Begin maart kwam het Chinese Nationaal Volkscongres (NPC) bijeen. Het Congres keurde de conceptversie van het 14de vijfjarenplan (2021-2025) goed. Het vijfjarenplan geeft een strategische richting aan de economische ontwikkeling en de daarmee samenhangende onderwerpen. Eén van die onderwerpen is het Chinese energie- en klimaatbeleid. Hoewel het plan vooral een continuering was van het bestaande beleid, viel er toch een aantal dingen op. De Chinezen verwachten een piek in de CO2-uitstoot vóór 2030 – sommigen zeggen zelfs voor 2025 – en streven naar een CO2-neutrale economie in 2060. Dit is dan wel tien jaar later dan de meeste landen momenteel nastreven. Maar over het algemeen betreft dat dan landen die al veel verder ontwikkeld zijn en daarom een minder sterke economische groei – en daarmee minder drang naar meer energie – hebben.
Verder streeft China een verlaging van 18% van de ‘CO2-intensiteit’(1) na, en een verlaging van 13,5% van de ‘energie-intensiteit’(2) richting 2025. Het rapport laat, net als in eerdere edities, zien dat er zorgen zijn om de stijgende energieconsumptie en de daarmee samenhangende luchtvervuiling. Het geeft aan dat de noodzaak voor hogere energie-efficiëntie en een transitie naar schone energiebronnen groot is. Het land worstelt duidelijk met het stijgende energiegebruik dat gepaard gaat met een hogere levensstandaard.
“China is de grootste als het gaat om groei van de opwek van duurzame energie, kernenergie en kolen”
Al decennia lang kan het aanbod van energie de Chinese groei van de vraag naar energie niet of nauwelijks bijhouden. Dit zien we ook terug in de ontwikkeling van de energiemix. China is oppermachtig als het gaat om investeringen in energie. Een grafiek van Ember’s Global Electricity Review laat zien dat er mondiaal van 2015 tot 2020 zo’n 2.600 TWh meer energie wordt opgewekt. Ongeveer 1.900 TWh daarvan wordt extra geproduceerd in China. China is de grootste als het gaat om groei van de opwek van duurzame energie (zon-, wind-, waterkracht- en bio-energie), van kernenergie en van kolen. Daarnaast was er een sterke groei van het verbruik van aardgas. Alleen de VS heeft meer aardgas gebruikt voor de productie van elektriciteit, de EU ongeveer evenveel als China. Aangezien dat in de EU en de VS vooral ter vervanging was van kolenstroom is de netto-elektriciteitsproductie in de VS nagenoeg gelijk gebleven en in de EU slechts licht gedaald. Omdat de vraag naar elektriciteit in China harder groeit dan de bouw van duurzame energiebronnen, neemt het gebruik van fossiele brandstoffen zoals kolen en aardgas noodzakelijkerwijs ook toe. De conclusie is dat ‘we’ mondiaal als gevolg van deze ontwikkeling, ondanks de forse investeringen in duurzame energie, toch in 2020 meer fossiele brandstoffen gebruikten voor het opwekken van elektriciteit dan in 2015.
Inzoomend op twee energiebronnen, namelijk kolen en kernenergie, kunnen we concluderen dat beiden in China een compleet ander patroon laten zien dan in Europa, laat staan Nederland. De eerste is kolenstroom. Afgelopen jaar werd in China de bouw van 38,4 GW aan kolencentrales goedgekeurd. Hierdoor is er nu bijna 90 GW aan kolenstroom onder constructie. Tegelijk werd er in 2020 voor 8,6 GW aan kolencapaciteit ontmanteld. Ter vergelijking, na de sluiting van de Hemwegcentrale in Amsterdam (630 MW) draaien er in Nederland nog vier kolencentrales met een gezamenlijke capaciteit van bijna 4 GW. Deze mogen na 2030 geen kolen meer verstoken.
