Politieagent. Of nauwkeuriger: motoragent. Dat wilde Nico Scholman (59) worden toen hij opgroeide in een gezin met tien kinderen in Jutphaas, een dorpje vlakbij Nieuwegein. “Mijn vader had een klein gemengd bedrijf, met onder andere tien hectare grond, dertig koeien, varkens en fruitbomen,” blikt hij terug. “Mijn oudste broer was de beoogde bedrijfsopvolger, maar toen hij naar Duitsland vertrok, zei mijn vader tegen mij: dan blijf jij thuis.” Lachend: “En dat deed ik, want in die tijd luisterden kinderen nog naar hun ouders.”
Tegen de tijd dat Scholman het kleine bedrijf in 1988 overnam, droomde hij allang niet meer van een toekomst als motoragent. Hij verkocht de grond aan een projectontwikkelaar en met het geld dat die transactie opleverde kocht hij in 1998 in een polder ten westen van Montfoort een melkveebedrijf dat wél groeipotentie had. Scholman, die zichzelf omschrijft als een ‘echte koeienboer’: “Door grond bij te kopen en de ligboxenstal steeds groter te maken en te moderniseren, kon ik in de jaren die volgden de veestapel gestaag uitbreiden. Anno 2025 melk ik 150 koeien.”
In de wetenschap dat hij ook ongeveer 80 stuks jongvee heeft, zit Scholman daarmee ruim boven het landelijk gemiddelde dat door Agrimatie in 2024 op 118 werd geschat. “Melken is mijn lust en mijn leven,” verklaart Scholman het ontbreken van melkrobots op het bedrijf. “Dat ik het zelf doe, in een 2x12 melkstal, betekent dat ik iedere ochtend om half vijf mijn bed uit moet. Of mijn zoon dat ook ziet zitten, zal de tijd leren. Veel belangrijker vind ik het dat met hem en zijn vriendin als beoogde opvolgers de toekomst van het bedrijf verzekerd lijkt.”
“Het produceren van melk is en blijft zijn corebusiness, maar toch is ook Scholman de afgelopen jaren uitgegroeid tot ‘energieboer’.”
Hoewel het produceren van melk onmiskenbaar zijn corebusiness is en blijft, is Scholman de afgelopen jaren net als veel collega’s ook uitgegroeid tot ‘energieboer’. Op zijn stallen en schuren liggen in totaal bijna 2.000 zonnepanelen, die jaarlijks circa 550.000 kWh groene stroom opwekken. “Het begon kleinschalig, met de subsidieregeling ‘Asbest eraf, zonnepanelen erop,” vertelt hij. “In veel daken van stallen en schuren zat namelijk asbest. Dankzij die subsidieregeling kon ik twee vliegen in één klap slaan: het asbestdak vervangen door een nieuw dak met zonnepanelen erop.”
Ook in financieel opzicht bevielen die eerste 200 zonnepanelen Scholman zo goed, dat hij zes, zeven jaar geleden besloot door te pakken. “Ik vroeg SDE++-subsidie aan en investeerde ongeveer 500.000 euro,” somt hij op. “Met een grootverbruikersaansluiting van 3 x 560 ampère, een eigen trafohuis en in totaal bijna 2.000 zonnepanelen, was ik ervan overtuigd dat energieproductie uit kon groeien tot een financieel interessante neventak.”
Mede door het ontbreken van machines die veel energie verbruiken, zoals melkrobots, en het investeren in energiezuinige hulpmiddelen, zoals een frequentieregeling op de vacuümpomp van de melkmachine, is de bedrijfsvoering van Scholman relatief energiezuinig. “Veel meer dan 45.000 kWh per jaar verbruik ik niet, wat betekent dat ik jaarlijks meer dan 500.000 kWh kan terugleveren aan het net.”
“Ik heb een applicatie gekocht die het stroomnet monitort en de zonnepanelen pas tijdelijk uitschakelt als netcongestie dreigt.”
Tot zover het goede nieuws, want door netcongestie is de praktijk ook in de provincie Utrecht regio waar Scholman boert de laatste jaren een stuk weerbarstiger. Vooral op zonnige dagen waarop ook de windturbines in de regio op volle toeren draaien, krijgt de melkveehouder regelmatig achteraf van netbeheerder Stedin te horen dat stroom heeft geleverd terwijl het stroomnet al vol zat. “De boete van drie e à vier cent per kWh die me dat oplevert, heeft me vorig jaar 15.000 euro gekost.”
