Zoeken

Kamp moet wel in de richting van Noordzeegas gaan

Rob de Wijk: "De grote vraag is: hoe stellen we onze energievoorziening veilig"

De groei van de Nederlandse economie wordt volgens de recente cijfers van het Centraal Planbureau gedrukt door het besluit minder Gronings gas uit de grond te halen. Het was begrijpelijk dat men in Groningen blij was met de verminderde aardgasproductie, want je zal je huis maar voor je ogen zien scheuren. Natuurlijk waren er zure gezichten, zoals die van GroenLinks-Kamerlid Liesbeth van Tongeren en Daniëlla Blanken van de Groninger Bodem Beweging. Hun standpunt is duidelijk: er moet meer gebeuren. De vraag is alleen: wat? De mogelijkheden zijn beperkt.

Inmiddels heeft minister Kamp besloten dat er de komende 5 jaar geen schaliegasboringen mogen plaatsvinden. Bestaande vergunningen worden niet verlengd en nieuwe aanvragen worden niet in behandeling genomen. Overigens houdt Kamp de mogelijkheid van wetenschappelijke boringen open, die in opdracht van de overheid kunnen plaatsvinden.
Onderhand is rond schaliegas een mythevorming ontstaan waarbij de boringen in de Verenigde Staten een afschrikwekkend voorbeeld zijn. Vooral brandend kraanwater staat op het netvlies van velen gegrift en geeft volgens de tegenstanders goed aan wat de risico's zijn. Maar een in juni uitgebracht rapport van het Amerikaanse milieuagentschap meldde dat, enkele kleine incidenten daargelaten, de winning van schaliegas tot nu toe veilig is. Die boodschap komt critici niet uit en het rapport zal ongetwijfeld als broddelwerk naar de prullenmand worden verwezen.
““Nederland is voor 50 procent van zijn energievoorziening van gas afhankelijk””

Inmiddels is Amerika een van de grootste olie- en gasproducenten van de wereld. Het gevolg van de schalierevolutie is dat er nu zoveel olie en gas op de markt komt dat de prijs tot een historisch dieptepunt is gedaald. Mede daardoor gaat het beter met onze economie. Dit leidt tot de paradoxale situatie dat de Amerikaanse schaliegaswinning de terugval van de inkomsten uit Groningen compenseert, waardoor de economie harder kon groeien.

Ik roep hier minister Kamp niet op om schalieboringen toch weer toe te staan, maar geef slechts aan dat er vraagtekens bij het beeld kunnen worden gezet dat critici presenteren. Wat mij betreft schakelen we spoedig geheel over op niet-fossiele brandstoffen, maar dat is voorlopig een irreële wens. Nederland is voor 50 procent van zijn energievoorziening van gas afhankelijk, en dat is een feit waarmee rekening moet worden gehouden.


De grote vraag is en blijft daarom: hoe stellen we onze energievoorziening veilig, zeker nu Rusland door onze sancties wordt getroffen en er een brede Europese wens bestaat minder van dat land voor onze energievoorziening afhankelijk te worden. We zijn nog steeds een van de hekkensluiters als het gaat om duurzaamheid en de oppositie tegen vrijwel alle vormen van niet-fossiele energie zwelt aan. Bijna niemand wil een windmolen in zijn achtertuin. De burgemeesters van de kustgemeenten Katwijk, Noordwijk, Wassenaar en Zandvoort protesteren steeds feller tegen windmolenparken voor de kust, omdat toeristen het strand zullen mijden als ze tegen die windmolens moeten aankijken. Inderdaad, windmolens zijn de grootste horizonvervuilers van de 21ste eeuw.

Die publieke protesten dwingen tot het zoeken naar alternatieven, niet alleen voor fossiele brandstoffen, maar ook voor windmolens. Wat dan wel? Mogelijk biedt zonne-energie ooit een uitkomst. Maar voorlopig blijft het antwoord: gas. Die zal dan uit de Noordzee moeten komen. Kamp maakt zich daar inmiddels hard voor. Ondanks alle bezwaren en vrezen van de milieubeweging zal Kamp die richting wel op moeten gaan. Door het makkelijke geld dat door de gaswinning de afgelopen decennia is verdiend heeft Nederland zich in slaap laten sukkelen zodat nu alles gedaan moet worden om de transitie naar duurzaam te versnellen. Die overgangsfase kan worden verlengd door Noordzeegas, en ja, als het water ons tot aan de lippen stijgt ook met schaliegas.

Rob de Wijk

Rob de Wijk is directeur van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) en professor Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Leiden. In zijn column gaat hij in op de energievoorziening in het licht van de internationale verhoudingen.