Terwijl de ambities huizenhoog zijn, komen de grenzen van de groei van zon en wind in zicht. We worden dwarsgezeten door volle netten, er is groeiende maatschappelijke weerstand en elektriciteit uit zon en wind komt steeds vaker onze oren uit. De uitbreiding van het elektriciteitsnet blijkt ook veel duurder dan verwacht en tarieven lopen enorm op. Recent moest minister Jetten melden dat de aansluiting voor de komende 14 GW aan offshore windparken 40 miljard euro, dat is 5.000 euro per gezin, duurder wordt dan de eerder gerapporteerde 50 miljard euro. Over de aansluitkosten voor de 50 GW (!) aan offshore windplannen vanaf 2030 bleef hij stil. Ik geef u op een briefje dat zijn opvolger daar niet mee weg komt.
Natuurlijk blijven zon en wind op land de komende jaren groeien. Maar het zal trager gaan, zoals PBL overigens al heeft voorspeld. Tegelijkertijd willen we ons CO2-reductietempo opschroeven. Andere reductieopties worden daarom belangrijker. Een daarvan is blauwe waterstof. Dat wordt gemaakt uit aardgas of olie, waarbij de vrijkomende CO2 wordt afgevangen om diep onder de zeebodem in lege gasvelden of zoutwaterlagen opgeborgen te worden.
“Energietransport in de vorm van nieuwe waterstofleidingen kost twintigmaal minder dan elektriciteit”
Met waterstof als energiedrager kan de bestaande gasinfrastructuur worden benut. Enorm belangrijk, want de bouw van nieuwe verbindingen is zeer tijdrovend. Het scheelt ook veel geld. Energietransport in de vorm van nieuwe waterstofleidingen kost twintigmaal minder dan elektriciteit. Door bestaande leidingen te gebruiken wordt die verhouding nog beter. Opslagcapaciteit in de vorm van waterstof is duizend maal goedkoper dan bij elektriciteit en vergt bovendien veel minder ruimte. Niet voor niets wordt waterstof in het Nationaal Plan Energie gezien als de ideale back-up brandstof om het elektriciteitssysteem in tijden van stress nog enigszins overeind te houden.
Daar staat natuurlijk tegenover dat blauwe waterstof gemaakt moet worden uit gas of olie. Hoewel het klimaat urgenter is, willen we ook daar van af. Bovendien gaat de productie van waterstof gepaard met 20% rendementsverlies en vergt het extra infra. Blauwe waterstof is daardoor per definitie flink duurder dan aardgas. Omdat het grootste deel van de CO2 wordt afgevangen, hoeft er echter minder te worden betaald voor CO2-uitstoot. Bij de huidige CO2-prijs is blauwe waterstof al bijna concurrerend met aardgas.
“Waterstof vormt de ideale energiedrager voor allen niet eenvoudig kunnen meebewegen met variabel aanbod”
Het toekomstige waterstofsysteem zal veel robuuster zijn dan het stroomsysteem. Dat komt door de veel goedkopere transport- en opslagmogelijkheden, naast de fysische eigenschappen. Toekomstige waterstofgebruikers hoeven daardoor niet continu mee te bewegen met zon en wind en zullen ook geen risico lopen afgeschakeld te worden als het een keertje niet waait of als het elektriciteitsnet zijn limiet bereikt. Waterstof vormt daarmee de ideale energiedrager voor allen niet eenvoudig kunnen meebewegen met variabel aanbod.
Natuurlijk vormt blauwe waterstof niet het eind van het verhaal. Op termijn zal blauw worden vervangen door groen of door directe elektrificatie. Daar is echter veel extra CO2-vrije elektriciteit voor nodig en die is er voorlopig niet. Zo ligt de uitrol van wind op zee tot en met 2031 al vast en bovendien laat het elektriciteitsnet ons aan alle kanten in de steek. Daarnaast kijken België en Duitsland hongerig naar de Nederlandse hernieuwbare elektriciteitsproductie. De export van stroom naar die landen neemt dan ook snel toe. Voor Nederland is er dan minder beschikbaar.