De zonnepanelen voor een langere periode uitzetten, wat Stedin adviseerde, kan volgens Scholman niet omdat de SDE++-subsidie dan in gevaar komt. “Maar een paar uur per dag uitzetten is wel mogelijk. Ik heb daarom een applicatie gekocht die het stroomnet monitort en de zonnepanelen pas tijdelijk uitschakelt als netcongestie dreigt. Dat stuit me tegen de borst, want ik heb er niet voor niets in geïnvesteerd, dus ik zie het als een tijdelijke oplossing, die niet meer nodig is als ik voldoende opslagcapaciteit heb.”

Op de daken van de stallen en schuren van het melkveebedrijf van Nico Scholman in Montfoort liggen in totaal bijna 2.000 zonnepanelen.
“Ik betwijfel of elektrische trekkers een realistische optie zijn op een melkveebedrijf als dat van mij.”
Op dat gebied is de kop er al af. Dat Scholman vorig jaar investeerde in een Kiwatt-batterij met een capaciteit van 125 kWh, kwam ook omdat Stedin hem een paar keer op hoge toon waarschuwde dat hij het gecontracteerde verbruiksvermogen van 36 kW had overschreden. “Dat bleek soms het geval tussen vier uur en ’s middags en zeven uur ’s avonds, in de uren dat ik aan het melken ben en mijn vrouw elektrisch aan het koken is. Probleem is dat het gecontracteerde verbruiksvermogen veel te laag is, omdat het destijds is afgestemd op het gecontracteerde terugleveringsvermogen dat ruim tien keer zo groot is. Omdat ik al drie jaar in de wacht sta voor een verhoging van het gecontracteerd verbruiksvermogen, en waarschijnlijk nog een paar jaar moet wachten, schoot het me echt in het verkeerde keelgat toen Stedin ook op dit gebied over aansprakelijkheid begon en met boetes begon te dreigen.”
Dankzij de mogelijkheid om energie op te slaan, is de dreiging daarvan afgewend. Scholman: “Tussen vier uur ’s middags en zeven uur ’s avonds draaien het bedrijf en het huishouden nu op stroom die tussen twee en vier uur ’s middags wordt opgeslagen in de batterij, uiteraard het liefst opgewekt door onze eigen zonnepanelen. Om capaciteitsschommelingen te voorkomen, heb ik de batterij trouwens geplaatst in een kast waarin zich ook een airco bevindt. Daardoor is er jaarrond sprake van een binnentemperatuur van 18 à 19 graden.”
“Ik word als het ware gestraft en tot extra investeringen gedwongen omdat de overheid en netbeheerders achter de feiten aanlopen.”
In de wetenschap dat er dankzij de batterij geen sprake meer is van piekbelasting, denkt Scholman al na over uitbreiding van de opslagcapaciteit. “Ik zou dan meer duurzaam opgewekte energie kunnen bufferen voor de momenten waarop het ook financieel wel aantrekkelijk is om terug te leveren aan het net. Daarnaast krijg ik nog meer mogelijkheden om mijn bedrijfsvoering te elektrificeren. Er staat al een laadpaal voor de elektrische auto van mijn vrouw.”
En elektrische trekkers? Scholman kijkt nadenkend naar de blauwe New Holland-trekkers die op zijn bedrijf het zware werk doen, met (bio)diesel als brandstof. “Ik betwijfel of elektrische trekkers een realistische optie zijn op een bedrijf als dat van mij. Omdat je afhankelijk bent van het weer, is het vaak hollen of stilstaan. Verdeeld over meerdere snedes, is de ruwvoerwinning bijvoorbeeld iedere keer weer een kwestie van een paar dagen. Ik kan me niet voorstellen dat dat lukt met trekkers die maar een paar uur kunnen buffelen, omdat de accu dan leeg is en ze eerst weer een paar uur moeten worden opgeladen.”
Resumerend geeft het Scholman aan de ene kant veel voldoening dat zijn bedrijfsvoering anno 2025 het grootste deel van het jaar energieneutraal is . “Maar aan de andere kant heb ik ook een wrang gevoel overgehouden aan hoe het de afgelopen jaren is gegaan. Want terwijl ik mijn zaakjes op energiegebied goed op orde heb, word ik als het ware gestraft en tot extra investeringen gedwongen omdat de overheid en netbeheerders achter de feiten aanlopen. Als ik mijn bedrijf zo zou runnen, zonder visie, zonder overzicht, zou ik allang failliet zijn.”
Tekst & beeld: Cees de Geus