Het probleem met niet-recyclebaar afval
Ondanks alle inspanningen rondom recycling en afvalscheiding blijft een aanzienlijk deel van het afval dat we produceren ongeschikt voor traditionele recyclingmethoden. Volgens prognoses zal zelfs in 2035 nog meer dan 30 procent van al het Europese afval niet recyclebaar zijn. In Nederland verbranden afvalbedrijven dit afval doorgaans in afvalenergiecentrales om er energie uit op te wekken, een methode die in elk geval nog energie terugwint en relatief milieuvriendelijker is. In veel andere Europese landen wordt niet-recyclebaar afval echter nog steeds gestort, wat een nog grotere belasting voor het milieu vormt. Nederland scoort hiermee dus relatief goed, maar het Europese afvalprobleem blijft groot. Hoewel dit een deel van de energiebehoefte dekt, betekent het tegelijkertijd het verlies van waardevolle materialen en een aanzienlijke uitstoot van CO₂.
Bij verbranding raken afvalverwerkers waardevolle grondstoffen zoals metalen en mineralen grotendeels kwijt, omdat deze in het proces verloren gaan. Daarmee laten ze ook de kans liggen om de circulaire potentie van afval te benutten.
Van afval naar waardevolle grondstoffen
Het Fuse Use Recycle (FUREC)-project van RWE op Chemelot biedt een alternatief: het zet afval om in waardevolle grondstoffen die producenten opnieuw kunnen gebruiken in hun industriële processen. Dit begint bij een nauwkeurige selectie en voorbehandeling van afval, waarbij het materiaal wordt samengeperst tot pellets. Deze pellets worden vervolgens vergast bij extreem hoge temperaturen, rond de 3.000 graden Celsius. Tijdens deze vergassing ontstaat synthesegas, een combinatie van waterstof en koolstofmonoxide, die als circulaire grondstof ingezet kan worden binnen de chemische industrie.
Synthesegas vormt een veelzijdige basis voor uiteenlopende toepassingen. Producenten kunnen het omzetten in kunststoffen, brandstoffen en basischemicaliën, en zo fossiele grondstoffen zoals aardgas en aardolie vervangen. De metalen en mineralen die het proces oplevert, zetten ze opnieuw in binnen industriële toepassingen, wat direct bijdraagt aan een sterkere circulaire economie.
Klimaatvoordeel door CO₂-hergebruik
Een belangrijk voordeel van deze aanpak is dat het proces geconcentreerde CO₂-stromen oplevert, die producenten relatief eenvoudig kunnen afvangen en inzetten als grondstof voor nieuwe chemische processen. "Waar we bij verbranding alleen energie winnen, winnen we hier moleculen terug", zegt Paul Nillesen, partner bij Strategy&. "Dat maakt het een volwaardig circulair alternatief voor fossiele input in de industrie."
Volgens het PwC-rapport kunnen installaties jaarlijks zo’n 55.000 ton groene waterstof produceren uit 800.000 ton niet-recyclebaar afval. Daarmee vervangen industriële partijen een fors deel van hun aardgasverbruik, wat hun CO₂-uitstoot aanzienlijk verlaagt. Dit maakt het FUREC-proces niet alleen aantrekkelijk vanuit een circulair perspectief, maar ook als concreet middel om klimaatdoelstellingen te realiseren.
Economische en strategische voordelen
Naast de milieuvoordelen biedt het FUREC-concept ook belangrijke economische kansen. Door over te schakelen op circulaire grondstoffen verkleinen Europese landen hun afhankelijkheid van fossiele brandstoffen uit het buitenland. In tijden van geopolitieke spanningen en onzekerheden over energievoorziening biedt lokaal gebruik van afval als grondstof een strategisch voordeel.
“De chemische industrie in Europa heeft een enorme behoefte aan circulaire grondstoffen”, aldus Nillesen. “Lokale productie helpt niet alleen bij verduurzaming, maar versterkt ook de internationale concurrentiepositie.”
Bovendien creëren deze innovaties nieuwe werkgelegenheid. De bouw en exploitatie van FUREC-installaties zorgen voor banen, technologische ontwikkeling en economische activiteit in regio’s waar afvalverwerking vaak als een last werd gezien. De verschuiving van afvalverbranding naar hoogwaardige verwerking biedt economische perspectieven op lange termijn.
Beleidsmaatregelen essentieel voor succes
Ondanks de duidelijke voordelen stelt het PwC-rapport dat ondersteunend beleid van doorslaggevend belang is om de potentie van chemische recycling volledig te benutten. Overheden moeten duidelijke kaders scheppen én prikkels bieden die het gebruik van circulaire grondstoffen stimuleren. "Ironisch genoeg telt waterstof uit afval op dit moment niet mee als circulaire of groene waterstof in Europese regelgeving, terwijl het precies dat is", stelt Nillesen. "Wetgeving moet hierin echt mee evolueren."
Subsidies, belastingvoordelen en gegarandeerde afname van circulaire producten kunnen investeerders het vertrouwen geven om in technologieën zoals FUREC te stappen. Het rapport benadrukt daarnaast dat voldoende geschikte afvalstromen beschikbaar moeten blijven. Dat vraagt om samenhangende wet- en regelgeving rondom afvalbeheer, verwerking en hergebruik - nationaal én Europees. Alleen dan kan een innovatief project als FUREC daadwerkelijk uitgroeien tot een structurele oplossing.
De toekomst van chemische recycling
Met het geplande FUREC-project in Limburg, dat volgens de huidige planning in 2029 operationeel wordt, heeft Nederland een kans om voorloper te worden in de toepassing van chemische recycling op industriële schaal. De resultaten van dit project kunnen dienen als blauwdruk voor andere regio’s binnen Europa en daarbuiten.
De komende jaren zullen bepalen of deze veelbelovende technologie ook daadwerkelijk op brede schaal toegepast kan worden. De technische kennis is aanwezig, de milieu-impact is positief en het economische verhaal overtuigt. Nu ligt de bal bij overheden, beleidsmakers en industriële spelers om samen de stap te zetten richting een circulaire toekomst.
Wat ooit eindigde in de verbrandingsoven, of erger nog, op de stortplaats kan straks de ruggengraat vormen van een duurzamere chemische industrie. Juist doordat FUREC ook een alternatief biedt voor storten, heeft deze technologie op Europese schaal een potentieel transformationele impact. “We praten veel over zon, wind en elektrolyse als het gaat om de energietransitie, maar vergeten vaak de waarde van innovatieve oplossingen als deze”, zegt Nillesen. “Dat we in Nederland zélf een technologie ontwikkelen die restafval omzet in circulaire grondstoffen, in plaats van ze enkel te importeren, daar mogen we echt trots op zijn.”