Hoewel de afhankelijkheid van de EU en Nederland van het Midden-Oosten flink minder is dan vroeger, valt aan de effecten van een flinke verstoring in de leveranties uit deze regio niet te ontsnappen. De Mijnraad constateerde al dat Nederland de zaakjes op het gebied van olie beter voor elkaar heeft dan op het gebied van aardgas. Zolang de koolstofarme alternatieven niet ruim beschikbaar zijn en het Nederlandse energiesysteem niet is getransformeerd, blijft het zaak om de leverantierisico’s op de internationale olie- en gasmarkten in de gaten te houden.
“Een stremming van de Straat van Hormuz is een nachtmerrie scenario voor importerende landen”
De spanningen in het Midden-Oosten liepen in juni hoog op door de uitbreiding van het conflict van Israël met Hamas en Hezbollah naar een directe confrontatie met Iran, waarbij de VS ook een duit in het zakje deed door de nucleaire installaties aan te vallen. In de dagen van het directe conflict nam de nervositeit op internationale olie- en gasmarketen toe in afwachting van de reactie van Iran. De prijsstijgingen vielen gelukkig mee. Wel ging het grote speculeren los over de gevolgen van een mogelijke afsluiting van de Straat van Hormuz, de nauwe doorgang van de Perzisch/Arabische Golf naar de Golf van Oman. Door deze nauwe doorgang tussen Iran en de Verenigde Arabische Emiraten/Oman wordt ongeveer 20 miljoen vaten per dag uit de landen om de Golf vervoerd naar internationale markten (zie figuur 1). Driekwart van deze 20 miljoen vaten is ruwe olie en condensaten en een kwart olieproducten.
Figuur 1

Het aandeel van het Midden-Oosten in de exporten van olie bedroeg in 2024 volgens het Energy Institute ongeveer 40%. Een belemmering van een dergelijk grote oliestroom heeft grote gevolgen. De dreiging van (selectieve) aanvallen is al genoeg om de kosten van vervoer en scheepsbewegingen in de Perzisch/Arabische Golf danig te beïnvloeden. De afhankelijkheid van exporten van vloeibaar gemaakt aardgas (LNG) uit hetzelfde gebied is echter ook groot. De LNG-tankers moeten immers ook door de Straat van Hormuz. Een stremming van de Straat van Hormuz is een nachtmerrie scenario voor importerende landen. China importeert bijvoorbeeld 26% van de totale oliehandel en de EU 22%.
In de jaren zeventig hebben de lidstaten van het Internationaal Energie Agentschap (IEA) strategische olievoorraden aangelegd om dergelijke verstoringen in de aanvoer van olie te kunnen opvangen. Lidstaten van het IEA houden allemaal een strategische olievoorraad aan van minimaal 90 dagen netto importen. Japan en Zuid-Korea hadden in maart 2025 volgens het IEA meer dan het dubbele opgeslagen, terwijl volgens Vortexa, China een strategische reserve aan van 227 dagen aan netto-importen aanhoudt en India van 69 dagen. Een kortstondige blokkade zou dus gemakkelijk vanuit de strategische reserves kunnen worden opgevangen en verklaart de relatief rustige manier waarop werd gereageerd door de oliemarkten.
“Strategische gasvoorraden worden echter meestal niet aangehouden. Vaak worden van (vloeibaar gemaakt) aardgas alleen wintervoorraden aangehouden”
In vergelijking met de jaren zeventig en negentig van de vorige eeuw gaat tegenwoordig het grootste deel van de olie uit het Midden-Oosten naar Aziatische markten, zoals China en India, en niet langer naar Europa en de VS. De VS zijn sinds de schalierevolutie een exporteur geworden van relatief lichte ruwe olie en olieproducten, maar importeren zwaardere ruwe olies van elders vanwege het zogenaamde ‘oliedieet’ van de Amerikaanse raffinaderijen. Sinds de EU sancties op Russische olie en olieproducten importeert de EU vooral uit de VS en andere Atlantische leveranciers. Van de lidstaten van het Internationaal Energieagentschap (IEA) zijn Japan en Zuid-Korea wel nog steeds afhankelijk van het Midden-Oosten (zie figuur 2). Japan en Zuid-Korea betrekken respectievelijk voor 73 en 63 procent van hun olie-importen uit het Midden-Oosten, terwijl India en China respectievelijk 41 en 48 procent van de olie-importen uit deze regio halen.
Figuur 2

Wat minder vaak wordt genoemd is het effect van een blokkade van de Straat van Hormuz op de export van vloeibaar gas (LNG) naar wereldmarkten. Het aandeel van de regio, vooral Qatar en de VAE, in de export van vloeibaar gas (LNG), is met 24% van de wereld LNG handel aanzienlijk. Ook LNG uit de regio gaat voornamelijk naar markten in Azië, zoals Pakistan, China, Taiwan, Zuid-Korea, Japan en India (zie figuur 3). Italië en België zijn twee Europese landen waar LNG uit het Midden-Oosten wordt geïmporteerd.
Figuur 3

Bron: Energy Intelligence webinar
Strategische gasvoorraden worden echter meestal niet aangehouden. Vaak worden van (vloeibaar gemaakt) aardgas alleen wintervoorraden aangehouden. Deze worden na afloop van het verwarmingsseizoen meestal in de loop van het voorjaar en de zomer weer aangevuld voor de volgende winter. Een langdurige verstoring in de aanvoer van vloeibaar gas is daardoor moeilijker op te vangen en kan de opbouw van de wintervoorraad verstoren.
“Veel importerende landen volgden met ingehouden adem de ontwikkelingen omdat bij grotere schaarste er nog meer moest worden opgeboden om aan gas te komen”
De directe gevolgen van een belemmering van de doorvoer van olie en gas uit het Midden-Oosten betreft op het oog vooral Aziatische landen en bedrijven. Deze partijen moeten dan uitwijken naar andere leveranciers. Het is echter niet eenvoudig om de grote marktaandelen van het Midden-Oosten in de olie- en gashandel te vervangen met alternatieven zonder grote prijspieken en tekorten in sommige minder koopkrachtige landen. Veel importerende landen zullen met ingehouden adem de ontwikkelingen hebben gevolgd, omdat bij grotere schaarste er nog meer moet worden opgeboden om aan gas te komen.
Hoewel het volop speculeren over de gevolgen van een afsluiting van de Straat van Hormuz interessante krantenkoppen opleverde, is de les van deze dreigende crisis dat ook in de transitie naar alternatieve koolstofenergiedragers, de beschikbaarheid van traditionele importen nog lang belangrijk blijft. In een wereld waar twee grootmachten vechten om suprematie is een calamiteit in de energietoevoer gemakkelijker denkbaar dan in een rustigere geopolitieke wereld. China heeft zich voorbereid en de VS heeft vooralsnog voldoende eigen productie, waardoor een verstoorde belevering van de EU, Nederland en andere landen niet meer is dan vervelende nevenschade. Die halen nu opgelucht weer adem.