Kernenergie, kernenergie en nog eens kernenergie. Over het hoofdbestanddeel van de energiemix van Frankrijk hoeft geen twijfel te bestaan. Maar de regering wil het aandeel hiervan in 2035 van de huidige 75% hebben teruggebracht tot 50% ten gunste van windenergie.
De brief over de rol van kernenergie in het Europese klimaat- en energiebeleid die enkele lidstaten op 19 maart van dit jaar aan de Europese Commissie overhandigden, sprak klare taal. “Wij zijn ervan overtuigd dat alle emissievrije en emissiearme technologieën die bijdragen aan klimaatneutraliteit actief door de Europese Unie moeten worden ondersteund. Dit geldt met name voor kernenergie.’ De briefschrijvers gaan verder, onder verwijzing naar het Euratom-verdrag uit 1957: “Het staat elke lidstaat dus vrij om kernenergie te ontwikkelen of zich daarvan te onthouden. De ontwikkeling van de nucleaire sector wordt echter betwist door een aantal lidstaten, ondanks de onmisbare bijdrage die deze sector heeft geleverd aan de bestrijding van klimaatverandering.”
“De laatste ondertekenaar baart meer opzien: president Emmanuel Macron van Frankrijk”
En dan, na verwijzing naar de vele hoogwaardige banen die de nucleaire industrie oplevert, eindigen de schrijvers: “Wij maken ons grote zorgen over de EU-beleidsvorming, die kernenergie steeds meer uitsluit. Daarom is dit onze zoveelste dringende oproep om te zorgen voor een gelijk speelveld voor kernenergie in de EU en er rekening mee te houden dat de helft van de lidstaten kernenergie gebruikt, die bijna de helft van de emissiearme opwekking in de Unie oplevert.”
Was ondertekend: zes Oost-Europese lidstaten (Tsjechië, Polen, Hongarije, Roemenië, Slowakije en Slovenië) die al jaren vinden dat de EU te snel gaat bij de vergroening van Europa. Tot zover business as usual. De laatste ondertekenaar baart meer opzien: president Emmanuel Macron van Frankrijk. Op het eerste gezicht lijkt hij enigszins uit de toon te vallen bij de rest van dit gezelschap. Maar schijn bedriegt, want ondanks dat Parijs heeft aangekondigd kernenergie een (iets) minder belangrijke rol te geven in de nationale energieopwekking, wil Macron er zeker nog geen afscheid van nemen. Integendeel.
Wie op een willekeurige dag surft naar de site van RTE, de Franse tegenhanger van Tennet, krijgt een realtime overzicht van waar Frankrijk op dat moment zijn energie vandaan haalt. In het actuele diagram is het grootste vlak ingeruimd voor de kleur geel, dat staat voor nucleaire energie. Op een willekeurige dag: 71% kernenergie, 9% waterkracht, 8% gas, 5% zonne-energie, 3% windenergie, 2% steenkool en 1% bio-energie.
“De overstap op kernenergie was het Franse antwoord op de oliecrisis van 1973”
Met 58 kerncentrales verdeeld over 19 locaties is Frankrijk de op een na grootste producent van kernenergie ter wereld, na de VS. De meest actuele cijfers stammen uit 2018, maar er is geen reden aan te nemen dat er veel aan deze rangschikking is veranderd. Frankrijk stond in dat jaar op de eerste plaats wat betreft het aandeel van kernenergie in de nationale stroomproductie. Op de tweede plek stond Oekraïne en op drie Slowakije, inderdaad een van de ondertekenaars van de brief aan de Europese Commissie. Door de grote rol van kernenergie kent Frankrijk bij de productie van elektriciteit een bijzonder lage uitstoot van CO2. In 2019 lag het Franse gemiddelde op 35 gram CO2 per kWh, 11 keer minder dan Duitsland en 13 keer minder dan de VS.
De overstap op kernenergie was het Franse antwoord op de oliecrisis van 1973, toen de Arabische wereld de olieprijs met 70% verhoogde en maandelijks de productie verminderde met 5%. Deze overstap is Frankrijk rigoureus gelukt, olie wordt niet meer gebruikt voor de elektriciteitsopwekking
“Eind dit jaar zal er in Frankrijk op land 18,3 GW aan windturbines staan opgesteld”
De eerste kerncentrales verrezen in 1977, hetgeen betekent dat een deel van hen inmiddels aan het eind van zijn levensduur is. Vorig jaar sloten de twee centrales in Fessenheim in de Elzas. Zij waren ook de eerste die in 1977 van start gingen. Verder staan er nog 14 centrales op de nominatie om de komende jaren te sluiten. Dat neemt niet weg dat de grootste Franse stroomproducent EDF plannen heeft om enkele nieuwe kerncentrales te bouwen. Maar een beslissing hierover wordt zeker niet voor volgend jaar verwacht.
Omdat Frankrijk jarenlang heeft vertrouwd op kernenergie, is de ontwikkeling van andere duurzame energievormen pas laat op gang gekomen. Maar uiteraard is ook Frankrijk gebonden aan de doelstellingen van het Klimaatakkoord dat in 2015 in haar eigen hoofdstad tot stand kwam. Daarom besloot het Franse parlement in 2019 dat het gebruik van fossiele brandstoffen tegen 2030 met 40% moet zijn gedaald en dat het aandeel kernenergie in de elektriciteitsproductie van rond 75% tot 50% moet zijn teruggebracht in 2035. Het aandeel van hernieuwbare energiebronnen moet in 2030 tot 40% zijn gestegen.
Ambitieuze doelstellingen, die het land ertoe brachten om in te zetten op windenergie. Hierbij timmert men voortvarend aan de weg. Eind dit jaar zal er op land 18,3 GW aan windturbines staan opgesteld. De meeste turbines verrezen in de gebieden langs de westkust. De regio Hauts-de France telt het meeste vermogen: 5,1 GW. Wie afgelopen zomer vanuit Nederland via Lille en Parijs naar zijn vakantieadres reed, heeft zich met eigen ogen hiervan kunnen overtuigen. Langs de Autoroute du Nord is een enorm uitgestrekt windmolenpark verrezen.
“Bij wind op zee moet Frankrijk nog een inhaalslag maken”
Bij wind op zee moet Frankrijk nog een inhaalslag maken. Daarbij helpt het niet dat een gepland windmolenpark voor de kust van Duinkerke op grote tegenstand in België kan rekenen. Het Belgische kabinet wil de aanleg via de rechter verhinderen. De Belgen zijn bang dat de uitzicht van de West-Vlaamse kustgemeenten De Panne, Nieuwpoort en Koksijde wordt verstoord. Ook zouden de 46 turbines op 10 kilometer uit de kust midden in vaarroutes vanuit Oostende naar Engeland komen te staan.
In april volgend jaar kiest Frankrijk een nieuwe president. Onlangs kondigde Anne Hidalgo, de burgemeester van Parijs, aan zich kandidaat te stellen. Zij ontpopte zich de afgelopen vijf jaar als een ‘groene’ burgermoeder. Ze maakte een deel van de oevers van de Seine autovrij en breidde het aantal fietspaden fors uit. Waarnemers betwijfelen of Hidalgo een kans maakt om de volgende Franse president te worden. Zij denken dat de tweede beslissende kiesronde zal gaan, net als de vorige keer, tussen Emmanuel Macron en Marine le Pen. Maar hoe dan ook, met de kandidaatstelling van Anne Hidalgo zal duurzaamheid en duurzame energie tijdens de Franse presidentsverkiezingen beslist een thema worden.
Geschreven door: Adrie Boxmeer