Met blauwe waterstof kan snel worden gestart en de productie kan gemakkelijk worden opgeschaald. Het is bekende en grotendeels uitontwikkelde technologie en aardgas en olie zijn de komende decennia ruim voorradig. De route via blauw verschaft aldus tijd voordat haar rol zal worden overgenomen door grootschalige groene productie op de Noordzee en import uit Afrika en het Midden Oosten. Uiteindelijk kunnen de installaties voor blauwe waterstof dienen als strategische back-up, mocht het een jaartje veel minder waaien op de Noordzee of de import van groene waterstof tegenvallen.
“Blauwe waterstof draagt bij aan economische groei en versterking van de positie van Nederland en Europa”
De EU streeft naar 90% CO2-reductie in 2040. Een enorme opgave die voor een belangrijk deel dreigt te worden bereikt door de maakindustrie uit de EU te verjagen. Een proces dat al volop plaatsvindt. We kunnen dan straks in Europa onze handen wassen in onschuld, terwijl we onze zonden voor de CO2 die we buiten de EU veroorzaken in Brussel kunnen afkopen via CBAM. Voor het klimaat helpt dat uiteraard geen zier. Logischerwijs gaan er steeds meer stemmen op om het EU-reductiedoel af te zwakken.
Snelle introductie van blauwe waterstof jaagt de innovatie aan. Dat is belangrijk, want er moet nog veel ontwikkeld worden. De hele wereld kan daarvan profiteren. Blauwe waterstof biedt ons tevens de kans het elektriciteitssysteem in 2035 CO2-vrij te maken. Dat is thans een kansloze missie. Het belangrijkste argument is echter dat blauwe waterstof de mogelijkheid biedt meer maakindustrie in de EU te behouden zonder dat daarvoor de CO2-reductie ambitie te zeer hoeft te verwateren. Integendeel wellicht: de beschikbaarheid van blauwe waterstof zal helpen sommige maakindustrieën terug te halen, waarmee CO2-emissie elders op de wereld voorkomen wordt. Blauwe waterstof draagt aldus bij aan economische groei en versterking van de positie van Nederland en Europa.
“Want dat is nog een voordeel van de route via blauw: het vergemakkelijkt de inpassing van groen”
Duitsland ziet dat goed en heeft via zijn staatsenergiebedrijf SEFE een langlopende overeenkomst met Noorwegen gesloten voor import van aardgas en blauwe waterstof per 2029. Ik beveel het nieuwe kabinet aan snel een vergelijkbare overeenkomst te sluiten. Door samen met Duitsland op te trekken kan schaalgrootte worden verkregen, ook op het gebied van innovatie, waardoor de kosten dalen. Daarnaast zou serieus moeten overwogen de Nederlandse LNG-terminals uit te rusten met conversie-units waardoor vloeibare LNG niet alleen als aardgas, maar ook als blauwe waterstof Nederland kan binnenstromen.
Voor lock-in hoeven we niet bang te zijn. Alom wordt verwacht dat groene waterstof vrij snel goedkoper zal zijn dan blauwe. Daarna zal blauw snel door groen overvleugeld worden. Mocht dat onvoldoende lukken, dan kan via regelgeving te zijner tijd worden geregeld dat er een oplopend minimum percentage groen wordt geïntroduceerd. Want dat is nog een voordeel van de route via blauw: het vergemakkelijkt de inpassing van groen. Zeker in de beginfase wanneer groene waterstof idealiter alleen wordt geproduceerd op momenten dat elektriciteit uit zon en wind ons de oren uit komt. Tot slot schept de route via blauw ruimte de leercurve voor groen op een ordentelijke manier te doorlopen en de kosten dalen. Daarmee kan veel geld worden bespaard.
Kortom: wie haast heeft om CO2 te reduceren, kiest blauw!