Interview Philip Lowe, Oud-DG Energie voor de Europese Commissie
Onlangs organiseerden het Centre for European Reform en Carnegie Europe een bijeenkomst over de relatie tussen Rusland en de EU. Philip Lowe, oud-Directeur Generaal Energie voor de Europese Commissie, pleitte er voor een nieuw perspectief in de relatie tussen de twee wereldmachten. "Er is een ideeënstrijd gaande in Rusland tussen te veel controle en de vrije markt. Die moet gewonnen worden."Hoe denkt u dat een nieuw perspectief in de relatie tussen Rusland en de EU kan ontstaan?
"Ik denk dat we de Europese strategie om onze energie-import te diversifiëren niet moeten presenteren als beleid tegen één land. Europa heeft altijd de ambitie voor een open markt voor energie gehad. Bedrijven kunnen dan profiteren van de grootte van onze markt; consumenten kunnen hun energie van verschillende bedrijven inkopen. Landen kunnen gebruikmaken van de Europese netwerken, onafhankelijk van wie ze heeft gebouwd. Het principe is: Europa is open voor handel, en dat geldt ook voor de stroom- en gasnetwerken.
Vanuit dat oogpunt zouden we als Europeanen heel geïnteresseerd moeten zijn in bedrijven die ons energie kunnen leveren. Als zij het voor competitieve prijzen kunnen doen en ons voorzieningszekerheid kunnen garanderen, is dat het ideaal. Dat geldt als je Algerijn, Noor of Rus bent, of LNG exporteert uit de Verenigde Staten."
““We willen geen quota op Russische bedrijven””Gelooft u echt dat als de EU Gazprom een dergelijk perspectief geeft, ze daarnaar zal handelen?
"Er is een ideeënstrijd in Moskou en de boardrooms van de Russische bedrijven, die gewonnen moet worden. Op hun drempel staat een enorme Europese markt die, als hij opengesteld wordt, een fantastische kans biedt.
Degenen die proberen te zorgen dat de Russische economie werkt, staan voor een enorme uitdaging. Ze moeten lessen trekken uit wat er gebeurt als je te veel controle oplegt, en goed kijken naar het alternatief: de open markt. Als hun kosten competitief zijn en hun service goed, kunnen de marktaandelen van Russische bedrijven in Europa groeien. We willen geen quota op Russische bedrijven."
Kan Gazprom dat waarmaken?
"Absoluut. Er zit een enorm potentieel in het bedrijf voor besparingen en het verminderen van verliezen in hun productieproces. Het is in staat om zijn marktaandeel in Europa te vergroten. Gazprom is overigens niet het enige bedrijf dat dit kan. Andere Russische bedrijven kunnen ook gas leveren aan Europa, als dat zou worden toegestaan.
Het is een ander concept dan wat onze Russische collega's nu gewend zijn. Ik denk dat Gazprom Export dit begint te begrijpen. Ze moeten handelen volgens het nationaal belang. De Russische regering zal zelf overtuigd moeten worden dat dit de juiste koers is. Het winnen van die ideeënstrijd zal echter een lange tijd duren.
De grote zorg van Russische voorstanders van een open economie, is of Europese wetgeving eerlijk wordt toegepast. Dat geldt voor de Europese Commissie en nationale regelgevers. We moeten bewijzen dat we objectief zijn als het gaat om mededinging. Als de perceptie is dat we een zaak alleen starten omdat het een Russisch bedrijf is, houdt het op. Het moet een gelijk speelveld zijn. Ik ben optimistisch dat we dit kunnen waarmaken."
Energiezekerheid is een van de hoofdredenen om de Energie Unie op te zetten. Denkt u dat de Energie Unie dit voldoende levert?
"Voor een open en competitieve markt moeten er voldoende fysieke connecties zijn tussen landen. Er mogen geen energie-eilanden en verkapte monopolies meer zijn. De Energy Union Communication van de Europese Commissie is een intentieverklaring. Er zijn substantiële stappen genomen om de interne markt te versterken, maar er moet meer gebeuren. Er is een lijst van 250 projecten van gezamenlijk belang voor energie-infrastructuur. Als die in 2020 worden geïmplementeerd, zou dat een zeer positief effect hebben voor onze energiezekerheid en competitiviteit. Als we hier leveren, levert de hele Energie Unie. Daar is een serieuze inzet van de Commissie en de lidstaten voor nodig."