt de onderwaternatuur met rust gelaten. Overigens is de bodem van de Noordzee is een grote zandbak geworden door bodem beroerende visserij. Dankzij het wegblijven van vissers en het plaatsen van fundamenten voor windmolens, krijgt de onderwaternatuur weer kansen. Die wordt daar met rust gelaten en de fundamenten geven het leven onder water een plek zich te ontwikkelen. Er groeit van alles op de pijlers van windmolens en daar kunnen we van leren hoe we de onderwaternatuur terug kunnen brengen in de Noordzee. Zo krijgt die onderwaternatuur een kans en kan het goed komen.”