Het klimaatakkoord van Parijs eist dat in 2030 de uitstoot van CO2 moet zijn gehalveerd (met 49% afgenomen ten opzicht van 1999) en in 2050 moet die met 95 % zijn afgenomen ten opzichte van 1999. Vandaar de energietransitie. Maar Zweden wil in 2040 al 100% CO2-neutraal zijn. Dat is de meest ambitieuze doelstelling van alle landen ter wereld. Gaat dat lukken?
In het geval van Zweden lijkt het niet onhaalbaar. Het Fostering Effective Energy Transition rapport van het World Economic Forum vergelijkt de energiesectoren van 115 landen en bekijkt in hoeverre deze landen klaar zijn om de energietransitie te vervolmaken. Dit wordt in een schaal van 1 tot 100% uitgedrukt via de zogenoemde Energy Transition Index. En Zweden prijkt op dit moment bovenaan het lijstje met 79%.
“Zweden heeft een sterke politieke wil om de energiesector te transformeren”
Zweden had toen het klimaatakkoord werd gesloten dan ook al een voorsprong ten opzichte van de meeste landen. De impuls hiervoor kwam kort na de oliecrisis in 1973. De regering wilde toen onafhankelijker zijn van het buitenland in haar energievoorziening. Dat is gelukt. Het land heeft inmiddels niet alleen een kleine afhankelijkheid van geïmporteerde energie, het geeft ook minder geld uit dan andere landen aan energiesubsidies en heeft een sterke politieke wil om de energiesector te transformeren. (Al deze kenmerken gelden ook voor nr. 2 en 3 op de lijst: Finland en Zwitserland).
Terug naar de jaren ‘70. Om inderdaad autonomer te worden, investeerde Zweden flink in kerncentrales, windmolens en waterkrachtcentrales. Ook voerde het land de efficiëntere collectieve stadsverwarming in. Die werd in eerste instantie nog fossiel verwarmd, maar werd gaandeweg vervangen door de stook van afval en biomassa, vooral aangedreven door een hogere belasting op CO2. In 1991, voerde Zweden namelijk een koolstoftaks in en dat is op dit moment de hoogste CO2-belasting ter wereld.
Bovendien kregen energieproducenten in 2003 certificaten voor de productie van hernieuwbare energie en investeerden Zweedse regeringen in het positief beïnvloeden van de publieke opinie over groene energie. Dit gebeurde via zogenoemde ‘energieadviseurs’. Dit alles wierp zijn vruchten af. In 1991 bedroeg het aandeel van de hernieuwbare energieconsumptie al 34%. Toen het klimaatakkoord werd gesloten, in 2016 was dit al 53,9%, dus meer dan de helft. (Ter vergelijking Nederland 6%, bron: Eurostat).
“Over de gehele linie is de houding ten opzichte van de energietransitie positief”
Zweden hoeft dus een veel minder grote afstand te overbruggen. Bovendien durft het maatregelen te nemen waarbij winstmaximalisatie en economische groei niet leidend zijn. Zweden heeft ook de publieke opinie overwegend mee. Men moppert er wel op de hoge brandstofprijzen (waarin een CO2-belasting verwerkt zit). Voor veel Zweden is dat een probleem, omdat de te overbruggen afstanden er veel groter zijn dan in Nederland. Maar over de gehele linie is de houding ten opzichte van de energietransitie positief. Bovendien: Zweden is grotendeels bedekt met bos. Eén derde van alle energie voor verwarming van huizen en warm water voor huishoudens komt van hout. Zweden staat wereldwijd bekend om haar duurzaam bosbeheer. Ook heeft Zweden, vooral in het noorden, snelstromende rivieren met watervallen, waarmee elektriciteit wordt opgewekt. Uit gegevens van het Nederlandse Planbureau voor de Leefomgeving blijkt dat de elektriciteitsvoorziening in Zweden al vrijwel geheel gebaseerd is op hernieuwbare energie en dat de verwarming van twee derde van de huishoudens hernieuwbaar is. Zweden heeft voor veel hernieuwbare hulpbronnen dan ook een gunstige uitgangspositie.
“Toch wordt de eindspurt naar 100% voor Zweden wellicht nog lastig, vooral vanwege de grote uitstoot van het transport”
Nu kunnen we ook af van die kerncentrales, denkt Zweden. Die worden dan ook naast de fossiele elektriciteitscentrales langzaam opgedoekt. Dat is althans de bedoeling. Maar afgelopen winter (2020-2021) werd dat toch een probleem. Het was een strenge winter met weinig zon en weinig wind. En veel behoefte aan warmte en licht. Dus maakte het land gebruik van een fossiele centrale in Karlshamn en werd bovendien stroom – waarvan het maar de vraag was of die groen was – uit Noorwegen, Polen en Duitsland aangevoerd.
En dus kreeg ook het debat over of het sluiten van de kerncentrales wel zo’n goed idee is weer een nieuwe impuls. Die hadden in 2010 al van het toneel moeten zijn verdwenen, maar 6 van de oorspronkelijk 13 centrales zijn nog steeds actief. De Zweedse regering bakkeleit nog over de vraag of de overgang naar volledige hernieuwbare energie beter fossiel of nucleair kan worden overbrugd, alhoewel in 2017 slechts 1% van de elektriciteit fossiel werd opgewekt en 40% nucleair. 39% kwam via waterkracht en het restant via overige duurzame bronnen (bron: World energy balances, IEA Statistics 2019).
Al met al is Zweden heel goed op weg. Toch wordt de eindspurt naar 100% voor Zweden wellicht nog lastig, vooral vanwege de grote uitstoot via transport vanwege de al genoemde lange afstanden. Dus wordt er verplicht bijgemengd met biobrandstoffen, krijgt men een bonus bij de aanschaf van een schone of zelfs neutrale auto en een ‘boete’ bij de aanschaf van een nieuwe auto die meer uitstoot. Na 2030 zouden er geen auto’s meer mogen worden verkocht die op fossiele brandstof rijden. Dan heeft het land nog 10 jaar om alles verder op orde te krijgen en helemaal CO2-neutraal te worden. Je kunt er bijna de updates van een sportcommentator bij denken. Van een heel langzame, maar daarom niet minder spannende wedstrijd.
Lees ook: https://www.energiepodium.nl/artikel/wat-we-kunnen-leren-van-zweden
Bronnen:
https://downtoearthmagazine.nl... Stroomtekort in Zweden door windstille, strenge winter | Trouw https://www.weforum.org/report... https://ec.europa.eu/eurostat/... https://cleantechflanders.com/... https://www.enpuls.nl/trends/t...
Geschreven door: Janneke Juffermans