Zoeken

Pampus redt zichzelf, wat leert de rest hiervan?

Zon en wind houden straks forteiland Pampus duurzaam zelfvoorzienend. Wat kunnen wij van dit UNESCO-erfgoed leren?

Als onderdeel van de Stelling van Amsterdam, was Fort aan het Pampus van 1895 tot 1933 dankzij allerlei technische innovaties zelfvoorzienend op het gebied van onder andere water en energie. Bijna een eeuw later neemt het voormalige militaire forteiland zijn verantwoordelijkheid in de energietransitie: Pampus wil het eerste publieke erfgoed in Nederland worden dat zelfvoorzienend opereert, gebruikmakend van circulaire principes en zonder fossiele verbranding.

Ruim 200 soldaten waren er nodig om op Pampus onder andere drie snelvuurkanonnen en twee reusachtige Krupp-Gruson-kanonnen te bedienen, die met granaten van 1 tot 1,25 meter dood en verderf konden zaaien als Amsterdam vanaf de Zuiderzee werd aangevallen. Tot het forteiland in 1933 door de aanleg van de Afsluitdijk zijn functie verloor, kon het garnizoen het bij een eventuele belegering een hele tijd uitzingen: wat water en energie betreft, was Pampus niet afhankelijk van het circa drie kilometer verderop gelegen vasteland. “Dat zelfvoorzienende karakter is nooit verdwenen,’ verzekert directeur Tom van Nouhuys van Forteiland Pampus. “Als boegbeeld van UNESCO-werelderfgoed Stelling van Amsterdam en als trekpleister op het gebied van recreatie, educatie en natuur, trekt Pampus met onder andere een restaurant en een museum tegenwoordig jaarlijks meer dan 50.000 bezoekers. De energietransitie waar Nederland voor staat, biedt een unieke kans om van het forteiland ook een proeftuin voor continue innovatie op het gebied van duurzaamheid te maken.”

“Zeekabel bedreigde zelfstandige karakter Pampus”

Het interview met Van Nouhuys vindt half juni plaats in het kantoor van de Stichting Forteiland Pampus in Muiden. Een enorme luchtfoto van het forteiland aan de wand illustreert zijn verhaal, dat net weer een stuk concreter is geworden: het stichtingsbestuur heeft een dag eerder het businessplan goedgekeurd dat van Pampus een volledig duurzaam, zelfvoorzienend eiland moet maken. “Vroeger werden er kolen naar het eiland vervoerd, de laatste decennia wordt de benodigde stroom opgewekt met enkele aggregaten op dieselolie die op hun laatste benen lopen”, legt hij uit. “Een discussie over de vervanging van de aggregaten legde de basis voor de nieuwe, ambitieuze duurzaamheidsdoelstellingen van Pampus. Want als alternatief voor de aanschaf van nieuwe aggregaten kwam aansluiting van het forteiland op het elektriciteitsnet in beeld, door een onderzeese stroomkabel aan te leggen. Maar dat zou een einde maken aan wat Pampus zo uniek maakt: zijn zelfvoorzienendheid, ook op energiegebied.”

“Zeventig zonnepanelen als vingeroefening voor duurzaam Off-Grid”

De voorzichtige gedachte aan ‘On-Grid’, voor het eerst in de historie van Pampus, legde volgens Van Nouhuys de basis voor een discussie over de mogelijkheden van ‘duurzaam Off-Grid’: “Een eerste vingeroefening was de realisatie van zeventig zonnepanelen op het dak van het paviljoen. De stroom die ze opwekken, wordt sinds enkele jaren opgeslagen in accu’s die afkomstig zijn uit auto’s. En gehost door ZOWN, een van onze samenwerkingspartners, is er een energiemanagementsysteem dat vraag en aanbod van energie op het eiland aan elkaar koppelt.”

“Andere mindset: Energie is straks niet meer onbeperkt beschikbaar op Pampus”

Naast Liander-dochter ZOWN zijn ook de provincie Noord-Holland, Port of Amsterdam, Kirkman Company, WaterNet, De Groot Installatiegroep en de Nationale Energiecommissie partners van Pampus. ‘Energievraag volgt energieaanbod’ is een van de belangrijke uitgangspunten van het businessplan, waarin ‘erfgoed’, ‘energietransitie’, ‘exploitatie’ en ‘educatie’ op evenwichtige wijze zijn geïntegreerd. “Eind 2021 moet het eiland fossielvrij zijn,” legt Van Nouhuys uit. “Maar wat als er straks een groep van duizend personen wil komen barbecueën? Het is niet de bedoeling dat er dan alsnog wat extra aggregaten worden geplaatst. Energie is straks niet meer onbeperkt beschikbaar op Pampus. Dat vergt best een mindset, zeker als je het aantal bezoekers ook nog eens wilt laten groeien naar 100.000 per jaar.”

1907-Tom-van-Nouhuys-PAMPUS
“‘Nog los van de uitkomst hoop ik dat deze exercitie op Pampus ons vooral leert hoe we de discussie met elkaar moeten voeren.’”

