Rob de Wijk: "Zorg over transitie-discussie zonder oog voor relatie duurzaamheid-economie"
Tijd voor transitie heet een nieuwe studie van De Nederlandse Bank (DNB) over de transformatie van de Nederlandse economie naar een klimaatneutrale. Het is inmiddels duidelijk dat Nederland ten opzichte van het buitenland achterloopt en dat de in Parijs afgesproken klimaatdoelstellingen, en die van het Energieakkoord, door ons land hoogstwaarschijnlijk niet worden gehaald.
Niet geschikt
Dat is niet zo vreemd. Allereerst zijn we gewend aan de gratis gasinkomsten uit Groningen. Wat de gevolgen zijn van het dichtdraaien van de gaskraan blijkt wel uit de recente nieuwe raming van het Centraal Planbureau. De economische groei is voor 2016 naar beneden bijgesteld, omdat er minder gas uit Groningen komt. Bovendien heeft Nederland veel energie-intensieve industrie, zoals de tuinbouw, transport en petrochemie. Die bouw je niet gemakkelijk af. Tot slot is het maatschappelijke klimaat in Nederland momenteel niet geschikt voor ferme oplossingen en doorbraken.
Feitenvrij
Zeker is dat brugtechnologieën noodzakelijk zijn zoals gas in combinatie met afvang en opslag van CO2 (Carbon Capture and Sequestration - CCS). Daarbij is het ook belangrijk om de prijs voor de uitstoot van kooldioxide te verhogen om investeringen in duurzame energie aantrekkelijker te maken. Maar ik zie het bijvoorbeeld niet snel gebeuren dat Nederlandse ondergrondse opslag van CO2 een grote vlucht gaat nemen. Afgezien van de vraag of het technisch mogelijk is, voorzie ik een feitenvrije, schaliegasachtige discussie waarin actievoerders de burger door middel van angstbeelden ervan weten te overtuigen dat die opslag onveilig is.
““Wacht met commentaar op CCS totdat de technische haalbaarheid van alle kanten is bekeken””
Met andere woorden, in een gepolariseerd land als Nederland waar het debat vooral op basis van beelden wordt gevoerd, is de transitie naar een klimaatneutrale economie niet goed te maken. Mijn advies? Wacht met commentaar op CCS totdat de technische haalbaarheid van alle kanten is bekeken.
Economische zelfmoord
Mijn zorg is dat de hele discussie over de energietransitie op een manier gevoerd gaat worden waarbij de relatie tussen duurzaamheid en economie uit het oog wordt verloren. Dit kan slecht uitpakken voor de genoemde energie-intensieve industrie. Dit, gekoppeld aan de effecten van de nieuwe industriële revolutie waarin robotisering centraal staat, kan desastreus uitpakken. Het Rathenau Instituut verrichtte op verzoek van de Tweede Kamer een studie over de effecten op de werkgelegenheid van deze ontwikkeling (Rinie van Est en Linda Kool, Werken aan de robotsamenleving - Den Haag: Rathenau Insituut, 17 juni 2015). De conclusies waren in lijn met die van buitenlandse studies. Grote aantallen banen worden weggeslagen en er is geen idee hoe die door nieuwe kunnen worden vervangen. Ga je dan ook nog eens onbezonnen industrietakken wegsnijden omdat die vervuilend zouden zijn, dan pleeg je economisch zelfmoord.
Mijn advies is om ook hard te gaan studeren op de vraag waarmee Nederland in de toekomst zijn geld wil verdienen. Daarbij moet een koppeling worden gemaakt tussen die nieuwe industriële revolutie, een CO2-neutrale economie en de houdbaarheid van de traditioneel sterke sectoren van dit land, die helaas de minst houdbare lijken te zijn. Dit wordt de belangrijkste opgave van een nieuw kabinet, maar ik zie helaas nog te weinig denkwerk op dit gebied..
Rob de Wijk is directeur van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) en professor Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Leiden. In zijn column gaat hij in op de energievoorziening in het licht van de internationale verhoudingen.