Nu op de Klimaattop in Glasgow in november (CoP26) de regels over rapportage door de landen en over het gebruik van de CO2-markt zijn aangenomen, kan het Parijs Akkoord geïmplementeerd worden. Omdat landen vrijwillig de eigen CO2-verplichtingen bepalen – en Nederland via de EU als verplichte partij bij het Parijs Akkoord - is het essentieel dat landen elkaar daar steeds op aanspreken. Afgesproken is dat landen om de vijf jaar een nieuw plan voor de daaropvolgende vijf jaren moeten vastleggen. Dat regeringsleiders elk jaar bijeen gaan komen om de invoering van gemaakte afspraken te checken en aan te scherpen, is de sleutel naar het succes om onder de 1,5 graad opwarming te blijven. Het lukte ook voor het eerst om het gebruik van fossiele brandstoffen zelf in een slotverklaring op te nemen. Het bleek evenwel niet mogelijk landen als China en India te dwingen kolen af te schaffen. Dat ging wel met Zuid-Afrika door daar financiering door het Westen van alternatieven tegenover te zetten.
Uit de Slotverklaring:…. accelerating efforts towards the phase-down of unabated coal power and inefficient fossil fuel subsidies, recognizing the need for support towards a just transition.
Jaarlijks wordt de emissie-trajectorie ge-update. Climate Tracker schat nu in dat we met alle toezeggingen op 2,4 graden zitten; de IEA schat in dat we op 1,8 graden zitten (zie figuur hieronder). Dat is een echte verbetering, want na Parijs in 2015 zaten we nog op meer dan 3 graden. Alles hangt af van het concreet maken van aangekondigde toezeggingen: afschaling van kolen, van afbouw van subsidie voor olie en gas zonder CO2-afvang, 30% methaanreductie in 2030 (leidt tot 0,5 graden temperatuurverlaging) in energiesector, afval en landbouw en het tegengaan van tropische ontbossing. Dit is een brede ‘call for action’ dus! Landen zouden mijns inziens ook moeten overwegen om aanvullende daadwerkelijke ‘afkoelingsdoelen’ te nemen: x graden Celsius gemiddelde temperatuurverlaging van de steden en het land met witte daken en groen-blauwe infrastructuren.
Nederland en de EU moeten nu concreter worden met de klimaatplannen voor 2030, maar ook een tussendoel formuleren voor 2025. En omdat de regels voor de internationale CO2-markt zijn vastgesteld, kan Nederland ook aanvullend bijdragen aan tropische bosbescherming en reducties in landbouw, energie- en afvalsector in ontwikkelingslanden. Daar kan je twee keer zoveel CO2-reductie behalen met hetzelfde geld. Die reductie mag Nederland dan meetellen bij het halen van de CO2-doelen. Het potentieel wordt geschat op 5 miljard ton CO2 in 2030. En ook de CO2-markt reageerde op het besluit. Voor het eerst in de geschiedenis steeg de EU CO2-prijs na een klimaattop en stond maandag op een all time high van 75 euro per ton CO2.
Ik adviseer het nieuwe kabinet om een deel van de verhoging van de 49% naar 55% in te vullen met internationale reductiemaatregelen. Zweden, Noorwegen, Zwitserland maken al CO2-deals met andere landen en Duitsland heeft ook interesse. Nederlandse bedrijven kunnen bijvoorbeeld maatregelen nemen in de eigen supply keten. VNO-NCW liet weten “blij te zijn met de doorbraak voor handel in emissierechten en dat het gaat helpen emissies te reduceren.” En ook Staatssecretaris Yeşilgöz noemde het akkoord over de wereldwijde handel in CO2-rechten een “belangrijke afspraak.”
Het is nu aan de regering en de Kamer te besluiten deze opening van de CO2-markt toe te voegen aan het Klimaatakkoord. Want de overdracht van emissiereducties tellen gewoon mee aan het Nederlandse Klimaatplan: “The use of internationally transferred mitigation outcomes to achieve nationally determined contributions.” De mogelijkheid tot aanpassing biedt de Klimaatwet om het akkoord over de emissiemarkt mee te nemen in artikel 3.f. dat vraagt om een “beschouwing van de wereldwijde en Europese ontwikkelingen op het gebied van de beperking van klimaatverandering voor zover deze relevant zijn voor het Nederlandse beleid”
Welke afspraken zijn er gemaakt over de mondiale CO2-markt?