“Nieuwe kerncentrales zijn al lange tijd niet meer gebouwd in Europa”
De andere is kernenergie. In 2020 had China 51 GW aan capaciteit voor elektriciteitsproductie door kerncentrales. Hoewel dit minder is dan de nagestreefde 58 GW aan capaciteit in eerdere vijfjarenplannen blijft het land inzetten op een verdere uitbreiding van het aantal kerncentrales. Sterker, met een voorgenomen bouw van gemiddeld zes kerncentrales per jaar zou de capaciteit in 2025 moeten uitkomen op 70 GW. Door het maken van kerncentrales in serie blijkt dat het kostentechnisch uit kan en de technische kennis op een hoog niveau is/blijft. Ter vergelijking, Duitsland en Frankrijk willen kernenergie steeds meer uit de energiemix drukken vanwege de risico’s. Dat dit niet 1-op-1 vervangen kan worden door duurzame energie leidt tot hogere CO2-uitstoot. In België is de discussie rondom kernenergie weer opgelaaid en lijkt er een patstelling tussen partijen die een snellere sluiting willen van de bestaande kerncentrales met oog op risico’s en partijen die juist een verlenging van de levensduur willen ten behoeve van het klimaatbeleid. En ook in Nederland is er hernieuwde interesse in de energiebron. Nieuwe kerncentrales zijn al lange tijd niet meer gebouwd in Europa (er wordt er nu één gebouwd in het VK, maar verder niets). Onze kennis en kunde is daarom afgenomen, en de kosten liggen daarom hoger dan in China.
De tekst loopt hieronder door.
Waarom China ook vol inzet op kernenergie heeft mogelijk te maken met een ander argument. In een recente column(3) wees John Kemp (Reuters News) terecht op de voorzieningszekerheid die China nastreeft in een economie die steeds meer energie nodig heeft. De bouw van duurzame energiebronnen gaat hard. Desalniettemin wordt het land ook steeds afhankelijker van import van aardgas en olie, met geopolitieke gevolgen. China beschikt over grote reserves steenkolen dat het land goedkoop kan winnen. Dat verklaart het grote percentage kolen in de energie-/elektriciteitsmix. Maar de luchtvervuiling die daarmee gepaard gaat is ook een belangrijk aspect. Deze combinatie maakt dat het kan lonen om meer in te zetten op kernenergie, ook als dit iets duurder is dan bijvoorbeeld kolenstroom.
“China’s massale investeringen in duurzame energie helpen de technologische ontwikkeling enorm”
Hier in het westen wordt er vaak gekscherend gezegd dat ons Nederlandse, of zelfs Europese, beleid er toch niet veel toe doet en dat de Chinezen eerst maar eens wat aan hun uitstoot moeten doen. Vanuit Westerse optiek is er daarom behoorlijk wat commentaar op het vijfjarenplan. Het zou qua CO2-reductie niet ambitieus genoeg zijn en er wordt nog teveel ingezet op fossiele brandstoffen. Vanuit het Chinese perspectief is het juist erg ambitieus. China streeft naar hoge voorzieningszekerheid met een betaalbare en een zo schoon mogelijke energiemix. En dat in een economie waarin de honger naar energie nauwelijks te stillen lijkt door forse economische groei en hogere levensstandaarden. Energie-efficiëntie zal dan ook hoger op de agenda komen te staan.
Volgens mij zouden we wel iets meer begrip mogen hebben voor de Chinese handelwijze ten aanzien van de energietransitie. Hun massale investeringen in de duurzame energie helpen bovendien de technologische ontwikkeling enorm. Ook veel internationale bedrijven bouwen daarmee kennis op of worden door concurrentie gedwongen beter hun best te doen om concurrerend te blijven. Hogere efficiëntie en lagere kosten zijn het gevolg. Door hun aanhoudende investeringen in kernenergie zijn ook daar de kosten acceptabel en is het kennisniveau op peil. En tja, dat ze ook naar hun voorzieningszekerheid kijken en tekorten aanvullen met dié energiebron die zij ruimschoots en tegen lage prijzen voorhanden hebben kan ze niet kwalijk worden genomen. Een argument dat vanuit ons land, met onze 99,99% leveringszekerheid van energie, op dit moment nog moeilijk is voor te stellen.
1 CO2-intensiteit: CO2-uitstoot afgemeten naar de economische groei (CO2/GDP)
2 Energie-intensiteit: Energiegebruik in relatie tot economische groei
3 Er kan gratis op de dagelijkse lezenswaardige Energy nieuwsbrief van John Kemp, Sr Market Analyst Reuters News, ingeschreven worden via deze link