Vorig jaar bracht het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) een studie uit over de kosten van milieuschade in ons land. Hieruit bleek dat, enigszins afhankelijk van hoe je rekent, de milieukosten van luchtvervuiling in Nederland in 2015 de helft tot 60% van de totale milieukosten bedroegen (klimaatverandering is de rest; de kosten van vervuiling van oppervlaktewater en bodem zijn verhoudingsgewijs verwaarloosbaar). De luchtvervuilingskosten bedroegen in 2015 rond de 3% van het Bruto Nationaal Product. De Gezondheidsraad becijferde dat het om 131.000 verloren levensjaren gaat. Dat komt overeen met bijna een levensjaar minder per persoon die door een natuurlijke oorzaak overlijdt. Ongeveer 3,5% van de ziektelast wordt veroorzaakt door slechte luchtkwaliteit. De Rekenkamers van Polen en Nederland lieten enkele maanden geleden zien dat Nederland het hier beter doet dan vooral de meeste Oost-Europese landen, maar dat de jaarlijkse concentratie van fijnstof in Amsterdam hoger is dan in steden in Estland, Hongarije en Zwitserland, gelijk aan die in Spanje en 45% hoger dan de norm die de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt. Voor stikstofdioxide doen Rotterdam en Amsterdam het relatief nog slechter en halen we de Europese normen niet eens. Dat zijn toch verontrustende gegevens. Maar vrijwel niemand heeft het erover.
“Jaarlijkse concentratie fijnstof in Amsterdam 45% hoger dan WHO-norm”
Luchtkwaliteit kreeg vanaf medio jaren ‘90 steeds meer aandacht toen de EU landen hierover normen overeen kwamen. Sindsdien zijn de emissies van luchtverontreinigende stoffen gedaald. De uitstoot van zwaveldioxide uit industrie en raffinaderijen is zeer sterk omlaag gegaan. De uitstoot van stikstofdioxide (door verkeer, zeescheepvaart) halveerde sinds 1978. De deken van fijnstof van verkeer, landbouw en scheepvaart nam sinds 2009 met een kwart af. Ook de ammoniakemissies uit de landbouw daalden. Resterende emissies komen in Nederland meer dan elders uit het verkeer en de landbouw (elders is het meestal verkeer en industrie). Deze vervuiling trekt zich van grenzen niet veel aan. Maar Nederland ‘exporteert’ meer luchtverontreiniging dan we ‘importeren’.
“Nederland ‘exporteert’ meer luchtverontreiniging dan we ‘importeren’”
De Gezondheidsraad stelt dat er geen veilige ‘drempelwaarden’ zijn. Ook op plaatsen waar wordt voldaan aan de door de Europese Unie vastgestelde normen voor fijnstof treden nog negatieve gezondheidseffecten op; ook concentratieniveaus onder de norm leiden tot gezondheidsschade. De regering heeft zich daarom tot doel gesteld om te komen met een actieprogramma, gericht op een permanente verbetering van de luchtkwaliteit. Dat is nieuw. Nieuw is ook dat nu de gezondheid van mensen hierbij centraal staat. Tot nu toe ging het alleen om het halen van de in Europa afgesproken normen, mede omdat anders ruimtelijke plannen (zoals nieuwbouw en wegen) anders niet gerealiseerd konden worden. In 2017 heeft de rechter het belang van dat lopende beleid nog eens bevestigd door te vonnissen dat overal in Nederland zo snel mogelijk aan de EU normen voldaan moet worden.
“Een vijfde van de emissies van fijnstof wordt door huishoudens veroorzaakt.”
Wat kan de nieuwe inzet op gezondheid opleveren? Om te beginnen zal het nu al ingezette beleid, vooral nieuwe Europese normen voor auto’s, positieve gevolgen hebben. De emissies van stikstofdioxide zullen daardoor in 2016-2030 met nog eens een derde afnemen, van fijnstof met een vijfde. De verantwoordelijke staatssecretaris Van Veldhoven heeft steden gevraagd met voorstellen te komen die ze gaat verwerken in een nationaal actieprogramma. PBL komt binnenkort met een studie over wat nog meer mogelijk is. Daaruit zal een specifiek thema in het oog springen: houtstook door huishoudens. Open haarden en houtkachels kunnen in ons land tot nu toe onbelemmerd branden. Toch is dat niet zonder meer logisch. Een vijfde van de emissies van fijnstof wordt door huishoudens veroorzaakt. Het open haardplezier van de een verergert de astma van de ander: Een klassiek thema om overheidsoptreden te overwegen. PBL zal indiceren dat we hier nog van Duitsland kunnen leren, waar er al van een strengere aanpak van houtstook door huishoudens, zoals regels voor het stoken van open haarden en normen voor nieuwe houtkachels, sprake is. Ook in het verkeer en de landbouw zijn nog wel maatregelen mogelijk waarvan de maatschappelijke baten de kosten overtreffen. Meer in het algemeen geldt dat voor de verbetering van de luchtkwaliteit: het is niet altijd makkelijk want de eenvoudige maatregelen zijn al genomen, maar het is niet extreem duur en de baten komen direct bij onszelf terecht. We doen dit niet om de wereld te redden maar om bij te dragen aan de gezondheid van onze buurvrouw.