Zoeken

Transitieverhaal is ‘duidelijk en eerlijk’ in Drenthe

In de aanloop naar de Provinciale Statenverkiezingen op 15 maart 2023, zet EnergiePodium tijdens een korte serie enkele provincies in de schijnwerpers. Centraal staat de energietransitie. Wat gaat goed, wat kan beter? In de ‘turfprovincie’ van weleer wordt de menselijke maat volgens de Drentse energiegedeputeerde Tjisse Stelpstra geen moment uit het oog verloren bij het optuigen van het energiesysteem van de toekomst.

Namens de ChristenUnie is Stelpstra in Drenthe als gedeputeerde al sinds 2015 nauw betrokken bij de energietransitie. In die periode legde hij tientallen werkbezoeken af, die vaak linksom of rechtsom van doen hadden met Regionale Energie Strategie (RES) Drenthe of de Transitievisie Warmte waarover ook de twaalf gemeenten in Drenthe inmiddels beschikken. Verreweg de meeste indruk maakte vorig voorjaar een bezoek aan een vrouw in Meppel, die niet in aanmerking kwam voor een van de subsidieregelingen waarmee de provincie de energietransitie probeert te stroomlijnen. “Tijdens het gesprek begon ze opeens te huilen”, herinnert Stelpstra zich. “Ik ben zó bang voor de winter, snikte ze, zo bang... Dat raakte me echt, want angst is nog erger dan kou. Tijdens dat bezoek realiseerde ik me weer eens waarom ik gedeputeerde ben geworden. Voor mensen zoals zij. Om haar angst weg te nemen, om voor rust in haar hoofd te zorgen. Die menselijke maat mogen we nooit uit het oog verliezen, als we via de energietransitie vorm geven aan het energiesysteem van de toekomst.”

“Ik ben zó bang voor de winter, snikte ze, zo bang...”

Naast de Transitievisie Warmte die alle Nederlandse gemeenten hebben vastgesteld, bieden ook de dertig RES-sen die de afgelopen jaren zijn opgesteld een aardig doorkijkje naar dat energiesysteem van de toekomst. “In het Klimaatakkoord is afgesproken om in 2030 op land 35 TWh aan duurzame elektriciteit op te wekken”, vertelt Stelpstra. “Afgaande op de ambitie van de RES-regio Drenthe, waarin naast de gemeenten ook de waterschappen en de provincie participeren, neemt Drenthe daarvan bijna tien procent voor zijn rekening. Wat windenergie betreft ligt het zwaartepunt in het zuidoosten van Drenthe, terwijl zonneparken straks in de hele provincie te vinden zijn, net als grootschalige zon-op-dak-projecten. Ook kleinschalige zonne-energieprojecten, in de vorm van zonnepanelen op daken van kleine bedrijven en woningen, worden door ons flink gestimuleerd en bepaald niet zonder succes.”

Bij de officiële opening door Koning Willem-Alexander op 21 mei 2021 (foto), was Zonnepark Vloeivelden Hollandia met een capaciteit van 120 MW het grootste van Nederland. Dat Drenthe goed op schema ligt, kan volgens de gedeputeerde niet los worden gezien van de nuchtere volksaard. “Gewoon doen, dat is hier de mentaliteit. Illustratief voor de regionale samenwerkingscultuur is de Drentse Energietafel, een overlegorgaan waarin naast de gemeenten en de provincie ook maatschappelijke partners en netbeheerders participeren. Het heeft de realisatie van de RES gestroomlijnd en gaat dat ook doen bij de warmtetransitie, daar ben ik van overtuigd. Op z’n Drents, noemen we dat, door samen de schouders eronder te zetten, uit te gaan van onze eigen, lokale kracht en dat regionaal te versterken als het nodig is.”

“De Drentse Energietafel heeft de realisatie van de RES gestroomlijnd en gaat dat ook doen bij de warmtetransitie”

Dat elektrificatie naar de zin van Stelpstra een te groot stempel drukt op de gemeentelijke Transitievisies Warmte die hij heeft geanalyseerd, kan niet los worden gezien van de grote netcongestieproblemen in Drenthe. “Tot 2030 moeten er volgens de netbeheerders vier nieuwe hoogspanning- en middenspanningstations worden gerealiseerd en vijftien bestaande stations worden uitgebreid. Maar dan zijn we er nog lang niet, ook op infrastructureel gebied moeten we nu al verder kijken dan 2030. Voor de korte termijn hebben we onder andere de Drentse Taskforce Netcongestie in het leven geroepen, net als een ondersteuningsprogramma voor ondernemers die niet kunnen worden aangesloten op het net of duurzaam opgewekte energie niet kunnen terugleveren aan het net. Voor mij staat vast dat we extra capaciteit kunnen creëren door beter en slimmer gebruik te maken van het bestaande net. Opslag in batterijsystemen biedt ook veel perspectief. En bij nieuwe aansluitingen moeten we echt af van het ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’-principe.”

De tekst loopt hieronder door.

Als alternatief voor elektrificatie bieden in Drenthe volgens Stelpstra onder andere groen gas, bodemenergie en geothermie grote mogelijkheden, bijvoorbeeld voor de grote glastuinbouwgebieden in de provincie. “Ook van restwarmte van bedrijven wordt nog veel te weinig gebruik gemaakt. In Emmen zit het derde chemiecluster van Nederland en verspreid over de provincie zitten veel meer grote bedrijven. Bij veel productieprocessen komt warmte vrij waar nu nog niets mee gebeurt. Het hoeft niet meteen een warmtenet te zijn, voor een woonwijk. Tussen bedrijven zijn ook slimme verbindingen mogelijk die veel CO2-uitstoot kunnen besparen.”

