Vlaamse Europarlementariër Kathleen van Brempt: "Zwak akkoord, maar tenminste inzet voor klimaatonderhandelingen Lima"
De Europese Unie heeft na lang touwtrekken nieuwe doelen voor haar klimaat- en energiebeleid vastgesteld. Bij de Europese Raad van 23 oktober bereikten de regeringsleiders een akkoord over het zogeheten EU2030 beleidskader. Ten opzichte van 1990 moeten de EU-lidstaten de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met ten minste 40% verminderen. In datzelfde jaar ligt de productie van hernieuwbare energie op 27% (bindende doelstelling) en ligt het doel voor energiebesparing op 27 procent (niet bindend).
Landen uit Midden- en Oost-Europa, die zich flink hebben verzet tegen het hele pakket, krijgen financiële compensatie en ‘vrije emissierechten' ter waarde van 300 miljoen euro. Deze emissierechten zijn belangrijk voor met name de Poolse economie, die zwaar leunt op haar eigen kolenindustrie. Overigens schaart de Europese Raad zich achter hervorming van het ETS en de introductie van een marktstabiliteitsinstrument, om het aantal emissierechten geleidelijk uit de markt te halen.
Hoewel Europese leiders ronkend waren over het resultaat - "Europa leidt de weg in het gevecht tegen klimaatverandering" zei Raadsvoorzitter Van Rompuy - zijn veel belangenpartijen teleurgesteld. "Deze deal verandert niets aan Europa's afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en de transitie naar een groene economie," stelt Friends of the Earth in een verklaring. Een groep grote bedrijven als Philips en Shell, verenigd in de Prince of Wales's Corporate Leaders Group, vindt de gestelde doelen "zwak" en roept de EU op om vooral te investeren in nieuwe technologieën voor transport en gebouwen.
““Er is een complete onwil bij lidstaten om in te zien dat energie-efficiëntie het toverwoord is.””
De afgesproken doelen zijn minder scherp dan het eerdere voorstel van de Europese Commissie. De 40% CO2-reductie doelstelling kan zelfs naar beneden worden bijgesteld als de Klimaattop van Parijs in 2015 onvoldoende resultaat oplevert, al bezweert Raadsvoorzitter Van Rompuy dat dat niet gebeurt. Verder is weinig terecht gekomen van de wens van de nieuwe Commissievoorzitter Juncker om een bindende doelstelling van 30% energiebesparing af te spreken. Evenmin zijn nationale bindende doelen voor duurzame energieproductie in het beleidskader opgenomen, wat een wens was van onder meer de Tweede Kamer.
De Belgische Europarlementariër Kathleen Van Brempt (S&D fractie) vindt het akkoord "zeer zwak" maar is blij dat er tenminste een afspraak is. Omdat de VN-Klimaatonderhandelingen in december van start gaan in Lima, zou het ontbreken van een Europese inzet zou volgens Van Brempt "desastreus" zijn geweest. "Dan waren we met het schaamrood op de kaken naar Peru vertrokken. Gelukkig is dat voorkomen, omdat een groot aantal regeringsleiders en Raadsvoorzitter Van Rompuy het onderste uit de kan hebben proberen te halen."
De politica had liever gezien dat alle geformuleerde doelstellingen bindend waren geweest. "Er is een complete onwil bij lidstaten om in te zien dat energie-efficiëntie het toverwoord is. Daarmee maken we klimaatdoelstellingen haalbaar, worden we energieonafhankelijker en kunnen we massaal jobs creëren. Het is jammer dat deze win-win strategie niet is omarmd."