Reductie van de energievraag, een combinatie van zonne- en windenergie, forse energieopslag en een ‘micro-grid platform’, zijn de belangrijkste elementen van de hernieuwbare energiestrategie van Pampus. “Waarbij het micro-grid platform voorkomt dat we buitenproportioneel moeten investeren in energieopslag,” legt Van Nouhuys uit. “Als je weet dat je krap zit in je opgewekte en/of opgeslagen energie, kun je je energievraag beïnvloeden, bijvoorbeeld door sommige apparaten later aan te zetten of eerder uit te schakelen. Een micro-grid platform regelt dat en kan daarnaast voorspellen wat vraag en aanbod doen, op basis van ervaringen uit het verleden. Bottom-line is dat je energievraag en -aanbod veel slimmer op elkaar kunt afstemmen en daardoor minder energieopslag nodig hebt.”

Over twee jaar verrijst een nieuw, circulair paviljoen, dat de verbinding gaat vormen tussen die duurzame technieken en het historisch erfgoed. Van Nouhuys: “Functionele vernieuwingen en het herstel van historische bebouwing die in de loop der jaren verloren is gegaan, zoals de genieloods en het mistklokhuis, zullen de historisch relevante ruimtelijke kwaliteit op het eiland verbeteren. Dat daarbij duurzame technieken worden ingepast in werelderfgoed, levert kennis en ervaring op waar de hele erfgoedsector zijn voordeel mee kan doen. Zonnepanelen kunnen we kwijt op het dak van het nieuwe paviljoen, maar waar en hoe wekken we de windenergie op die we nodig hebben om het energieplaatje rond te krijgen? Dat is een interessante zoektocht waar we bezoekers en stakeholders graag over vertellen en in meenemen, als onderdeel van het verhaal van Pampus dat een unieke mix is van cultuurhistorie, zelfvoorzienendheid en duurzaamheid.”

“Crowdcamping: magische nacht op onbewoonde eiland betaalt transitie”

Uit het businessplan blijkt dat met de realisatie van een duurzaam, zelfvoorzienend Pampus 5 à 6 miljoen euro is gemoeid. Samen met onder andere Port of Amsterdam is het werven van derdengelden in volle gang. In dat verband mag het ‘crowdcampen’ niet onvermeld blijven: kampeerliefhebbers kunnen deze zomer kiezen uit diverse arrangementen, waarbij een deel van de opbrengst van de ‘magische nacht op het onbewoonde eiland’ bedoeld is voor de energietransitie van het forteiland. “Wat we willen is technisch al haalbaar,” zegt Van Nouhuys. “De uitdaging zit ‘m vooral in de balans tussen ‘energietransitie’ enerzijds en ‘exploitatie’ en ‘erfgoed’ anderzijds. De focus in onze plannen ligt nu op zon en wind, maar mogelijk is geothermie of warmte/koude-opslag ook een optie. Bijvoorbeeld als de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed toch onoverkomelijke bezwaren blijkt te hebben tegen windmolens op Pampus.”

“Pampus leert hoe we de discussie moeten voeren. Niets doen is geen optie.”

De puzzels die op Pampus moeten worden opgelost zijn niet uniek, voegt hij er aan toe. Overal in Nederland worden beheerders en eigenaren van erfgoed ermee geconfronteerd. “Nog los van de uitkomst hoop ik dat deze exercitie op Pampus ons vooral leert hoe we de discussie met elkaar moeten voeren. Van welke organisatie je ook bent, wat je rol ook is: niets doen is geen optie, ook erfgoed moet worden verduurzaamd. Ik hoop dat Pampus eens te meer de geschiedenisboeken in gaat als de plek waar alle betrokkenen bereid waren uit de eigen loopgraven en schuttersputjes te stappen, om samen het fundament voor een duurzame, zelfvoorzienende toekomst van het forteiland te leggen.”

“‘Energievraag volgt energieaanbod’ is belangrijke uitgangspunten van het businessplan”

Binnenkort wordt bekend gemaakt welke architect het nieuwe, circulaire paviljoen gaat ontwerpen, dat vanaf 2021 het nieuwe visitekaartje is van het duurzame Pampus. Opvallend is dat de verduurzaming van de uit vijf schepen bestaande vloot van het forteiland nog het minst concreet is in het plan van aanpak. Van Nouhuys: “Natuurlijk geeft het geen pas om naar een duurzaam zelfvoorzienend eiland te varen met schepen die van een dieselmotor zijn voorzien. Temeer daar de impact groot is, want bezoekers ruiken de dieselwalmen als ze van Muiden naar Pampus worden vervoerd. Bovendien zijn die vijf schepen goed voor net zoveel CO2-uitstoot als het hele forteiland. Omdat je niet alles tegelijk kan, zeker financieel, ligt de focus in eerste instantie op het eiland zelf, maar daarna zal de vloot zeker worden geëlektrificeerd, als sluitstuk van het 100 procent fossielvrij maken van Pampus.”