“Bij nieuwe aansluitingen op het stroomnet moeten we echt af van het ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’-principe”

Ook binnen de toekomstige waterstofeconomie ziet de ChristenUnie-gedeputeerde een belangrijke rol weggelegd voor Drenthe, al was het maar vanwege de vele hergebruikmogelijkheden van de bestaande energie-infrastructuur. “Dat in Hoogeveen een bestaande wijk met 427 woningen wordt omgezet van aardgas naar waterstof, kun je niet los zien van het ‘Hydrogen Valley’-concept dat we samen met Groningen hebben ontwikkeld. Hoewel de productie van waterstof vooral in onze buurprovincie gaat plaatsvinden, komt er op het voormalige GZI-terrein van de NAM bij Emmen ook een grote elektrolyser. Naast het chemiecluster in die stad zijn er ook veel bedrijven die aandringen op een Drentse aansluiting op de nationale waterstofbackbone. Met het bedrijf H2Tap zijn we in overleg over de realisatie van een groot aantal tappunten, die ook Drentse bedrijven aan betaalbare groene waterstof kunnen helpen. En dan heb ik het nog niet eens over gehad over de potentie van het Duitse achterland: met de deelstaat Nedersaksen zijn we in gesprek over de synergiemogelijkheden op waterstofgebied.”

Wat Groningen de afgelopen decennia op energiegebied was, doceert Stelpstra vervolgens, was Drenthe van de 17de eeuw tot diep in de 19de eeuw: de brandstofproducent van Nederland, met dien verstande dat geen aardgas maar turf werd gewonnen. “Het leverde de provincie onder andere de veenkoloniën op en, toen de turf op was, veel werkloosheid en armoede. Dat zie je nog steeds terug in het gemiddelde inkomen in de provincie. Relatief veel inwoners hebben én een eigen woning én een laag inkomen, zodat energiearmoede op de loer ligt. Kenmerkend is dat Drenten al jaren koploper zijn als het gaat om de Duurzaamheidslening van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn). Wat daarbij ongetwijfeld meespeelt, is dat de provincie 1% van de rente voor haar rekening neemt: het schoolvoorbeeld van een effectieve subsidieregeling.”

Volgens Stelpstra heeft de provincie daarnaast het Drents Isolatieprogramma opgetuigd, dat bedoeld is voor mensen met een inkomen tot 130% van het minimuminkomen. “Samen met de gemeenten en het Drents Energieloket is onlangs het Fixteam Drenthe in het leven geroepen: een mobiel klusteam dat bij Drenten thuis langskomt om energiebesparende maatregelen te realiseren.”

“We moeten af van het idee dat de energietransitie budgetneutraal kan worden gerealiseerd”

In dat verband moet het Stelpstra van het hart, dat hij liever had gezien dat de energiecompensatie van 190 euro die alle Nederlandse huishoudens eind vorig jaar kregen, aan concrete energiebesparende maatregelen was besteed. “Tochtstrips bijvoorbeeld. Dat zou een veel betere investering zijn geweest. De energiecompensatie had met de gestegen energieprijzen van doen, maar in bredere zin moeten we af van het idee dat de energietransitie budgetneutraal kan worden gerealiseerd. Ik word als bestuurder liever eerlijk gevonden dan aardig en vind dan ook dat we richting mensen en bedrijven een duidelijk én een eerlijk verhaal moeten vertellen. Namelijk: er hangt een prijskaartje aan de energietransitie. Het kan niet voor niets. Als we niets doen, krijgen we in de toekomst de echte rekening gepresenteerd, dus laten we nu zo snel mogelijk massaal afscheid nemen van te goedkope fossiele brandstoffen en accepteren dat een duurzaam energiesysteem mogelijk meer kost, maar ook meer waard is.”

Stelpstra woont zelf in een zogenoemde ‘Zweedse woning’, die bekend staan om hun goede isolatie. “Het aantal zonnepanelen op het dak ga ik verdubbelen, ik heb ze net vorige week besteld.” Net als zijn vrouw rijdt de gedeputeerde in een elektrische auto, dus de opgewekte zonne-energie komt goed van pas. “Sinds de gascrisis, om het zo maar even te noemen, zetten we de thermostaat in huis standaard een graad lager. Uit principe, niet omdat we de energierekening niet kunnen betalen. Een warmtepomp? Nee, die hebben we nog niet. We wachten een geschikt moment af om daarin te investeren. Gelukkig zijn we niet de enige, want als iedereen nu zou overstappen van een gasgestookte cv-ketel op een elektrische warmtepomp zou de overbelasting van het stroomnet nog veel groter zijn.” Peinzend: “Minister Hugo de Jonge zei onlangs dat water en bodem voortaan de leidende principes zijn op het gebied van ruimtelijke ordening. Wat mij betreft hoort energie ook in dat rijtje thuis. Het Landelijk Actieplan Netcongestie is vooral voor de korte termijn, inclusief de onderliggende infrastructuur moeten we nu ook al beginnen om de ruimtelijke ordening van Nederland af te stemmen op het duurzame energiesysteem zoals we dat in 2050 voor ons zien.”

Tekst: Cees de Geus

Fotografie: Provincie Drenthe (foto gedeputeerde) en Solarfields – www.solarfields.nl (foto opening Zonnepark Vloeivelden Hollandia)