Lang geleden, op 21 oktober 1981, stond ik met honderdduizenden medebetogers op het Museumplein in Amsterdam. We protesteerden tegen de plaatsing op Nederlandse bodem van kruisraketten. Net als de klimaatactivisten van vandaag vreesden wij voor grootschalige vernietiging van het leven op aarde, zij het niet door klimaatverandering maar door een nieuwe wereldoorlog, die deze keer, zo wisten wij zeker, met massavernietigingswapens zou worden uitgevochten. Ik herinner me nog een betoger die een op bordkarton gelijmde plakkaat omhoog hield met de tekst “Liever een Rus in de keuken dan een raket in je tuin” en het logo van de demonstratie, een tekening van de in linkse kring hooglijk gewaardeerde Volkskrant-cartoonist Opland, waarop een boos kijkende huisvrouw met permanentje een raket wegtrapt.
“Achteraf gezien waren we naïef”
Achteraf kun je stellen dat we behoorlijk naïef waren. De toenmalige premier Lubbers, die volgens een groot deel van de menigte zo ongeveer alles vertegenwoordigde wat ze verafschuwden, zag het wel scherp: de toenmalige Sovjet-Unie was een existentiële bedreiging voor West-Europa en de enige manier om de vrede te bewaren was een paradox: bijblijven in de wapenwedloop. De beslissing van de sovjets om nucleaire raketten in Oost-Europa te plaatsen die ook ons land konden bereiken, moest dus worden beantwoord met de plaatsing van minstens gelijkwaardig wapentuig dat de andere kant op wees. Alleen als de Sovjet-Unie zou stoppen met het plaatsen van kernraketten, zouden er geen nieuwe Amerikaanse kernwapens worden geplaatst (het zogeheten ‘dubbelbesluit’). Uiteindelijk werd deze kwestie ingehaald door andere ontwikkelingen. Het Sovjetrijk stond op het punt aan haar eigen tegenstrijdigheden en inefficiëntie te bezwijken. Haar laatste leider, Gorbatsjov, begreep dat het zo niet verder kon en sloot een ontwapeningsovereenkomst met de Amerikanen. Over het dubbelbesluit werd niets meer vernomen.
“Protesten van toen doen denken aan klimaatactivisme van nu”
De protesten van toen, doen me sterk denken aan het klimaatactivisme van nu. Code Rood, Extinction Rebellion, Greta Thunberg en haar devote volgelingen en alle anderen die radicale maatregelen eisen om de opwarming van het klimaat te beteugelen en machthebbers en de ‘fossielen’ de huid vol schelden, hebben met de actievoerders van toen gemeen dat ze boos zijn en precies weten hoe het niet moet, maar weinig oog hebben voor de complexiteit, tegenstijdigheden, belangenconflicten en duivelse dilemma’s die de werkelijkheid per definitie met zich mee brengt. Het moet immers radicaal anders, koste wat het kost en wel nu.
“Versimpeling maakt wereldbeeld helder, nuance leidt af”
Versimpeling helpt daarbij. Bij een overzichtelijk wereldbeeld horen eenvoudige tegenstellingen: goed-fout; zwart-wit; hoog-laag; aan-uit, enzovoort. Een activist met mooie idealen is een binair wezen. Nuances en paradoxen leiden maar af van het Heilige Doel. Met al die anderen dacht ik destijds ook dat het eenvoudig was: weg met al die wapens, waarna we in broederlijke harmonie met de Russen de Koude Oorlog zouden kunnen beëindigen. Achteraf bezien hopeloos goedgelovig natuurlijk, maar het hoort bij het wereldbeeld van de jeugdige idealist.
Idealisme kan ook gevaarlijk zijn. De parallel met socialisme en communisme ligt voor de hand. Ooit begonnen als een idealistische beweging die korte metten wilde maken met het schrijnende onrecht en de onderdrukking van het proletariaat maar al spoedig verzand in harde economische realiteiten en niet te vergeten individuele menselijke zwakheden zoals egoïsme, hebzucht, machtshonger, intolerantie of gewone domheid, met als gevolg onderlinge strijd, nog schrijnender onrecht, nog wredere onderdrukking, zelfs genocide. De door (onder anderen) aan Churchill toegeschreven grap dat wie op z’n achttiende geen communist is, geen hart heeft maar wie zich op z’n dertigste nog steeds communist noemt, geen hersens, vat het wel zo ongeveer samen.
“Actievoerders wijzen erop dat verandering onvermijdelijk is”
Betekent dit nu dat ik klimaatactivisme afwijs? Allerminst, want hier stuiten we op een andere paradox: we hebben die actievoerders hard nodig om gevestigde belangen ervan te doordingen dat verandering, vernieuwing en aanpassing onvermijdelijk zijn. Zonder klimaatactivisten was dit thema denk ik geen maatschappelijke en politieke prioriteit geworden. Daarvoor is klimaatverandering teveel een sluipmoordenaar en te weinig een acute dreiging. Maar voor de daadwerkelijke oplossing van dit megavraagstuk hebben we helaas niet zo veel aan ze. Dat is naar mijn overtuiging dan ook niet hun functie. De uitvoering van klimaatmaatregelen moeten we overlaten aan pragmatisch en wetenschappelijk denkende mensen, die misschien niet snel de straat zullen opgaan, maar oprecht zoeken naar oplossingen en daarbij gelukkig beseffen dat je het ene probleem (klimaatverandering) in ieder geval niet oplost door een ander te veroorzaken of verergeren (onvoldoende beschikbaarheid en betaalbaarheid van energie, werkloosheid, armoede, falende ouderenzorg om er een paar te noemen).
“Geef Greta Thunberg niet meer dan morele macht”
Dus: hulde aan Greta Thunberg en de haren. Laten we waarderen dat ze er zijn, maar tegelijkertijd voorkomen dat zij en haar geestverwanten meer verwerven dan morele macht. Net als die tienduizenden met wie ik destijds op het Museumplein stond. We waren oprecht bezorgd en verontwaardigd over de wapenwedloop, maar konden niets beters bedenken dan eenzijdige ontwapening, iets wat het risico op een allesvernietigende oorlog juist zou hebben vergroot. Maar we maakten tenminste duidelijk dat het leven het waard is om beschermd te worden. Die boodschap heeft niets aan actualiteit ingeboet.
-------------
Coverfoto is ontworpen met behulp van www.freepik.com</a