Over bilaterale CO2-handel tussen landen:
- Partijen hebben afgesproken dubbeltelling te voorkomen door een goede registratie en ‘double entry bookkeeping’ van de overdracht van zogeheten ‘Internationally Transferred Mitigation Outcomes (ITMOs in Artikel 6.2);’ Brazilië verzette zich daar eerder nog tegen. “Each participating Party shall have, or have access to, a registry for the purpose of tracking and shall ensure that such registry records, including through unique identifiers, as applicable: authorization, first transfer, transfer, acquisition, use towards NDCs, authorization for use towards other international mitigation purposes. Het overdragende land telt dan de verkochte credits weer op bij de eigen emissies; dat is de voorgeschreven ‘corresponding adjustment’ van Artikel 6.2.
- Bedrijven kunnen na toestemming deze ITMO's ook gebruiken voor andere internationale mitigatiedoeleinden. Denk aan ETS-verplichtingen en CORSIA, het internationale carbon offset systeem van VN Burgerluchtvaartorganisatie ICAO.
De tekst loopt hieronder door.
Nieuw VN carbon credit mechanisme; einde aan het CDM
- Er komt een nieuw VN-mechanisme voor de uitgifte van carbon credits: het Sustainable Development Mechanism (Art 6.4.). De credits dragen bij aan het halen van de eigen CO2-doelen.
- Ter vergroting van de ambitie van de credits wordt 2% van de credits geannuleerd (mag niet verhandeld worden). En de opbrengst van 5% van credits is voor de financiering van het Adaptatiefonds voor ontwikkelingslanden.
- Als zo’n Art 6.4. credit met toestemming wordt overgedragen aan een ander land, ETS of CORSIA moet deze ook uit de eigen rapportage gehaald worden om dubbelteling te voorkomen (zogenoemde ‘corresponding adjustment’).
- Een minpunt is dat afgegeven credits van het Clean Development Mechanism (CDM), van het Kyoto Protocol - beperkt tot die van 2013-2020 - kunnen worden gebruikt om te voldoen aan het Klimaatplan in 2025. Ongeveer 100 Mton CO2 circuleert er nog aan oude CDM-credits. Ik twijfel of enig land deze zal kopen, omdat ze niet bijdragen aan reductie voor de Parijs-doelen.
Vrijwillige markt blijft aanvullende rol spelen.
- Voor de vrijwillige CO2-markt hebben deze afspraken geen direct effect, omdat art 6.2 en 6.4. regels geeft voor landen. Bedrijven kunnen wel binnenlandse zogenoemde Art 6.4.credits financieren voor hun klimaatneutraliteit en tegelijk het land helpen het doel te halen. Zie onderstaande figuur van Wereldbank met het onderscheid tussen Art 6 en de vrijwillige CO2-markt.
- De praktijk is dat vrijwillige carbon credits het kopende bedrijf helpen de klimaatimpact van zijn resterende emissies te compenseren. Dat is bijvoorbeeld als een Nederlands bedrijf resterende auto-emissies compenseert met carbon credits voor cookstoves in Tanzania van Gold Standard. Er is dan geen internationale overdracht van de credit van het gastland naar het land van het kopende bedrijf. Dus is geen ‘corresponding adjustment’ nodig (zie ook verklaring van Verra). Het is ook erg lastig voor een land te bepalen hoeveel emissies er door een project van de nationale emissies afgaan.
- Zo ziet ook het ministerie van EZK de rol van de vrijwillige CO2-markt. Het telt bijvoorbeeld CO2-reductie voor hernatten van veenweide mee bij de nationale rapportage. En het helpt de koper van de credits van Stichting Nationale Koolstofmarkt (SNK) bij de compensatie van zijn carbon footprint.
- "In de toekomst kunnen carbon credits van projecten wellicht gebruikt worden op de verplichte CO2-markt (ETS), daartoe kunnen volgens Art 24 BIS van de EU Emissiehandelsrichtlijn aan projecten emissierechten vertrekt worden. In de Wet Milieubeheer is die optie opgenomen in Artikel 16.33e. Men wacht op EU-regelgeving.
- Om de ambitie te blijven vergroten, is het van belang dat het gebruik van vrijwillige compensaties hand in hand gaat met absolute zero emissiedoelstellingen door bedrijven. Zie bijvoorbeeld hoe ‘climate neutral certified’ van Climate Neutral Group dat regelt. Overigens zal het gebruik van vrijwillige compensatie uiteindelijk vervangen (moeten) worden door verplichtingen.
Deze regels voor de koolstofmarkt zijn belangrijk om de ambitie verder te vergroten om de emissiekloof te dichten om onder de 1,5 graden Celsius te blijven.